Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-01-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:281, 200.329.278
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-01-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:281, 200.329.278
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 21 januari 2025
- Datum publicatie
- 28 januari 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2025:281
- Zaaknummer
- 200.329.278
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Beroepsziekte. Aansprakelijkheid werkgever voor RSI-klachten. Tekortschieten in de zorgplicht.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.329.278
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht 8692477
arrest van 21 januari 2025
in de zaak van
EBN B.V.
die is gevestigd in Utrecht
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde
hierna: EBN
advocaat: mr. M.W.J. Ariëns
tegen
[geïntimeerde]
die woont in [woonplaats1]
die bij de kantonrechter optrad als eiser
hierna: [geïntimeerde]
advocaat: mr. J.G. Keizer
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
EBN heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, (hierna: de kantonrechter) op 30 juni 2021, 1 september 2021, 22 december 2021 en 8 maart 2023 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding in hoger beroep
- -
-
de memorie van grieven met producties
- -
-
de memorie van antwoord met producties
- -
-
akte van de kant van EBN met producties
- -
-
het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 21 augustus 2024 is gehouden waaraan een ter zitting ingebrachte productie van EBN is gehecht
- -
-
de akte uitlating productie aan de zijde van [geïntimeerde] .
Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen.
2 De kern van de zaak en het verloop van de procedure bij de kantonrechter
[geïntimeerde] is per 1 juli 2009 in dienst getreden bij EBN. [geïntimeerde] stelt dat hij in de uitoefening van die werkzaamheden schade heeft opgelopen bestaande uit blijvende nek-, schouder-, arm- en handklachten aan de rechterkant. Hij vordert een verklaring voor recht dat EBN op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aansprakelijk is voor de geleden en te lijden schade als gevolg van de gezondheidsklachten die zijn veroorzaakt door de omstandigheden waaronder hij heeft moeten werken.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 22 december 2021 een multidisciplinair deskundigenonderzoek gelast. In het eindvonnis van 8 maart 2023 heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat EBN aansprakelijk is voor de door [geïntimeerde] geleden en te lijden schade als gevolg van zijn RSI-klachten en dat deze klachten zijn veroorzaakt door de omstandigheden waaronder hij bij EBN heeft moeten werken.
EBN beoogt met het hoger beroep dat de vordering van [geïntimeerde] wordt afgewezen.
3 De vaststaande feiten
Het hof zal eerst de feiten vaststellen. Daarin citeert het hof uitvoerig uit het deskundigenbericht en de berichten van de medisch adviseurs van EBN en [geïntimeerde] . Dat doet het hof omdat het debat in hoger beroep voor een groot deel is gestoeld op de inhoud van die berichten. Het hof zal de nek-, schouder-, arm- en handklachten die [geïntimeerde] stelt te ondervinden afwisselend aanduiden als RSI-klachten, overbelastingsklachten en als nek-, schouder-, arm- en handklachten. Die klachten worden in de verschillende stukken ook wel aangeduid als KANS- of CANS-klachten en als een overbelastingsyndroom. Daarmee wordt hetzelfde bedoeld.
[geïntimeerde] (geboren [in] 1962) is op 1 juli 2009 in dienst getreden bij EBN. De laatst door hem beklede functie was die van senior reporting & control specialist. [geïntimeerde] droeg zorg voor de samenstelling van alle voorkomende (financiële) rapportages op EBN-totaalniveau aan de manager accounting & reporting. Zijn laatstverdiende salaris bedroeg € 6.946,35 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
[geïntimeerde] is geboren met een congenitaal reductiedefect links (ectrodactylie-fibula aplasie, hierna: het EFA-syndroom). Dit houdt in dat zijn beide onderbenen en linkerhand gebrekkig zijn aangelegd. Hij loopt met protheses aan beide benen. Hij kan per dag maximaal een uur lopen. Door de gebrekkige aanleg van zijn linkerhand is hij functioneel grotendeels eenhandig.
