Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:281, 21-000316-22
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:281, 21-000316-22
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 januari 2023
- Datum publicatie
- 16 januari 2023
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2023:281
- Zaaknummer
- 21-000316-22
Inhoudsindicatie
Vervolging van een overheidslichaam (gemeente)
OM ontvankelijk in de vervolging, nu aan verdachte geen strafrechtelijke immuniteit toekomt (het beheer van de riolering is geen exclusieve bestuurstaak van een gemeente)
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde (mede)plegen van art. 158 Sr en van het subsidiair tenlastegelegde (mede)plegen van art. 171 Sr. Op het moment suprême was verdachte op geen enkele wijze betrokken bij het door medeverdachte eigenmachtig plegen van het tenlastegelegde. Ook was dit eigenmachtig optreden voor verdachte niet voorzienbaar.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000316-22
Uitspraak d.d.: 16 januari 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen - na verwijzing door het hof Amsterdam bij beslissing van
22 november 2021 - op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 juni 2020 met parketnummer 13-994047-17 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
gevestigd te [plaats] , [adres 1] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.