Gerechtshof Den Haag, 24-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:472, 200.264.961/01
Gerechtshof Den Haag, 24-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:472, 200.264.961/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 maart 2020
- Datum publicatie
- 24 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:472
- Zaaknummer
- 200.264.961/01
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht, WOR, instemmingsrecht ondernemingsraad, verzoek vervangende instemming. Voorgenomen besluit om het beoordelingssysteem te wijzigen. Het besluit van de OR om geen instemming te geven is onredelijk
Uitspraak
Zaaknummer : 200.264.961/01
Zaaknummer rechtbank : 7552661 RP VERZ 19-50097
beschikking van 24 maart 2020
inzake
De (gemeenschappelijke) ondernemingsraad van DXC Technology B.V. en iSoft Nederland B.V.,
kantoorhoudende te Rijswijk,
verzoeker in beroep,
hierna te noemen: de GOR,
advocaat: mr. S.F.H. Jellinghaus, te Tilburg,
tegen
1 DXC Technology B.V.,
2. iSoft Nederland B.V.,
beide gevestigd te Rijswijk,
verweersters in beroep,
hierna te noemen: DXC (enkelvoud),
advocaat: mr. M.J.G.M. Lamers, te Amsterdam.
1 Het verloop van het geding
Op 27 augustus 2019 heeft het hof een beroepschrift met producties van de GOR ontvangen. De GOR gaat in beroep van de tussen partijen gegeven beschikking van 27 mei 2019 door de kantonrechter te Den Haag (hierna: de kantonrechter). In het beroepschrift heeft de GOR vijftien grieven (tweemaal grief 11) tegen die beschikking aangevoerd en toegelicht. Ook heeft de GOR een incidenteel verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad gedaan.
DCX heeft op 18 december 2019 een verweerschrift met een productie ingediend.
Vervolgens heeft op 7 februari 2020 een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de advocaten van partijen de zaak nader hebben toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. Partijen hebben daarnaast vragen van het hof beantwoord. Het van de zitting opgemaakte proces-verbaal bevindt zich bij de stukken.
De beschikking is bepaald op heden.
2 Inleiding
De kantonrechter heeft in rov. 2.1 – 2.3 de feiten vastgesteld. Met grief 1 klaagt de GOR dat deze feitenvaststelling onvolledig is. Wat hier ook van zij, deze grief kan niet tot vernietiging van de bestreden beschikking leiden omdat de kantonrechter slechts gehouden was de feiten vast te stellen die hij voor zijn beschikking noodzakelijk achtte.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) DXC heeft op 30 oktober 2018 aan de GOR instemming gevraagd ter zake van twee voorgenomen besluiten.
-
Het eerste voorgenomen besluit betreft de invoering van het DXC performance management systeem voor de medewerkers die op dat moment nog onder het ISHI performance management systeem vielen.
-
Het tweede voorgenomen besluit betreft de invoering van het DXC performance rating systeem.
(ii) Over het eerste voorgenomen besluit vermeldt de instemmingsaanvraag onder meer het volgende:
“ Achtergrond en inhoud
DXC heeft het voornemen om te komen tot een geïntegreerd performance management systeem voor DXC. Op dit moment kent de iSoft organisatie het ISHI performance management systeem wat voornamelijk handmatig uitgevoerd wordt.
In toenemende mate worden teams geïntegreerd en zijn medewerkers uit de verschillende entiteiten werkzaam in hetzelfde team onder dezelfde manager. DXC is van mening dat het belangrijk is om zijn medewerkers op een uniforme wijze te beoordelen en streeft daarom naar een uniform performance management systeem.
Voordelen invoering DXC performance management systeem
Het DXC performance management systeem is gebaseerd op dezelfde pijlers als het ISHI performance management systeem. Het grote voordeel van het DXC systeem is dat alle administratieve handelingen in Workday worden uitgevoerd, tot en met de ondertekening door manager en medewerker toe. Dit scheelt enorm in de administratieve last voor de manager, medewerker en HR die het ISHI systeem met zich meebrengt. Daarnaast is het voor internationale managers makkelijker om hun beoordeling met de medewerker te doen.
Een ander voordeel van het DXC systeem is dat de medewerker via, een overigens niet verplichte zelf evaluatie, makkelijk peers en collega’s kan vragen om input te leveren op de beoordeling.
(…)”
(iii) Over het tweede voorgenomen besluit vermeldt de instemmingsaanvraag onder meer het volgende:
“Achtergrond en inhoud
(…)
In de Healthcare organisatie zijn zowel medewerkers werkzaam met een iSoft als een DXC arbeidsovereenkomst. DXC is van mening dat het belangrijk is om medewerkers op een uniforme wijze te beoordelen en streeft daarom naar een uniform performance management systeem. Zeker omdat in toenemende mate teams worden geïntegreerd en medewerkers uit de verschillende entiteiten werkzaam zijn in hetzelfde team onder dezelfde manager.
De wijziging in de rating systematiek komt voort uit bovenstaand voornemen om te komen tot een geïntegreerd performance management systeem voor DXC (…).
