Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-03-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2608, 200.309.163
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-03-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2608, 200.309.163
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 maart 2023
- Datum publicatie
- 29 maart 2023
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2023:2608
- Zaaknummer
- 200.309.163
Inhoudsindicatie
Wwz. Ontslag op staande voet. Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst (voordat kantontrechter oordeelt over ontslag op staande voet). Procesrechtelijke perikelen rond deelbeschikking kantonrechter (deels tussenbeslissing, deels eindbeslissing), ontvankelijkheid appel, betekenis in appel van voorwaardelijke ontbinding (als voorwaarde niet wordt vervuld), gezag van gewijsde, (tijdigheid) switch in hoger beroep. Het hof verwerpt preliminaire verweren. Bewijsopdracht. Werkgever dient (eerste) ontslaggrond te bewijzen, en tevens dat de ontslaggronden niet cumulatief golden.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.309.163
(zaaknummer rechtbank Gelderland, locatie Arnhem 8550049)
beschikking van 27 maart 2023
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
in eerste aanleg: verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijk) verzoek van Wolters,
hierna: [verzoeker] ,
advocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Autobedrijf Wolters B.V.,
gevestigd teIJsselstein,
verweerster in hoger beroep,in eerste aanleg: verweerster, verzoekster in het (voorwaardelijk) verzoek,
hierna: Autobedrijf Wolters,
advocaat: mr. L.W. Houten.
1 1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de beschikking van de kantonrechter te Arnhem (rechtbank Gelderland, locatie Arnhem) van 6 januari 2022.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure is als volgt:
- het beroepschrift (met producties) van [verzoeker] , ter griffie ontvangen op 6 april 2022;
- het verweerschrift met productie van Autobedrijf Wolters;- de producties 32-33 van [verzoeker] ;
- de akte overlegging producties (34-37) van [verzoeker] ;
- de op 11 januari 2023 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof beschikking bepaald op 27 maart 2023 of zoveel eerder als mogelijk is.
[verzoeker] heeft in zijn hoger beroepschrift verzocht de beschikking van de kantonrechter van 6 januari 2022 te vernietigen en bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:Primair: I. Autobedrijf Wolters op straffe van een dwangsom te veroordelen tot (i) herstel van het dienstverband van [verzoeker] met terugwerkende kracht per 13 januari 2020 of een door het hof gekozen tijdstip, (ii) onder toekenning van voorzieningen voor de schade die [verzoeker] als gevolg van het ontslag op staande voet heeft geleden, (iii) uitbetaling van het loon vanaf 13 januari 2020 tot het moment van rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente; Subsidiair II. Autobedrijf Wolters te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 17.324,- bruto, dan wel een door het hof te bepalen bedrag; III. Autobedrijf Wolters te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding; IV. Autobedrijf Wolters te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 121.268,- bruto, vermeerderd met kosten rechtsbijstand van € 10.000,- exclusief btw, dan wel een door het hof te bepalen bedrag; V. Autobedrijf Wolters te veroordelen tot uitbetaling van de resterende vakantiedagen, waarbij rekening dient te worden gehouden met een maandloon van gemiddeld € 4.331,- bruto per maand althans een maandloon berekend op basis van het vaste maandsalaris en vakantiegeld over 2020, 2021 en 2022, dan wel tot betaling van een door het hof te bepalen bedrag, Primair en subsidiair
VI. Autobedrijf Wolters te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid over de punten 1 tot en met V,
waarbij Autobedrijf Wolters tevens veroordeeld wordt tot retournering van de aan Autobedrijf Wolters betaalde proceskostenveroordeling, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf die datum tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede Autobedrijf Wolters te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten in hoger beroep, met de wettelijke rente.
3 De feiten
In hoger beroep staan de volgende feiten vast.
[verzoeker] , geboren [in] 1987, is met ingang van 1 februari 2005 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Autobedrijf Wolters, laatstelijk in de functie van [functie1] tegen een salaris van € 4.331,- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en jaarlijkse bonus.
