Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-06-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:3720, 200.315.180/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-06-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:3720, 200.315.180/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Datum publicatie
- 11 juni 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2024:3720
- Zaaknummer
- 200.315.180/01
Inhoudsindicatie
Militair raakt gewond bij fietsongeval met collega tijdens een sportles. Hij schakelt een letselschadespecialist in om zijn schade te verhalen op Defensie. De letselschadespecialist verzuimt tijdig bezwaar te maken tegen een besluit tot afwijzing van schadevergoeding.
Anders dan de rechtbank wijst het hof de vordering tot schadevergoeding toe. Het beroep op een vervaltermijn uit de algemene voorwaarden wordt verworpen, net als het beroep op verjaring. Als tijdig bezwaar zou zijn gemaakt, zou de aansprakelijkheid van Defensie (wegens de fout van een ondergeschikte) zijn vastgesteld. Geen eigen schuld. Gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn slechts gedeeltelijk toewijsbaar. De v.o.f. waarin de letselschadespecialist na de beroepsfout zijn beroep uitoefent, is niet aansprakelijk.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.315.180/01
zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 137128
arrest van 4 juni 2024
in de zaak van
[appellant] ,
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en die bij de rechtbank optrad als eiser,
hierna: [appellant],
advocaat: mr. Y.B. Boendermaker te Hilversum,
tegen
1 V.O.F. [geïntimeerde1] ,
die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
2. [geïntimeerde2],
die woont in [woonplaats2] ,
3. [geïntimeerde3],
die woont in [woonplaats3] ,
die ook hoger beroep hebben ingesteld,
en die bij de rechtbank optraden als gedaagden,
hierna samen: [geïntimeerden] en ieder afzonderlijk Fidelis, [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3],
advocaat: mr. Chr.D. de Vos te Assen.
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
Naar aanleiding van het arrest van 20 juni 2023 heeft op 14 december 2023 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Aan het slot van de mondelinge behandeling hebben partijen het hof gevraagd hen de tijd te geven te proberen alsnog een regeling te treffen. Partijen hebben het hof vervolgens laten weten dat zij geen overeenstemming hebben bereikt en hebben het hof gevraagd alsnog arrest te wijzen.
2 De kern van de zaak
[appellant] heeft letsel opgelopen bij een fietsongeval tijdens een sportles in het kader van zijn duikopleiding bij de Nederlandse Marine, een onderdeel van het ministerie van defensie (hierna: Defensie). [geïntimeerde2] , die toen nog een eenmanszaak had, heeft de letselschadeclaim van [appellant] tegen Defensie in behandeling genomen en heeft daarbij een termijn laten verlopen. [geïntimeerde2] heeft zijn eenmanszaak later ingebracht in [geïntimeerde1] , waarvan hij en [geïntimeerde3] de vennoten zijn. Het gaat er in deze zaak om of [geïntimeerden] aansprakelijk zijn tegenover [appellant] .
[appellant] heeft bij de rechtbank gevorderd dat wordt uitgesproken (‘voor recht verklaard’) dat [geïntimeerden] (dan wel [geïntimeerde2] ) aansprakelijk zijn (is) voor de door hem geleden en nog te lijden schade.
De rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Volgens de rechtbank heeft [appellant] geen schade geleden door de fout van [geïntimeerde2] , omdat de claim van [appellant] tegen Defensie toch zou zijn afgewezen. Volgens de rechtbank is niet aannemelijk dat Defensie haar zorgplicht jegens [appellant] geschonden heeft en ook niet dat Defensie als werkgever aansprakelijk is voor de fout van een ondergeschikte.
2.4 Het hof komt tot een ander oordeel. Volgens het hof zou [appellant] gelijk hebben gekregen indien tijdig bezwaar was gemaakt. [geïntimeerde2] dient daarom de schadevergoeding te betalen die [appellant] van Defensie zou hebben ontvangen. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd. Het hof zal eerst de relevante feiten weergeven en zal daarna de standpunten van partijen bespreken. Het hof zal daarbij niet alleen ingaan op de bezwaren (‘grieven’) van [appellant] tegen het vonnis van de rechtbank, maar zal (gelet op de zogenaamde ‘devolutieve werking’ van het hoger beroep) ook de door de rechtbank verworpen verweren van [geïntimeerden] tegen de vordering van [appellant] bespreken. De geschilpunten tussen partijen worden thematisch besproken.