Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-11-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6740, 200.343.087
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-11-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6740, 200.343.087
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 november 2024
- Datum publicatie
- 10 maart 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2024:6740
- Zaaknummer
- 200.343.087
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Niet overleggen 629a-deskundigenoordeel leidt tot niet-ontvankelijkheid van gedeelte loonvordering. Voor ander gedeelte is overleggen deskundigenoordeel in redelijkheid niet te vergen. Terecht ontslag op staande voet.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.343.087
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht 10924914)
beschikking van 4 november 2024
in de zaak van:
[appellant] ,
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als verzoeker,
hierna: [de werknemer] ,
advocaat: mr. A.D.J. van Ruyven,
tegen
Augias Schoonmakers B.V.,
die is gevestigd in Soest,
die bij de kantonrechter optrad als verweerster,
hierna: Augias,
advocaat: mr. L.D.N. Mordaunt.
1 De kern van de zaak en de uitkomst
Volgens werkgever Augias heeft werknemer [de werknemer] zich tijdens ziekte niet gehouden aan de verzuimvoorschriften. Eerst is Augias gestopt met het betalen van loon (loonstop). Daarna heeft zij [de werknemer] op staande voet ontslagen. [de werknemer] vindt dat ontslag op staande voet onterecht en wil daarom in hoger beroep verschillende financiële vergoedingen (de transitievergoeding en de vergoeding vanwege onregelmatige opzegging). Ook wil [de werknemer] dat het achterstallige loon en vakantiegeld wordt betaald.
De kantonrechter heeft het verzoek tot betaling van de hiervoor gevraagde financiële vergoedingen afgewezen en op een tegenverzoek van Augias vastgesteld dat zij die vergoedingen niet hoeft te betalen. Ook het verzoek van [de werknemer] om betaling van achterstallig loon en vakantiegeld is afgewezen.
Het hof zal oordelen dat het ontslag op staande voet terecht was, zodat [de werknemer] geen recht heeft op financiële vergoedingen. Augias hoeft ook niet het achterstallige loon en vakantiegeld aan [de werknemer] te betalen, behalve het loon en het vakantiegeld over 27 juni tot 4 juli 2023. Hieronder licht het hof toe hoe het tot deze uitkomst is gekomen.
2 Het verloop van de procedure in hoger beroep
[de werknemer] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht op 4 april 2024 tussen partijen heeft gewezen.
Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
het beroepschrift van [de werknemer] , op de griffie binnengekomen op 1 juli 2024,
het verweerschrift van Augias,
het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 11 september 2024 is gehouden.
Het hof heeft vervolgens een datum bepaald voor het wijzen van een beschikking.
Het doel van het hoger beroep van [de werknemer] is om alsnog betaling te krijgen van het niet-betaalde salaris en vakantiegeld tot 6 december 2023, vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente. Ook wil hij een transitievergoeding van € 7.086,71 bruto, en een vergoeding vanwege onregelmatige opzegging van € 5.924 bruto, vermeerderd met wettelijke rente. Bovendien moet de vaststelling dat Augias deze bedragen niet hoeft te betalen van tafel, en moet Augias worden veroordeeld in de proceskosten van de procedure bij de kantonrechter en in hoger beroep.
3 Wat is er gebeurd?
[de werknemer] is op 3 oktober 2016 in dienst getreden bij Augias in de functie van schoonmaker. [de werknemer] werkte laatstelijk 30 uren per week in de functie van Kwaliteitsmanager tegen een salaris van € 2.743 bruto per uur exclusief vakantietoeslag. De heer [de directeur] is directeur van Augias Holding B.V., die op haar beurt directeur van Augias is.
[de werknemer] heeft zich op 4 mei 2023 ziekgemeld.
De bedrijfsarts heeft in de periodieke evaluatie van 25 mei 2023 gemeld, voor zover
hier van belang, dat [de werknemer] tijdelijk niet geschikt is voor eigen of aangepast werk door een
medische aandoening. Een en ander is werkgerelateerd. De bedrijfsarts heeft geconcludeerd
dat de werknemer niet in staat is tot direct communicatie met zijn werkgever om medische redenen en dat er wel per mail gecommuniceerd kan worden.. Hij heeft geadviseerd om binnen vier weken met elkaar in gesprek te gaan over een ontstane situatie op het werk: ‘Voor werknemer is dat van belang, eerder heeft hij geen mogelijkheden om te werken.’
