Home

Gerechtshof Den Haag, 22-10-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2681, 200.236.996/01

Gerechtshof Den Haag, 22-10-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2681, 200.236.996/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 oktober 2019
Datum publicatie
30 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2019:2681
Zaaknummer
200.236.996/01

Inhoudsindicatie

Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden na fusie (afschaffing salaristoeslagen met afbouwregeling). Ktr en hof honoreren bezwaren werknemers tegen wijziging. Toepasselijke maatstaf. Artt. 6:248.2 BW; 7:611 BW.

Uitspraak

afdeling civiel recht

zaaknummer : 200.236.996/01

zaaknummer rechtbank Den Haag : 6031847 / CV EXPL 17-2495

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 oktober 2019

inzake

GOUDSE VERZEKERINGEN SERVICES B.V.,

gevestigd te Gouda,

appellante in principaal beroep,

geïntimeerde in incidenteel beroep,

advocaat: mr. N. Bakker te Rotterdam,

tegen

1 [geïntimeerden 1 t/m 18]

geïntimeerden in principaal beroep,

appellanten in incidenteel beroep,

advocaat: mr. R.A. Severijn te Utrecht voor geïntimeerden in principaal beroep,

appellanten in incidenteel beroep 1 t/m 4,

mr. J.R. Berculo te Utrecht voor geïntimeerden in principaal beroep,

appellanten in incidenteel beroep 5 t/m 18.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna aangeduid als Goudse en de werknemers.

Goudse is bij dagvaardingen van respectievelijk 27, 28 en 29 maart 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag (zittingsplaats Gouda) van 11 januari 2018, gewezen tussen de werknemers als eisers en Goudse als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met producties;

- memorie van antwoord tevens memorie van grieven in het incidenteel appel, met producties,

- memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in incidenteel appel,

- memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.

Partijen hebben ter zitting van 6 september 2019 hun standpunten doen toelichten, Goudse door mr. J.H. Even, advocaat te Rotterdam, en de werknemers door mrs. Severijn en Berculo, allen aan de hand van pleitaantekeningen die aan het hof zijn overgelegd. De werknemers hebben bij die gelegenheid nadere stukken in het geding gebracht.

Ter zitting hebben partijen het hof bevestigd dat al hetgeen in het hoger beroep van Goudse en de werknemers 1 t/m 4 gesteld, aangevoerd en overgelegd is, ook in het hoger beroep van Goudse en de werknemers 5 t/m 18 als gesteld, aangevoerd en overgelegd heeft te gelden en omgekeerd. Voorts is ter zitting met partijen besproken dat het procesdossier in eerste aanleg bestaat uit de in het vonnis onder 1 opgesomde stukken en dat daarvan niet deel uitmaken de pleitnotities van de werknemers en de akte uitlaten voortprocederen.

Ten slotte is arrest gevraagd.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2 (2.1 t/m 2.11) de feiten opgesomd die hij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.

Het gaat in deze zaak om het volgende.

De werknemers zijn allen in dienst bij Goudse en waren daarvoor in dienst bij dochters van ING Verzekeringen N.V., namelijk diverse Tiel Utrecht vennootschappen (hierna: TU vennootschappen of TU). In 2001 heeft Goudse de aandelen in deze TU vennootschappen gekocht. In het kader van de aandelenoverdracht is op 16 januari 2001 een fusieprotocol overeengekomen tussen Goudse, TU en diverse vakverenigingen. Daarin zijn verschillende gevolgen geregeld van de overgang van arbeidsvoorwaarden van werknemers van TU naar Goudse. In het protocol is onder meer een compensatie opgenomen voor de TU werknemers voor het verlies van een specifieke winstuitkering die zij ontvingen (de zogeheten WEP/WING-toeslag). Volgens het protocol werd deze compensatie in het maandsalaris ingebouwd. Voorts is de pensioenregeling van de TU werknemers overgedragen aan het pensioenfonds van Goudse. Verschillen werden gecompenseerd door een extra prepensioenregeling en later (vanaf 2006) door middel van een surplusregeling. Per 1 januari 2015 is voor werknemers van Goudse een nieuwe cao gesloten. Onderdeel daarvan is de afschaffing van de Flexibele Aanvullingsregeling (FAR) en de aanvullende FAR-regeling. Goudse heeft met de vakbonden onderhandeld over de afbouw van de WEP/WING-toeslag en de surplusregeling (hierna samen ook: de toeslagen). De bonden zijn uiteindelijk niet bereid geweest een overeenkomst met Goudse aan te gaan. Goudse heeft met haar Ondernemingsraad overlegd over een versobering van de arbeidsvoorwaarden van haar werknemers. De Ondernemingsraad heeft in algemene zin de noodzaak om te komen tot een versobering onderschreven. Goudse heeft aan de TU werknemers diverse voorstellen gedaan omtrent een (geleidelijke) afschaffing van de toeslagen. Uiteindelijk heeft een zeer aanzienlijke groep (110 van de 154 werknemers) van hen het laatste verbeterde voorstel van Goudse geaccepteerd. Goudse heeft per 1 januari 2016 de uitbetaling van de toeslagen gestopt, onder gelijktijdige toepassing voor alle TU werknemers van een afbouw-/overgangsregeling. In de arbeidsovereenkomst van de voormalige TU medewerkers is niet een eenzijdig wijzigingsbeding als bedoeld in artikel 7:613 BW opgenomen.

3 Beoordeling

4 Beslissing