ISHI rating beschrijving
NVT |
1 slecht |
2 matig |
3 voldoende |
4 goed |
5 uitstekend |
Geen mogelijkheid om functioneren te beoordelen |
Functioneren is onvoldoende; sterke verbetering is noodzakelijk |
Functioneren voldoet niet geheel aan de verwachtingen; (enige) verbetering noodzakelijk |
Functioneren is naar verwachting |
Functioneren is op sommige gebieden boven verwachting en voor het overige naar verwachting |
Functioneren overstijgt de verwachtingen op alle gebieden |
Nieuwe performance ratings en beschrijvingen
Overall performance rating |
‘What’ (goals) |
‘How’ (CLEAR values) |
1. Exceeds All Expectations |
Surpasses performance expectations, resulting business impact. |
Sets example for others in demonstrating DXC CLEAR Values. |
2. Meets All and Exceeds Some Expectations |
Meets and may occasionally exceed performance expectations, resulting in significant contributions to the organization. |
Consistently demonstrates DXC CLEAR Values. |
3. Meets Most Expectations |
Meets most performance expectations, making a contribution to the organization. |
Consistently demonstrates DXC CLEAR Values. |
4. Does Not Meet Expectations |
Does not meet performance expectations, resulting in contributions to the organization that are considerably below targets. |
May exhibit notable deficiencies in demonstrating DXC CLEAR Values. |
Voordelen invoering DXC rating systeem
In de huidige ISHI systematiek dient voor medewerkers met een 1 of 2 rating een Performance Improvement Plan opgesteld te worden. In de DXC systematiek geldt dat alleen voor medewerkers met een 4 rating.
De 1 en 2 ratings in het ISHI systeem kunnen samengevoegd worden tot de 4 rating binnen het DXC rating systeem. De overige beschrijvingen van rating 3 t/m 5 (ISHI) en 1 t/m 3 (DXC) zijn min of meer gelijkwaardig.
Voordeel van overgang naar het DXC systeem is dat alle administratieve handelingen in Workday worden uitgevoerd. Dit scheelt enorm in de administratieve last voor de manager, medewerker en HR die het ISHI systeem met zich meebracht. Daarnaast is het voor internationale managers makkelijker om hun beoordeling met de medewerker te doen aangezien zij voornamelijk bekend zijn met de DXC systematiek.
(…)”
(iv) Op 29 november 2018 hebben DXC en de GOR een overlegvergadering gehad over de instemmingsaanvragen. Bij e-mails van 21 december 2018 heeft de GOR laten weten niet in te stemmen met de voorgenomen besluiten.
-
Wat betreft het eerste voorgenomen besluit stelt de GOR zich op het standpunt dat het performance management niet als een losstaand item gezien kan worden doch onderdeel is van de gehele IHSI-beoordelingssystematiek en individuele salarisverhoging. DXC is de afgelopen jaren in gebreke gebleven met de reservering van budget voor de uitkomst van de jaarlijkse beoordelingsronde. In de instemmingsaanvraag wordt hierop op geen enkele wijze ingegaan. Door het ontbreken van budget komt het nut en noodzaak van beoordelen te vervallen. De GOR schrijft dat DXC met een uitgewerkt voorstel moet komen, waarbij budget “randvoorwaardelijk” is. Verder is de GOR van mening dat de huidige aanvraag onvolledig is en dat de rating niet als separaat onderwerp in behandeling kan worden genomen.
-
Wat betreft het tweede voorgenomen besluit heeft de GOR een tegenvoorstel gedaan dat inhoudt dat een medewerker wordt beoordeeld op een vijfpuntsschaal conform het ISHI-model. Deze beoordeling wordt dan op de volgende wijze omgezet naar de vierpuntsschaal van DXC: DXC-1 = ISHI-4 en ISHI-5; DXC-2 = ISHI-3; DXC-3 = ISHI-2 en DXC-4 = ISHI 1. Verder gaat de GOR ervan uit dat er geen Gaussverdeling in welke vorm dan ook zal worden toegepast.
( v) In antwoord hierop schrijft DXC bij e-mail van 24 december 2018 dat het haar ten aanzien van het eerste voorgenomen besluit alleen gaat om instemming om over te gaan naar de beoordeling in Workday volgens DXC systematiek in plaats van de handmatige ISHI exercitie en dat aldus wordt overgegaan naar één beoordelingssysteem voor de hele organisatie. Alle voorwaarden die betrekking hebben op de ISHI bedrijfsregeling, het functiehuis en de competentieprofielen blijven in stand.
(vi) Op 10 januari 2019 heeft er een vergadering tussen de GOR en de bestuurder plaatsgevonden over de beide instemmingsaanvragen. Dit heeft niet geleid tot een wijziging van het standpunt van de GOR.
DXC heeft op de voet van art. 27 lid 4 Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) om vervangende toestemming verzocht ter zake van de twee hiervoor genoemde voorgenomen besluiten. DXC is van mening dat de weigering van de GOR onredelijk is, althans dat de voorgenomen besluiten nodig zijn in verband met zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, -economische en/of -sociale redenen.
De GOR heeft (heel kort gezegd) aangevoerd dat de adviesaanvragen betrekking hebben op elementen die onderdeel vormen van een groter beoordelings- en beloningssysteem. Deze onderdelen kunnen dan ook niet los van het grotere geheel worden beoordeeld. Het gevolg van het schrappen van één onderdeel (performance en rating) is dat het gehele beoordelingssysteem zijn werking verliest. Nergens blijkt uit dat het oude systeem volledig door een nieuw deugdelijk systeem wordt vervangen. Het systeem waarbij excellerende medewerkers extra werden beloond, verdwijnt. De adviesaanvragen roepen veel vragen op die DXC onbeantwoord heeft gelaten en te vrezen valt dat het in feite een startschot is voor een veel bredere transitie.
De kantonrechter heeft – kort gezegd – de bezwaren van de GOR tegen de adviesaanvragen te licht bevonden en is tot het oordeel gekomen dat de weigering om in te stemmen met de voorgenomen besluiten onredelijk is. Hij heeft de ondernemer toestemming gegeven het voorgenomen besluit te nemen, hetgeen deze vervolgens heeft gedaan.
In zijn beroepsschrift heeft de GOR geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking van de kantonrechter en (zo begrijpt het hof) tot afwijzing van het verzoek van DXC. Verder heeft de GOR een incident opgeworpen tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad.
DXC heeft de grieven bestreden en heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden beschikking.