Op 6 en 13 januari 2020 hebben gesprekken plaatsgevonden tussen Autobedrijf Wolters en [verzoeker] . Op 13 januari 2020 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.
Bij aangetekende) brief van 13 januari 2020 heeft Autobedrijf Wolters [verzoeker] onder meer meegedeeld: “Met deze brief bevestig ik dat u met onmiddellijke ingang op staande voet ontslagen bent. De reden hiervoor is als volgt:
- U heeft ten onrechte bedrijfseigendommen in uw beheer genomen en daar gebruik van gemaakt. U heeft op 28 mei 2018 via Autobedrijf Wolters B.V. een BMW met kenteken [kenteken] ingekocht waarvoor u een klant zou hebben. U heeft deze zelfde BMW weggenomen uit de bedrijfsvoorraad, die op uw naam gezet en ook een privé verzekéring genomen. De auto bleek zodoende niet verkocht en er is niet geadverteerd op de gebruikelijke websites. Door deze handelingen verloren wij het zicht op deze auto en heeft u de auto zeker 1,5 jaar onrechtmatig gebruikt, daarnaast verloor de auto door eigen gebruik en wij niet de mogelijkheid hadden deze te verkopen, veel waarde;
- U heeft ondanks veelvuldig verzonden berichten van de directie omtrent de juiste opgave van kentekens in BARS, onjuiste kentekens/foutieve auto's ingevoerd in uw BARS account Dit betrof veelvuldig een elektrische auto met een laag bijtellingspercentage, terwijl u in werkelijkheid een veel grotere auto reed. Zo gaf u dus in strijd met wet- en regelgeving een elektrische auto op terwijl er feitelijk werd gereden met een KIA Stinger, een KIA Sorento en dus de weggenomen BMW;
- Wij hebben vernomen dat u gesprekken heeft gevoerd met medewerkers die onder uw gezag staan en daarin hebt vermeld dat aanmaningen moesten worden achtergehouden, terwijl wij vanuit het hoofd van de financiële administratie dhr. [naam1] uitdrukkelijk hadden gezegd dat deze aanmaningen er wel uit moesten;
- Er zijn grote kastekorten. Deze blijven oplopen. Bewezen vanuit onze kant is dat u die kastekorten middels ‘creatief' boekhouden hebt proberen weg te werken. Los van de reden van deze tekorten bent u als [functie1] verantwoordelijk voor de inhoud en deugdelijke administratie van de kas;
- U heeft om uw moverende redenen 1,5 jaar lang aan een bevriende relatie een gratis auto ter beschikking gesteld terwijl hier geen huur- of leenovereenkomst aan ten grondslag lag. Deze relatie heeft ook vele boetes gereden die niet werden doorbelast. Dhr. [naam1] heeft hier vele maanden achteraan gezeten zonder antwoord van u te krijgen. Uiteindelijk is recentelijk pas een huurovereenkomst gemaakt;
- U heeft medewerkers van Wolters IJsselstein actief geïnstrueerd omtrent, hoe vragen van het hoofdkantoor dienden te worden beantwoord. Door deze gedragingen kwamen malversaties niet aan het licht.
- In het gesprek met u, draait u continu om de vragen heen en verzwijgt u zaken.
Al deze zaken zijn benoemd in het gesprek dat wij op maandag 13 januari 2020 om 9:00 uur met u hebben gevoerd. Helaas heeft u deze zaken niet kunnen weerleggen.
Deze feiten gezamenlijk vormen een dringende reden tot ontslag op staande voet volgens artikel 7:678 BW. Op grond daarvan beëindig ik uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang.”
Bij brief van 20 januari 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Autobedrijf Wolters onder meer meegedeeld dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt en verzocht het ontslag in te trekken.
Bij brief van 29 januari 2020 heeft de toenmalig gemachtigde van Autobedrijf Wolters [verzoeker] meegedeeld dat het ontslag zou worden gehandhaafd.
De arbeidsovereenkomst is door de beschikking van de kantonrechter van 4 augustus 2020 met ingang van 15 augustus 2020 voorwaardelijk, voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd, ontbonden (zaaknummer 8640863).