Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:4799, 200.336.648/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:4799, 200.336.648/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 juli 2025
- Datum publicatie
- 5 augustus 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2025:4799
- Zaaknummer
- 200.336.648/01
Inhoudsindicatie
Arbeidszaak. Werknemer is niet aansprakelijk voor schade aan laptop werkgever. Uitbetaling vakantiedagen. Werkgever mag tegenbewijs leveren tegen voorshands aangenomen aanspraak op betaling van een (gedeeltelijke) 13e maand.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.336.648/01
zaaknummer rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle 10370864
arrest van 29 juli 2025
in de zaak van
ATSnl B.V. als rechtsopvolgster onder algemene titel van MEBA Beveiligingen B.V.,
die is gevestigd in Dedemsvaart,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna: MEBA,
advocaat: mr. M. Walvius te Hoogeveen,
tegen
[geïntimeerde] ,
die woont in [woonplaats1] ,
en bij de kantonrechter optrad als eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. A.M. [naam1] te Utrecht.
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
Na het arrest van 6 augustus 2024 heeft op 20 mei 2025 een enkelvoudige mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.
2 De kern van de zaak
In hoger beroep gaat deze zaak nog over de vragen of [geïntimeerde] recht heeft op uitbetaling van 15 niet-genoten vakantiedagen (met een financiële waarde van € 2.860,08 bruto) en op een (gedeeltelijke) 13e maand over 2020 (met een financiële waarde van € 2.842,80). Verder is nog in geschil of [geïntimeerde] tegenover MEBA aansprakelijk is voor schade die MEBA stelt te hebben geleden als gevolg van de wijze waarop [geïntimeerde] zijn laptop bij MEBA heeft ingeleverd.
Het hof is van oordeel dat [geïntimeerde] recht heeft op uitbetaling van 15 niet-genoten vakantiedagen en dat [geïntimeerde] niet aansprakelijk is voor (mogelijke) schade vanwege de laptop. Het hof zal die beslissingen aanhouden in afwachting van de levering van tegenbewijs door MEBA tegen de voorshands voor juist gehouden stelling dat partijen als arbeidsvoorwaarde zijn overeengekomen dat [geïntimeerde] over ieder gewerkt (deel van een) jaar recht heeft op betaling van een (pro rata) 13e maand, onafhankelijk van de bedrijfsresultaten van MEBA.
Na de feiten te hebben opgesomd, zal het hof uitleggen op grond van welke argumenten het hof tot dit oordeel is gekomen.
3 De feiten
MEBA is een beveiligingsbedrijf. Per 1 januari 2020 zijn de aandelen van MEBA overgenomen door de holding van [naam1] (hierna: [naam1] ). Voorheen was [naam2] enig aandeelhouder en de bestuurder van MEBA. Vanaf de aandelenovername is [naam1] bestuurder van MEBA. MEBA is op 26 juni 2023 door fusie opgegaan in ATS.nl B.V. waarvan [naam1] ook de bestuurder is.
[geïntimeerde] heeft van 2012 tot 1 oktober 2021 bij MEBA gewerkt als servicemonteur beveiligingsinstallaties. Vanaf 1 oktober 2021 werkt [geïntimeerde] bij een concurrent van MEBA.
[geïntimeerde] beschikt over een document van MEBA gedateerd 22 september 2017 met het opschrift “Betreft: Toekomstige aanvullende arbeidsvoorwaarden”. Het document luidt, voor zover hier van belang:
“
(...)
13e maand Als extra beloning voor de inzet en betrokkenheid wordt in december een 13e maand uitbetaald. We zien dit ook als extra voor het komende werkjaar. Mocht een collega in het volgende werkjaar vertrekken, dan wordt de 13e maand naar rato terugbetaald. De periode voor het vervolgjaar loopt dan van 1 januari tot januari.”
[geïntimeerde] heeft het document niet voor akkoord retour gestuurd.
In notulen van een werkoverleg van MEBA van 19 oktober 2017 staat, voor zover hier van belang: “13e maand wordt ingevoerd per november 2017. Deze wordt naar rato terugbetaald mocht iemand binnen 12 maanden uit dienst gaan van 1-dec tot 1-dec.”
MEBA heeft in 2017, 2018 en 2019 aan haar werknemers een 13e maand aan loon uitbetaald.
Tijdens zijn vakantie heeft [geïntimeerde] in een brief van 1 augustus 2021 met inachtneming van een opzegtermijn van een maand zijn arbeidsovereenkomst met MEBA opgezegd per 30 september 2021. Die brief luidt verder, voor zover hier van belang: “Ik wil u er ook op attenderen dat ik onbenutte verlofdagen heb die ik wil opnemen en resterende dagen uitbetaald zie worden.
Ik maak graag met u een afspraak over het inleveren van de bedrijfseigendommen. Daarnaast verzoek ik u mij binnen 30 dagen na het einde van mijn arbeidscontract de eindafrekening te sturen.”
Een collega van [geïntimeerde] heeft op dezelfde dag eveneens ontslag genomen.
Op 3 augustus 2021 heeft [naam1] schriftelijk de ontvangst van de opzegging bevestigd. De brief luidt verder, voor zover hier van belang: “Omdat er geen motivatie is gegeven voor de aanleiding om tot het ontslag te komen krijg ik hier een zeer vreemd gevoel over en wordt ik gedwongen om jou per direct vrij te stellen van werk en wordt jou de toegang tot het bedrijfsgebouw per direct ontzegd. Ik wil je er wel aan herinneren dat er tot en met 30-09-2021 nog steeds een arbeidsovereenkomst bestaat tussen jou en MEBA (...).”
Op 23 en 25 augustus 2021 heeft [geïntimeerde] de laptop van MEBA die hij voor zijn werk gebruikte teruggezet naar de fabrieksinstellingen en daarop een schone versie van het besturingsprogramma Windows geïnstalleerd. [geïntimeerde] heeft daarbij meer dan 10.000 bestanden van de laptop verwijderd, zowel privé-bestanden als bedrijfsbestanden.
In een sms-bericht van 9 september 2021 heeft [naam3] , bedrijfsleider bij MEBA, aan [geïntimeerde] laten weten: “Ik graag jouw en [naam4] [de collega die ook ontslag had genomen, hof] morgen om 14.00 uur graag op de zaak spreken. Tevens laptop en tablet meenemen, deze gaan wij weer inzetten.”
Op 10 september 2021 heeft [geïntimeerde] de laptop en tablet van MEBA ingeleverd. Die dag heeft ook een gesprek tussen [geïntimeerde] en MEBA plaatsgevonden, waarin MEBA [geïntimeerde] een brief heeft voorgelegd, die [geïntimeerde] niet heeft ondertekend. In die brief staat, voor zover hier van belang: “(...) Deze vrijstelling van werk wordt per direct ingetrokken. Dit houdt in dat er van (...) [geïntimeerde] per 10 september 2021 wordt verwacht dat hij weer aan het werk gaat. Doordat er een onhoudbare situatie is ontstaan, is overeengekomen dat (...) [geïntimeerde] zijn vrije dagen gaat opnemen tot en met 30 september 2021. Totaal gaat het dan om 15 verlofdagen. ”
In oktober 2021 heeft MEBA de eindafrekening opgemaakt waarin 264 openstaande vakantie-uren zijn meegenomen (na de inhouding van de hiervoor bedoelde 15 verlofdagen). Die 264 uren zijn [geïntimeerde] uitbetaald.