Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-05-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:3287, 200.323.975/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-05-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:3287, 200.323.975/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 mei 2024
Datum publicatie
21 mei 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:3287
Zaaknummer
200.323.975/01

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Erfgenaam vordert zekerheidsstelling voor de voldoening van zijn niet-opeisbare vordering uit de nalatenschap van zijn vader. Vordering afgewezen omdat juridische grondslag daarvoor in testament en akte van verdeling ontbreekt. Evenmin is sprake van misbruik van bevoegdheid aan de zijde van de langstlevende. Wel is de langstlevende de overeengekomen rente over de vordering verschuldigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.323.975/01

zaaknummer rechtbank Overijssel 280622

arrest van 14 mei 2024

in de zaak van

[appellant]

die woont in [woonplaats1]

die hoger beroep heeft ingesteld

en bij de rechtbank optrad als eiser in conventie en verweerder in reconventie

hierna: [appellant]

advocaat: mr. J. Jong te Zaandam

tegen

[geïntimeerde]

die woont in [woonplaats2]

die ook hoger beroep heeft ingesteld

en bij de rechtbank optrad als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie

hierna: [geïntimeerde]

advocaat: mr. G.H.J. Spee te Nijmegen

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep

Naar aanleiding van het arrest van 26 september 2023 heeft op 27 februari 2024 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2 De kern van de zaak

De vader van [appellant] is in 1998 overleden. [geïntimeerde] is de weduwe van de vader van [appellant] . Uit de nalatenschap van zijn vader heeft [appellant] een vordering ontvangen van ruim fl. 198.000,-, te vermeerderen met rente, die pas opeisbaar is bij het overlijden van [geïntimeerde] . [appellant] vordert zekerheidsstelling voor de voldoening van zijn vordering van [geïntimeerde] en heeft beslag gelegd op de woning van [geïntimeerde] . De rechtbank heeft de vordering van [appellant] afgewezen, het beslag opgeheven en een verklaring voor recht gegeven over de hoogte van de erfrechtelijke aanspraak van [appellant] . Met dit hoger beroep beoogt [appellant] alsnog zekerheidsstelling door [geïntimeerde] af te dwingen. Het hoger beroep van [geïntimeerde] is erop gericht een verklaring voor recht te ontvangen waarin de vordering van [appellant] op een lager bedrag wordt vastgesteld.

3 De feiten

3.1.

[appellant] is een zoon van de overleden heer [de erflater] , geboren te [plaats1] [in] 1924 en overleden te [plaats2] [in] 1998 (hierna: erflater). [appellant] is het enige kind dat is geboren uit het tweede huwelijk van erflater met [naam1] .

3.2.

Erflater was daarvoor en daarna (in voor hem eerste en derde echt) gehuwd met [geïntimeerde] . Erflater en [geïntimeerde] hebben samen zeven kinderen gekregen. Het derde huwelijk van erflater is geëindigd door overlijden van erflater. [geïntimeerde] en erflater waren ten tijde van het overlijden van erflater gehuwd in algehele gemeenschap van goederen.

3.3.

Erflater heeft bij testament van 1 oktober 1987 beschikt over zijn nalatenschap (hierna: het testament). In het testament is onder meer het navolgende vermeld:

Ik benoem tot mijn enige erfgenamen de personen die de wet tot mijn nalatenschap zou roepen indien ik ab-intestato zou zijn overleden, in de verhouding als de wet voor dat geval bepaalt (...)

Indien op grond van het vorenstaande mijn echtgenote [geïntimeerde] een mijner erfgenamen zal zijn, deel ik op de voet van artikel 1167 van het Burgerlijk Wetboek toe aan:

1. mijn genoemde echtgenote: alle activa mijner nalatenschap tegen de waarde daaraan toe te kennen in onderling overleg, hetzij te bepalen op de wijze als de wet bij boedelscheiding met minderjarigen voorschrijft, onder de verplichting om alle tot mijn nalatenschap behorende passiva met inbegrip van begrafeniskosten, successierechten en boedelkosten voor haar rekening te nemen, alsmede om aan ieder van haar mede-deelgenoten schuldig te blijven het bedrag van ieders erfdeel, verminderd met daarover verschuldigd successierecht en daarop drukkend aandeel in begrafenis- en boedelkosten;

2. ieder mijner overige erfgenamen: een vordering wegens overbedeling op mijn genoemde echtgenote ter grootte van ieders erfdeel als vorenbedoeld, welke vordering slechts opeisbaar zal zijn bij faillissement, hertrouwen in enige gemeenschap van goederen of overlijden van mijn genoemde echtgenote.

