Home

Gerechtshof Den Haag, 08-08-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1526, 200.288.806/01

Gerechtshof Den Haag, 08-08-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1526, 200.288.806/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
8 augustus 2023
Datum publicatie
8 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:1526
Formele relaties
Zaaknummer
200.288.806/01

Inhoudsindicatie

Vordering afgewezen wegens opzet dan wel bewuste roekeloosheid.

Uitspraak

Civiel recht

Zaaknummer hof : 200.288.806/01

Zaaknummer rechtbank : 8372774 CV EXPL 20-7605

Arrest van 8 augustus 2023

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

advocaat: mr. M.Y. van Oel te Rotterdam,

tegen

Dutchweek B.V.,

gevestigd te Ridderkerk,

verweerster,

advocaat: mr. J.C. Brökling te Rotterdam.

Het hof zal partijen hierna [appellant] en Dutchweek noemen.

1 De zaak in het kort

[appellant] werkte als beveiliger bij een door Dutchweek georganiseerd evenement in Oostenrijk. Daarbij is [appellant] betrokken geraakt bij een geweldsincident met een bezoeker. [appellant] wil dat Dutchweek de kosten vergoedt die hij heeft moeten maken omdat hij zich bij de rechter in Oostenrijk heeft moeten verantwoorden voor dat incident. Het hof wijst de vorderingen van [appellant] af.

2 Procesverloop in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:

-

de dagvaarding van 19 januari 2021, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zitting houdende te Rotterdam, van 23 oktober 2020 (hierna ook: de kantonrechter resp. het vonnis);

-

het arrest van dit hof van 23 februari 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;

-

het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 mei 2021;

-

de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;

-

de memorie van antwoord van Dutchweek;

-

de nadere akte van 7 december 2021 van [appellant] ;

-

de antwoordakte van 4 januari 2022 van Dutchweek.

2.2

Op 23 februari 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De advocaten hebben de zaak toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen die zij hebben overgelegd. Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt.

2.3

De procedure is geschorst geweest als gevolg van een wrakingsverzoek door [appellant] , ingediend op 13 maart 2023. De wrakingskamer heeft bij beslissing van 5 juni 2023 het wrakingsverzoek afgewezen.

3 Feitelijke achtergrond

3.1

De door de kantonrechter in het vonnis vastgestelde feiten zijn niet in geschil. Voor zover hier relevant en aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

3.2

[appellant] is beveiliger en ondernemer. [appellant] is directeur en indirect eigenaar van het beveiligingsbedrijf New Generation Security B.V. (hierna: NGS).

3.3

Dutchweek is een evenementenbureau dat activiteiten organiseert in het buitenland voor met name de Nederlandse wintersporter.

3.4

Op 19 februari 2019 heeft [appellant] de volgende e-mail gestuurd aan de heer [directeur] , de directeur van Dutchweek:

"Van: [appellant] @newgenerationsecurity.com

[…]

Goedemiddag [directeur] ,

Leuk kennis gemaakt te hebben en leuk om de gedrevenheid in het ondernemerschap te zien. We kijken uit naar een lange samenwerking mogelijk op meerdere locaties en gaan beginnen met Saalbach 2019.

[…]

Wij betalen de vliegtickets heen en terug en het verblijf in Gerlos van woensdag tot en met zondag.

De overige kosten zijn voor Dutchweek.

Werkvergoeding bedraagt EUR 500 voor 4 dagen werk per persoon.

[…]

New Generation Security

[appellant]

3.5

In februari 2019 zijn Dutchweek en [appellant] overeengekomen dat [appellant] beveiligingswerkzaamheden voor Dutchweek zou verrichten in de “Dutchweek Saalbach” in maart 2019.

3.6

Tijdens het uitoefenen van die werkzaamheden is [appellant] op 21 maart 2019 betrokken geraakt bij een geweldsincident met een bezoeker, die de toegang tot de gelegenheid was geweigerd. Kort daarna is de politie ter plaatse gekomen en heeft deze enkele personen gehoord en beeldmateriaal bekeken.

3.7

De bezoeker die bij dit geweldsincident betrokken was, heeft aangifte gedaan van zware mishandeling. [appellant] is in juli 2019 naar Salzburg gereisd om zich daar bij de rechtbank te verantwoorden voor het incident.

3.8

In een e-mail van 18 juli 2019 van [appellant] aan de heer [directeur] van Dutchweek is onder meer het volgende opgenomen.

“[…]

Gisteravond teruggekomen uit Salzburg. Gisterochtend om 09:00 uur was de strafzaak.

Een verslag:

Het 'zogenaamde' slachtoffer was bij de rechtszaak aanwezig. Ik heb op de gang voor het naar binnengaan kort met de man gesproken.

Hij gaf aan dat zijn kaak niet gebroken is door mij. Dus dat was goed nieuws voor ons.

In de rechtszaal hebben we toen gevraagd waarom er geen röntgenfoto in het dossier zat.

De rechter was getriggerd en op de vraag van de rechter aan het slachtoffer, waar die foto was en of de kaak gebroken was, antwoordde hij dat de kaak niet gebroken is geweest.

Daarmee was de zware mishandeling niet bewezen. En dat is mij ten laste gelegd.

De kous was daarmee helaas niet af.

De rechter vond namelijk omdat het slachtoffer wel pijn heeft gehad, en er geen omstandigheden waren die dat rechtvaardigden eenvoudige mishandeling wel bewezen kon worden.

Wij hebben toen aangevoerd dat het slachtoffer al eerder die avond agressief was, maar konden dit onvoldoende aantonen.

Hadden we dit wel gekund dan was dit heel anders afgelopen volgens mijn advocaat.

Om een lang verhaal kort te maken, heb ik ervoor kunnen zorgen dat er geen rechtsvervolging plaatsvind.

Hiervoor moet ik een bedrag betalen aan de rechtbank en aan het vermeende slachtoffer. Daarmee koop ik rechtsvervolging af en heb ik de schade aanzienlijk kunnen beperken.”

3.9

In een verklaring afgegeven door kassamedewerkster [kassamedewerkster] van Dutchweek (hierna: [kassamedewerkster] ) van 5 juni 2019 over de gebeurtenissen op 21 maart 2019 is onder meer het volgende opgenomen.

“The visitor was really annoying and therefore [appellant] protected me and stood in front of me. Due to the fact that [appellant] was standing in front of me, I couldn’t exactly see what happened, but when the visitor tried to touch [appellant] , [appellant] protected us and reacted out of necessary defence […]”.

4 Procedure bij de kantonrechter

5 Vorderingen in hoger beroep

6 Beoordeling in hoger beroep

7 Beslissing