In een gespreksverslag van een gesprek op 13 maart 2015 tussen [geïntimeerde] en zijn leidinggevende [de leidinggevende] met als onderwerp ‘non performance’ staat onder meer:“(...) Sinds 5 maanden ben ik aangesteld als Manager Accounting & Reporting en ik heb deze maanden tot mijn grote teleurstelling moeten constateren dat je functioneren niet goed is. (...) De boodschap in mijn gesprek met jou was dan ook dat ik dit gedrag en dit niveau van een medewerker, die in functieniveau als mijn rechterhand zou moeten kunnen functioneren, niet accepteer. Natuurlijk wil ik je de ruimte geven om dit te verbeteren en om je te ontwikkelen in kennis en kunde. We hebben dan ook afgesproken dat je de komende dagen gaat nadenken wat jij nodig hebt om je performance te verbeteren. EBN is zoals je weet altijd bereid te investeren in haar medewerkers. Wij hebben een nieuwe afspraak gepland op donderdag 19 maart as. Ik hoor dan graag van jou hoe je het wilt aanpakken en hoe ik je daarbij kan helpen. Want je zal je functioneren op bovenstaande niveaus echt moeten verbeteren binnen afzienbare termijn. (...)”
[geïntimeerde] is op 8 april 2015 naar zijn huisarts gegaan. In het huisartsenjournaal staat bij die datum:“S Muis arm? Dhr werkt 9-10 uur per dag achter beeldscherm en heeft de laatste 8 maanden last van brandend gevoel in vingers, onderarm, binnenzijde bovenarm en soms nek. Ook soms last van tintelingen. Is bang voor RSI aan re arm gda, schoudergewricht gb, epcondylen niet pijnlijk, pols gb, Tinell-, Phalen-E RSI.P adv naar fysio en afspraak maken bij bedrijfsartsC uitgaand [fysiotherapeut – overig] (...)”
[geïntimeerde] heeft op 13 april 2015 aan [de leidinggevende] gemaild:“Ik heb vanmorgen gesproken met [naam1] en heb haar geïnformeerd over mijn muisarm/RSI klachten. [naam1] gaat contact zoeken met de bedrijfsarts ( [naam2] van ARBO butler) en zal deze met mij in contact brengen. Vervolgens wil ik je aangeven dat ik morgen later kom omdat ik eerst langs de fysiotherapeut ga.”
[geïntimeerde] is op 14 april 2015 naar de fysiotherapeut gegaan. De fysiotherapeut schrijft op 12 mei 2015 aan de huisarts:“(...) Conclusie/fysiotherapeutische diagnose:KANS klachten re arm, sinds 1⁄2 jaar. ernstige beperkingen in participatie (werk). (...)”
[geïntimeerde] is door zijn huisarts op 20 april 2015 verwezen naar revalidatiecentrum De Hoogstraat. Revalidatiearts [naam3] heeft op 17 juli 2015 het intakeverslag van 22 mei 2015 gestuurd aan de huisarts van [geïntimeerde] . Daarin staat onder andere:“(...) Bespreking/Conclusie:52 jarige man bekend met ectrodactylie links en fibula aplasie links en rechts. Nu belastingsafhankelijke arm- en handklachten rechts, passend bij RSI, deels belastingsafhankelijke pijnklachten met vragen op het gebied van werk, computergebruik en huishouden. (...)”