Mede ter voldoening aan mijn verzorgingsplicht jegens mijn genoemde echtgenote ken ik haar het levenslang vruchtgebruik, doch bij haar faillissement of hertrouwen in enige gemeenschap van goederen eindigend vruchtgebruik van de erfdelen mijner overige erfgenamen toe, met ontheffing van de verplichting om daarvoor zekerheid te stellen. (...)

Ik ken aan mijn genoemde echtgenote het recht toe om voormelde boedelverdeling geheel of gedeeltelijk niet te aanvaarden, mits zij zulks binnen zes maanden na mijn overlijden te kennen geeft.

3.4.

De erfgenamen van erflater – onder wie [appellant] – hebben bij de notaris een akte van verdeling ondertekend op 13 januari 2000 (hierna: de verdelingsakte). Op diezelfde dag is ook een beschrijving gemaakt van de algehele gemeenschap van goederen van erflater en [geïntimeerde] , met inbegrip van de nalatenschap van erflater. Daarnaast zijn bij de verdelingsakte de erfdelen van de erfgenamen vastgesteld en is de constatering gedaan van de testamentaire verdeling van de nalatenschap. Daarbij is rekening gehouden met gedane schenkingen en daarnaast, ter vaststelling van het erfdeel van [appellant] , met de aankoop/ overname van een sloep. In de verdelingsakte is verder onder meer het navolgende vermeld.

In afwijking van het in het testament bepaalde zal - in verband met een door haar gedaan beroep op de legitieme portie - het erfdeel van de deelgerechtigde (...) worden uitgekeerd, terwijl de overige kinderen/kleinkinderen [onder wie [appellant] , hof] in de testamentaire verdeling hebben berust onder de voorwaarde, dat door de comparante sub I [ [geïntimeerde] , hof] over de vorderingen wegens overbedeling een enkelvoudige rente van zes procent (6%) vergoed zal worden.

De verschuldigd gebleven bedragen alsmede de daarover verschuldigde rente zullen slechts opeisbaar zijn bij overlijden van de comparante sub I [ [geïntimeerde] , hof], bij haar faillissement of bij haar hertrouwen in enige gemeenschap van goederen.

Ad C. Constatering

De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden:

- dat als dag van verdeling wordt aangenomen de overlijdensdatum van erflater;

- dat de verdeling op grond van de door erflater ouderlijke boedelverdeling is geschied conform gemelde staat;

- dat ieder der deelgenoten het haar toekomende heeft ontvangen en in bezit genomen;

- dat de deelgenoten ten aanzien van deze verdeling, behoudens de vorderingen wegens overbedeling, niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar deswege volledig kwiteren en déchargeren;

- dat de deelgenoten afstand doen van het recht ontbinding of vernietiging van deze verdeling te vorderen.

(...)

Schuld wegens overbedeling ten behoeve van de deelgerechtigde [appellant]

Blijkens voormelde staat bedraagt de vordering van de deelgerechtigde [appellant] op de deelgerechtigde [geïntimeerde] (...) NLG 198.842,95

welk bedrag door de comparante [geïntimeerde] aan hem wordt schuldig gebleven onder de overeengekomen voorwaarden als hiervoor nader omschreven.

3.5.

[geïntimeerde] is thans 99 jaar oud. Zij woont in een zorgappartement aan de [adres] te [woonplaats2] (hierna: het appartement). Het appartement is eigendom van [geïntimeerde] .

3.6.

Met verlof van de voorzieningenrechter te Zwolle heeft [appellant] op 29 maart 2022 conservatoir beslag gelegd op het appartement, tot zekerheid van de voldoening van – samengevat – zijn vordering op [geïntimeerde] , welke vordering met inbegrip van rente en kosten in het verzoekschrift is begroot op fl. 273.335,80.

4 De omvang van het geschil

5 Het oordeel van het hof

6 De beslissing