Augias heeft geprobeerd een afspraak met [de werknemer] te maken voor 20 juni 2023. Dat is niet gelukt. [de werknemer] heeft niet gereageerd op de e-mails van Augias, ondanks de aanzegging van een loonstop. Per 13 juni 2023 heeft Augias de loonbetaling stopgezet. Op vervolg-e-mails van Augias heeft [de werknemer] niet gereageerd.
[de werknemer] heeft in een e-mailbericht van 21 juni 2023 aan [de directeur] uitgelegd dat het niet beantwoorden van de e-mails voortkwam uit een door hem ervaren toenemende spanning. [de werknemer] heeft verder gemeld - kort weergegeven - dat hij bezorgd is over de voortdurende wijzigingen in het rooster, het overschrijden van de afgesproken arbeidsuren en het niet respecteren van zijn roostervrije dag en het gebruik van een foto van hem voor commerciële doeleinden zonder zijn voorafgaande toestemming.
Augias heeft op 22 juni 2023 gereageerd en aangegeven, kort gezegd, dat zij meende
dat het (wel eens) werken op een roostervrije dag en het gebruik van foto's in overleg was
gegaan met [de werknemer] . Augias zou [de werknemer] alleen nog inzetten op de contracttijden en de
wens van [de werknemer] om de foto's niet meer te gebruiken, respecteren. Augias heeft de
loonstop opgeheven en voorgesteld om op 27 juni 2023 koffie te drinken op het kantoor van
Augias.
[de werknemer] heeft bij e-mailbericht van 27 juni 2023 gereageerd, kort gezegd, dat een
gesprek nog niet aan de orde is en dat hij op 4 juli 2023 een afspraak heeft bij de bedrijfsarts. Daarop heeft Augias vanaf 27 juni 2023 een nieuwe loonstop opgelegd.
De bedrijfsarts heeft in de periodieke evaluatie van 4 juli 2023 vastgesteld dat het de komende periode niet mogelijk is om met elkaar in gesprek te gaan. Er is geadviseerd tot
voorlopig minimaal contact tussen werkgever en werknemer door verergerende medische
klachten en intensieve behandelingen. [de werknemer] kan elke twee weken kortstondig per app laten weten hoe het gaat. De bedrijfsarts constateert ook: “Achteraf gezien was het gesprek met hem niet mogelijk door zijn medische conditie. Hij heeft zich aan mijn afspraak gehouden en zich gehouden aan het doel van het vorige verslag. In gesprek gaan met de werkgever met als doel om zijn kant van het verhaal te vertellen. Dit is vernam ik dus uiteindelijk per mail gebeurt.”
De loonbetaling is vanaf 4 juli weer hervat.
Op 18 augustus 2023 is [de werknemer] niet verschenen op het spreekuur van de
bedrijfsarts. Bij e-mailbericht van 22 augustus 2023 heeft Augias [de werknemer] gemeld dat hij op
de volgende dag op kantoor wordt verwacht voor een toelichting op deze ‘no show'. Ook wordt een loonstop opgelegd vanaf 18 augustus 2023.
[de werknemer] is op 23 augustus 2023 niet op gesprek verschenen waarna Augias hem o.a. via een WhatsAppbericht heeft gemeld dat de arbodienst een dag later een huisbezoek zal afleggen. Uit de rapportage van dit huisbezoek blijkt dat geen werkhervattingsafspraak kon worden gemaakt, maar dat [de werknemer] de volgende ochtend contact op zou nemen met ‘[de HR-functionaris] , HR’. Dat heeft [de werknemer] niet gedaan.
De bedrijfsarts heeft in de periodieke evaluatie van 13 september 2023
geconcludeerd, kort gezegd, dat er sprake is van ziekte en/of gebrek, maar dat zich geen situatie van ‘geen benutbare mogelijkheden’ voordoet. Er is geen onvermogen tot persoonlijk of sociaal functioneren. Re-integreren bij de eigen werkgever is echter niet herstelbevorderend vanwege een fors arbeidsconflict. De STECR Werkwijze dient gevolgd te worden, aldus de bedrijfsarts. Augias heeft in vervolg hierop [de werknemer] uitgenodigd voor een gesprek op 25 september 2023.