Op 21 en 22 april 2015 heeft een mailwisseling plaatsgevonden tussen [de leidinggevende] en [geïntimeerde] waarin [de leidinggevende] aan [geïntimeerde] schrijft:“Ik heb in mijn hele carrière bij EY nooit meegemaakt dat het leveren van stukken voor een subsequent event review meer dan een halve dag in beslag neemt. Ongelofelijk. Er was niks in de lijst (die jij gisteren avond hebt gekregen) moeilijk was om te leveren, wat nog niet beschikbaar was kon makkelijk door iets anders vervangen worden met een beetje creativiteit. (...) Graag je volledige aandacht en inzet erin!”Na uitleg van [geïntimeerde] schrijft [de leidinggevende] :“(...) Dat zijn weer excuses. Mijn punt is, het duurt veel te lang en het is niet eens moeilijk.”Na een reactie van [geïntimeerde] schrijft [de leidinggevende] :“Arbo dienst afspraak is belangrijk natuurlijk maar voor 10 uur had je al 2 uur de tijd om de belangrijke zaken zelf te verzamelen en de vragen naar de verschillende mensen kunnen doorzetten met de nadruk dat het uiterlijk om 11 uur een antwoord op moest (...).”3.10. Op 22 april 2015 heeft een onderzoek naar de werkplek van [geïntimeerde] plaatsgevonden door ENRGY. In het rapport staat:“1. DoelstellingDe inventarisatie en werkplekinstelling hebben als doel een optimale ergonomische werkplek voor het individu te creëren, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige fysieke klachten. Om de werkplek zo optimaal mogelijk in te kunnen stellen vind er voorafgaand aan het werkplekonderzoek een vraaggesprek plaats. Op deze manier krijgt de ergonoom (met een fysiotherapeutische achtergrond) een goed inzicht in de gezondheidsklachten en andere bijzonderheden van het individu en kan zo advies op maat leveren.Het ontstaan van werk gerelateerde klachten is van meer factoren afhankelijk dan van de werkplek alleen. Kleine ergonomische onvolkomenheden en voornamelijk een opeenstapeling hiervan kunnen een werkplek onveilig en ongezond maken. Deze kleine onvolkomenheden zijn echter veelal eenvoudig te verhelpen. (...)2. Medisch Werkplekonderzoek(...)Het betreft de inventarisatie van de werkplek, waarbij het meubilair, de computerunit, de werkhouding en omgevingsfactoren zijn beoordeeld op hun ergonomische kwaliteit en de huidige ARBO-eisen voor beeldschermwerkplekken.Tevens is een inschatting gemaakt van de huidige fysieke klachten van de werknemer en de invloed van werkplek en werkfactoren hierop. Op basis van de conclusies die voortkomen uit deze inventarisatie, brengt ENRGY advies uit betreffende eventuele aanpassingen en/of actiepunten. Van belang is dat de conclusies en het overzicht gebruikt worden wanneer er veranderingen in de werkomgeving in het vooruitzicht liggen. Klachteninventarisatie* De heer [geïntimeerde] heeft een fysieke beperking in zijn rechter bovenste extremiteit. (Nek, schouder arm en hand);* De klachten zijn met name aanwezig bij langdurig gebruik van de muis.* De heer heeft zelf al actie ondernomen om met een medisch professional naar het klachtenbeeld te kijken. * De heer is bekend met een aangeboren fysieke beperkingen aan zijn linker bovenste extremiteit, waardoor het van groot belang is dat de rechterzijde geen uitval gaat vertonen.3. Bureaustoel (...) Conclusies:De bureaustoel voldoet wel aan de NEN-normering en ARBO-eisen en is optimaal instelbaar.ENRGY adviseert:* De armleuningen van de stoel zijn te lang, waardoor de heer [geïntimeerde] niet goed kan aanschuiven. Er is momenteel een oplossing bedacht door de armleuningen ver naar binnen te draaien. De heer gaat dit uittesten en laat Enrgy weten hoe dit gaat. Mocht dit niet werkzaam zijn dan is het raadzaam om een andere stoel voor de heer [geïntimeerde] aan te schaffen.* De stoel is opnieuw ingesteld voor de heer [geïntimeerde] rekening houdend met het klachtenbeeld.* Enrgy raadt aan om de instellingen te behouden zoals deze zijn ingesteld en geen collega’s op de stoel te laten zitten.* De zitting hoogte is ingesteld op 52 centimeter en de armleuningen moeten ingesteld blijven op een hoogte van 71 centimeter.4. Bureau(...) ConclusiesHet bureau voldoet wel aan de NEN-normering en ARBO-eisen en is optimaal instelbaar.
ENRGY adviseert: * De hoogte van het bureau moet worden aangepast naar een hoogte van 71 centimeter.