Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3244, 200.332.099
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3244, 200.332.099
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 mei 2025
- Datum publicatie
- 10 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2025:3244
- Zaaknummer
- 200.332.099
Inhoudsindicatie
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.332.099
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen 9351091
arrest van 27 mei 2025
in de zaak van
[appellant]
die woont in [woonplaats1] (Litouwen)
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als verzoekende partij
hierna: [appellant]
advocaat: mr. S.B.W. du Plessis
tegen
1 Stichting GGNET
die is gevestigd in Warnsveld
hierna: GGNet
2. Onderlinge waarborgmaatschappij Centramed B.A.
die statutair is gevestigd in Den Haag
hierna: Centramed
die ook voorwaardelijk hoger beroep hebben ingesteld
en bij de kantonrechter optraden als verwerende partijen
advocaat: mr. M.J.J. de Ridder.
1 De procedure in hoger beroep
[appellant] heeft bij dagvaarding van 22 augustus 2023 hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van 18 oktober 2021 en van 21 december 2021 van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, (hierna: de kantonrechter) in de deelgeschilprocedure tussen partijen. [appellant] heeft dit gedaan nadat de kantonrechter in Zutphen het verzoek van [appellant] tot het mogen instellen van tussentijds hoger beroep tegen deze beschikkingen bij vonnis van 7 juni 2023 had toegewezen. GGNet en Centramed hebben ook (voorwaardelijk) hoger beroep ingesteld.
Het procesdossier in hoger beroep bestaat uit de volgende stukken:
- -
-
De tussenbeschikking van 18 oktober 2021 en de eindbeschikking van 21 december 2021 van de kantonrechter in de deelgeschilprocedure, de dagvaarding van 8 mei 2023 in de bodemprocedure met de in al deze uitspraken genoemde stukken en het vonnis van 7 juni 2023 van de kantonrechter
- -
-
de dagvaarding in hoger beroep
- -
-
de memorie van grieven
- -
-
de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep met producties
- -
-
de memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, tevens akte uitlaten producties
- -
-
het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 29 januari 2025 is gehouden.
Partijen hebben het hof gevraagd arrest te wijzen. Dat is dit arrest.
2 Kern van de zaak
Tussen partijen heeft een arbeidsovereenkomst bestaan. [appellant] is op het werk op enig moment aangevallen door een patiënt en heeft daardoor letsel opgelopen. [appellant] stelt als gevolg van het geweldsincident schade te hebben geleden, dat GGNet als zijn toenmalige werkgever daarvoor aansprakelijk is en vindt dat zij en Centramed, als haar AVB-verzekeraar, zijn schade moeten vergoeden. GGNet wijst aansprakelijkheid van de hand en verwijst naar het finale kwijtingsbeding in de tussen GGNet en [appellant] gesloten vaststellingsovereenkomst en zij en Centramed betwisten voorts – kortgezegd – dat GGNet haar zorgplicht heeft geschonden, dan wel dat zij gehouden is de schade te vergoeden alleen al omdat zij de schade niet heeft kunnen voorkomen.