Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6666, 200.329.334/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6666, 200.329.334/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
29 oktober 2024
Datum publicatie
5 november 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:6666
Zaaknummer
200.329.334/01

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Loonvordering. Cao voor het Kappersbedrijf. Functie inschaling; haarstylist of haarstylist allround. Niet beschikken over kappersdiploma’s. Opzegging arbeidsovereenkomst? Voldaan aan vereisten voor aanspraak op loondoorbetaling?

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.329.334

zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden 9938935

arrest van 29 oktober 2024

in de zaak van

[appellant]

die woont te [plaats1]

die hoger beroep heeft ingesteld

en bij de kantonrechter optrad als eiser in conventie en verweerder in reconventie

hierna: [appellant]

advocaat: mr. M.L. Bron

tegen

1 V.O.F. [geïntimeerde1] t.h.o.d.n. [naam1]

die is gevestigd in [plaats1]

2. [geïntimeerde2], vennoot
die woont in [plaats1]
3. [geïntimeerde3], vennoot
die woont in [plaats1]
die ook hoger beroep hebben ingesteld

en bij de kantonrechter optraden als gedaagden in conventie en eisers in reconventie

hierna: [geïntimeerden]

advocaat: mr. J.D. Nijenhuis.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, (hierna: de kantonrechter) op 4 april 2023 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:

-

de dagvaarding in hoger beroep

-

de memorie van grieven tevens wijziging van eis

-

de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep

-

de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep

-

een akte met producties van [geïntimeerden]

-

het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 21 augustus 2024 is gehouden.

Hierna hebben partijen arrest gevraagd.

2 De kern van de zaak

2.1

De kernvraag in deze zaak is welke betalingsverplichtingen [geïntimeerden] jegens [appellant] hebben op grond van een dienstverband dat tussen partijen bestaat dan wel heeft bestaan. Centraal daarin staan de volgende kwesties:
- is die arbeidsverhouding inmiddels beëindigd door ontslagname van [appellant] of door ontslag door [geïntimeerden] , of bestaat die arbeidsverhouding nog steeds,
- welke functie had [appellant] , die van haarstylist of die van haarstylist allround.
Daarnaast spelen nog enkele andere vragen, die ook van invloed zijn op de betalingsverplichtingen.

2.2

De kantonrechter heeft op vordering van [appellant] beslist, kort gezegd:
- dat er geen rechtsgeldig einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst,
- dat [geïntimeerden] aan [appellant] nog moet betalen € 10.258,98 bruto aan achterstallig salaris en vakantiegeld, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 juni 2022 en met € 1.025,89 aan wettelijke verhoging, onder verstrekking van bruto/netto specificaties,
- dat [appellant] aanspraak heeft op 281,66 betaalde vakantie-uren.
Wat [appellant] meer heeft gevorderd is afgewezen. In het bijzonder heeft de kantonrechter de loondoorbetalingsverplichting van [geïntimeerden] vanaf 1 maart 2021 gematigd tot een periode van zes maanden.
De tegenvordering van [geïntimeerden] om te bepalen dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd door ontslagname dan wel door ontslag, is afgewezen. De subsidiaire vordering om de arbeidsovereenkomst alsnog te beëindigen is afgewezen omdat [geïntimeerden] dat in een verzoekschriftenprocedure moeten vragen.
Verder zijn [geïntimeerden] veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie.

2.3

[appellant] wil met zijn hoger beroep bereiken dat zijn vorderingen die zijn afgewezen alsnog worden toegewezen. In het bijzonder wil hij volledige doorbetaling van zijn loon vanaf 1 maart 2021. [geïntimeerden] willen in hoger beroep dat de toegewezen vorderingen van [appellant] alsnog worden afgewezen en dat hun vorderingen alsnog worden toegewezen. Zij willen met name dat alsnog voor recht wordt verklaard dat [appellant] zelf ontslag heeft genomen, dan wel dat hij is ontslagen, en dat hij de functie had van haarstylist (en dus niet die van haarstylist allround).

2.4

Het hof beslist dat het vonnis van de kantonrechter deels vernietigd wordt. Dat wordt hieronder uiteengezet.

3 Vaststaande feiten

4 Het oordeel van het hof

5 De beslissing