Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3244, 200.332.099

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3244, 200.332.099

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 mei 2025
Datum publicatie
10 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2025:3244
Zaaknummer
200.332.099

Inhoudsindicatie

Werkgeversaansprakelijkheid. 7:658 BW en 7:611 BW. Hoger beroep deelgeschil. 1019bb Rv. Zorgplichtschending niet in causaal verband met schade.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.332.099

zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen 9351091

arrest van 27 mei 2025

in de zaak van

[appellant]

die woont in [woonplaats1] (Litouwen)

die hoger beroep heeft ingesteld

en bij de kantonrechter optrad als verzoekende partij

hierna: [appellant]

advocaat: mr. S.B.W. du Plessis

tegen

1 Stichting GGNET

die is gevestigd in Warnsveld

hierna: GGNet

2. Onderlinge waarborgmaatschappij Centramed B.A.

die statutair is gevestigd in Den Haag

hierna: Centramed

die ook voorwaardelijk hoger beroep hebben ingesteld

en bij de kantonrechter optraden als verwerende partijen

advocaat: mr. M.J.J. de Ridder.

1 De procedure in hoger beroep

1.1.

[appellant] heeft bij dagvaarding van 22 augustus 2023 hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van 18 oktober 2021 en van 21 december 2021 van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, (hierna: de kantonrechter) in de deelgeschilprocedure tussen partijen. [appellant] heeft dit gedaan nadat de kantonrechter in Zutphen het verzoek van [appellant] tot het mogen instellen van tussentijds hoger beroep tegen deze beschikkingen bij vonnis van 7 juni 2023 had toegewezen. GGNet en Centramed hebben ook (voorwaardelijk) hoger beroep ingesteld.

1.2.

Het procesdossier in hoger beroep bestaat uit de volgende stukken:

-

De tussenbeschikking van 18 oktober 2021 en de eindbeschikking van 21 december 2021 van de kantonrechter in de deelgeschilprocedure, de dagvaarding van 8 mei 2023 in de bodemprocedure met de in al deze uitspraken genoemde stukken en het vonnis van 7 juni 2023 van de kantonrechter

-

de dagvaarding in hoger beroep

-

de memorie van grieven

-

de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep met producties

-

de memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, tevens akte uitlaten producties

-

het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 29 januari 2025 is gehouden.

Partijen hebben het hof gevraagd arrest te wijzen. Dat is dit arrest.

2 Kern van de zaak

Tussen partijen heeft een arbeidsovereenkomst bestaan. [appellant] is op het werk op enig moment aangevallen door een patiënt en heeft daardoor letsel opgelopen. [appellant] stelt als gevolg van het geweldsincident schade te hebben geleden, dat GGNet als zijn toenmalige werkgever daarvoor aansprakelijk is en vindt dat zij en Centramed, als haar AVB-verzekeraar, zijn schade moeten vergoeden. GGNet wijst aansprakelijkheid van de hand en verwijst naar het finale kwijtingsbeding in de tussen GGNet en [appellant] gesloten vaststellingsovereenkomst en zij en Centramed betwisten voorts – kortgezegd – dat GGNet haar zorgplicht heeft geschonden, dan wel dat zij gehouden is de schade te vergoeden alleen al omdat zij de schade niet heeft kunnen voorkomen.

3 De verzoeken aan en de beslissing van de kantonrechter

4 De vorderingen bij en de beslissing van het hof

5 De motivering van de beslissing in hoger beroep

1 Visie en uitgangspunten ten aanzien van agressie en geweld in GGNet

2 Omgaan met agressie en geweld

6 De beslissing