Daarna hebben de advocaten van [de werknemer] en Augias over de kwestie gecorrespondeerd. [de werknemer] heeft zich daarin op 21 september 2023 op het standpunt gesteld dat het advies van de bedrijfsarts inhield dat partijen in mediation zouden moeten. Tegelijk is de kanttekening geplaatst wat dat zou opleveren, omdat voorstelbaar is dat de verhoudingen zo zijn verstoord dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst geen zinnig doel is. De gebeurtenissen bevestigen het standpunt van [de werknemer] dat hij eigenlijk niets meer bij Augias te zoeken heeft, aldus zijn advocaat. Augias heeft een andere uitleg gegeven aan het advies van de bedrijfsarts, namelijk het in gesprek gaan met de werkgever. Zij heeft daarom aangedrongen op het door laten gaan van het gesprek op 25 september 2023, bij gebreke waarvan [de werknemer] (wederom) geen aanspraak zou hebben op loon.
Op 6 oktober 2023 is namens [de werknemer] de grondslag voor een loonstop betwist en is een beëindigingsvoorstel gedaan. Op een tegenvoorstel namens Augias en op verschillende vervolg-e-mails is door (de advocaat van) [de werknemer] niet meer inhoudelijk gereageerd. Ook is [de werknemer] niet ingegaan op een uitnodiging voor een gesprek op 31 oktober 2023, waarbij uitdrukkelijk werd aangeboden dat hij iemand mocht meenemen.
In een e-mailbericht van 28 november 2023 zowel naar [de werknemer] als naar zijn advocaat is namens Augias voorgesteld om de arbeidsovereenkomst te beëindigen of om op gesprek te komen. Augias heeft verder deze e-mail aangemerkt als een laatste waarschuwing ten aanzien van het weigerachtige gedrag van [de werknemer] , omdat de langdurige stopzetting van het loon geen effect heeft.
In een e-mailbericht van 30 november 2023 heeft Augias [de werknemer] opgeroepen voor
een gesprek op 4 december 2023 om de situatie te bespreken. Daarbij heeft Augias aangezegd dat de maatregel van ontslag op staande voet zal volgen als [de werknemer] niet alsnog
meewerkt. [de werknemer] is zonder bericht niet verschenen op 4 december 2023. Augias heeft [de werknemer] opnieuw uitgenodigd op 6 december 2023 en medegedeeld dat dit een allerlaatste kans is. Als [de werknemer] niet komt op 6 december 2023 zal Augias overgaan tot een ontslag op staande voet.
Bij brief van 6 december 2023 heeft Augias [de werknemer] op staande voet ontslagen:“De redenen voor dit ontslag op staande voet is als volgt. De bedrijfsarts adviseerde in september jl. dat we conform STECR moesten handelen. Dat brengt mee dat er contact nodig is en een afspraak om eventuele problemen op te lossen die zou ervaren. We hebben je zeer vaak getracht uit te nodigen voor een afspraak, maar je bent nooit gekomen. We hebben ook getracht contact te realiseren via onze advocaat met jouw advocaat, maar vanuit jouw advocaat komt vrijwel geen reactie.
We hebben je loon stop gezet, onder meer om te bewerkstelligen dat de afspraak alsnog zou
komen en/of er medewerking vanuit jouw kant zou volgen om over door jouw ervaren
problemen te spreken. Ook dit heeft tot niets geleid. Omdat een loonstop niet werkt, hebben
we je vorige week een laatste kans gegeven om afgelopen maandag te komen en gemeld dat
als je niet zou komen, dat ontslag op staande voet zou kunnen volgen. Ook hierop reageerde
je niet. Vervolgens hebben wij jouw een allerlaatste kans gegeven om te komen op kantoor,
vandaag om 14 uur. Opnieuw kom je niet en horen we niets. In de allerlaatste waarschuwing
hebben we uitdrukkelijk gemeld dat in dat geval ontslag op staande voet zal volgen.
Je reageert nergens op, komt niet op afspraken, je laat niets horen via je advocaat, ook niet
nadat wij je uitnodigen met de uitdrukkelijk laatste kans om te komen om jouw visie te geven op de situatie. (...)
De voorgaande feiten en omstandigheden leveren voor Augias elk afzonderlijk, maar zeker ook in onderlinge samenhang bezien, de dringende reden op in de zin van artikel 7:678 BW om je per direct (6 december 2023) op staande voet te ontslaan.”
Augias heeft eventueel openstaand loon en de eindafrekening verrekend met de vergoeding vanwege schadeplichtig ontslag, die [de werknemer] zou moeten betalen.