Home

Gerechtshof Den Haag, 13-09-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1851, 200.284.472/01

Gerechtshof Den Haag, 13-09-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1851, 200.284.472/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
13 september 2022
Datum publicatie
14 oktober 2022
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:1851
Zaaknummer
200.284.472/01

Inhoudsindicatie

afwijzing verzoek tot vernietiging arbitrale vonnissen

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer hof : 200.284.472/01

Arrest van 13 september 2022

in de zaak van

Capabel Solutions Works B.V.,

gevestigd in Eindhoven,

eiseres,

advocaat: mr. O.J. Hennis, kantoorhoudend in Amsterdam,

tegen

Project Partner Search Beheer B.V.,

gevestigd in Ochten,

gedaagde,

advocaat: mr. P.A.J.M. Lodestijn, kantoorhoudend in Nijmegen.

Het hof zal partijen hierna CSW, respectievelijk PPSB noemen.

1 De zaak in het kort

In deze procedure vordert CSW vernietiging van tussen partijen gewezen arbitrale vonnissen op grond van art. 1065 lid 1 sub a, b en/of d Rv. Volgens CSW heeft het scheidsgerecht zich ten onrechte bevoegd geacht, (onder meer) omdat partijen waren overeengekomen dat zij hun geschillen eerst via mediation zouden trachten op te lossen aan welke voorwaarde voor bevoegdheid van het scheidsgerecht niet zou zijn voldaan.

2 Procesverloop

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:

-

de dagvaarding van 9 oktober 2020, waarmee CSW vernietiging vordert van tussen partijen gewezen arbitrale vonnissen van 11 november 2019 en 10 juli 2020, met bijlagen;

-

de conclusie van antwoord van PPSB, met bijlagen;

-

de conclusie van repliek van CSW, met bijlage;

- de conclusie van antwoord van PPSB, met bijlage.

2.2

Vervolgens heeft PPSB de stukken gefourneerd voor arrest en heeft het hof arrest bepaald.

3 De feiten

3.1

Partijen houden zich onder meer bezig met Arbodienstverlening en het verlenen van aanverwante diensten.

3.2

Op 16 mei 2017 is tussen Human Connexion Business Intelligence B.V., vertegenwoordigd door haar directeur [… 1] , als opdrachtgever en PPSB, vertegenwoordigd door haar directeur [… 2], als opdrachtnemer een managementovereenkomst gesloten (hierna: de Managementovereenkomst). Artikel 7 van deze overeenkomst luidt onder meer:

“Geschillenregeling

1. Partijen zullen zich inspannen elk geschil met betrekking tot de onderhavige overeenkomst in der minne te schikken. Indien een geschil niet binnen 30 (…) dagen nadat een partij aan de andere partijen te kennen heeft gegeven dat er een geschil is, in der minne is geschikt, kan elke partij afzonderlijk besluiten het geschil door de bevoegde rechter te laten beslechten.

2. In afwijking van het in lid 1 van dit artikel bepaalde, kunnen partijen overeenkomen het geschil met behulp van een arbiter op te lossen. (…)

3 De in lid 2 bedoelde arbiter zal door partijen in onderling overleg worden aangewezen of, bij gebreke van eenstemmigheid, door de voorzitter van de Kamer van Koophandel waaronder opdrachtgever ressorteert (…)”.

3.3

Op 12 juni 2017 is een intentieovereenkomst gesloten betreffende de koop en

verkoop van de aandelen in de besloten vennootschap Human Connexion B.V. (hierna: HC) door (onder andere) PPSB aan CSW.

3.4

Op 13 juli 2017 hebben partijen vervolgens een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de aandelen in HC (hierna: de Koopovereenkomst). Uit de Koopovereenkomst blijkt dat tevens sprake is van een lening van PPSB aan HC. De Koopovereenkomst bevat (evenals de eraan voorafgaande intentieovereenkomst) onder meer het volgende beding:

“(…) Eventuele uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen tussen partijen zullen door partijen in eerste instantie via mediation worden opgelost. Mochten partijen deze geschillen niet aldus kunnen oplossen, dan zullen zij aan arbitrage (door één arbiter) worden onderworpen, met uitsluiting van de gewone rechter, tenzij de voorzieningenrechter ingeval van spoedeisend belang”.

3.5

Bij brief van 19 november 2018 heeft (de raadsman van) PPSB, voor zover hier van belang, CSW gesommeerd tot nakoming van onder meer de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van geldlening. Hierop is door PPSB, blijkens een brief van 29 november 2018 van haar raadsman, geen reactie ontvangen. Bij brief van 3 december 2018 heeft (de raadsman van) PPSB de overeenkomst van geldlening ontbonden.

3.6

Bij brief van 27 december 2018 heeft de raadsman van CSW te kennen gegeven dat CSW haar verplichtingen jegens PPSB opschort op grond van een latente belastingclaim.

3.7

Met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft PPSB ten laste van CSW een tweetal aandelenbeslagen gelegd tot zekerheid voor haar vordering op CSW.

4 De benoeming van de arbiter en de arbitrageprocedure

5 Beoordeling

6 Beslissing