Gerechtshof Den Haag, 12-09-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1813, 200.323.896/01
Gerechtshof Den Haag, 12-09-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1813, 200.323.896/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 september 2023
- Datum publicatie
- 9 oktober 2023
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2023:1813
- Zaaknummer
- 200.323.896/01
Inhoudsindicatie
Arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst, ontbindende voorwaarden, rechtsgeldige beëindiging, billijke vergoeding
Uitspraak
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.323.896/01
Zaak-/rekestnummer rechtbank : 9965070/22-50306
beschikking van 12 september 2023
inzake
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. O. Sahin te Den Haag,
tegen
Liefsthuis Zorg B.V. (voorheen: Royaal Thuis B.V.),
gevestigd te Den Haag,
verweerster,
hierna te noemen: Royaal Thuis,
advocaat: mr. M. Smit te Den Haag.
1 De zaak in het kort
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten zodat [verzoekster] binnen het bedrijf van Royaal Thuis het vak van verpleegkundige kon leren waar zij bij het Albeda College een opleiding voor volgde. Royaal Thuis heeft deze overeenkomst beëindigd voorafgaand aan het zwangerschapsverlof van [verzoekster] omdat [verzoekster] volgens Royaal Thuis de opleiding niet meer op tijd af kon ronden en te veel ziek was geweest. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat de overeenkomst een arbeidsovereenkomst is. Voor de beëindiging daarvan gelden dwingende regels. Deze regels heeft Royaal Thuis niet gevolgd en daarom moet zij aan [verzoekster] een vergoeding betalen.
2 Het procesverloop in hoger beroep
Bij beroepschrift met producties, ter griffie ingekomen op 27 februari 2023, is [verzoekster] in hoger beroep gekomen van de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 1 december 2022. Royaal Thuis heeft een verweerschrift met producties ingediend. Op 11 mei 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waar partijen de zaak hebben toegelicht. Van die zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is gezonden. Vervolgens is een datum voor deze beschikking bepaald.
3 De feitelijke achtergrond
[verzoekster] heeft geen grief gericht tegen de vastgestelde feiten, zodat ook het hof van deze, en de hieronder - voor zover voor het hoger beroep van belang - aangevulde en zo nodig gewijzigde, feiten uit zal gaan. Het gaat in deze zaak dan om het volgende.
[verzoekster] (geboren in [geboortejaar] ) volgde, als zij-instromer, de opleiding tot verpleegkundige aan het Albeda College in Rotterdam (hierna: Albeda College). Op [dag 1] 2022 hebben Royaal Thuis en [verzoekster] een overeenkomst gesloten, genaamd “leer-werkovereenkomst”. In het daarvan opgemaakte en door partijen ondertekende schriftelijke stuk, waarin [verzoekster] als “leerling-werknemer” wordt aangeduid en Royaal Thuis als “werkgever” staat onder meer het volgende:
"Leer-werkovereenkomst.
(…)
Art. 1 Dienstverband
De leerling-werknemer treedt met ingang van [dag 1] 2022 in dienst van de werkgever. De leerling zal de functie van Verpleegkundige niveau 4 i.o. uit voeren.
Art. 2 Karakter overeenkomst/verbod op aangaan werkovereenkomst
Deze leer-werkovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 610 boek 7 BW.
Art. 3 Aard van de overeenkomst
1. Deze leer-werkovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, namelijk voor de
totale duur van de opleiding. De opleiding duurt 2 jaar. De opleiding vangt aan op [dag 2] 2022 en eindigt bij diplomering, maar in ieder geval uiterlijk op 31 januari 2024.
2. De leerling-werknemer zal zich bij het volgen van de opleiding houden aan de
hem/haar namens de school en werkgever te geven aanwijzingen of opdrachten. (...)
De leerling-werknemer is gehouden al datgene te doen wat bijdraagt aan het
succesvol afronden van de opleiding. Werkgever zal leerling-werknemer zodanige
werkzaamheden laten verrichten dat hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de
afronding van de opleiding van leerling-werknemer.
3. Deze leer-werkovereenkomst eindigt tevens van rechtswege in de volgende gevallen:
a. (…)
b. Op het moment dat blijkt dat in verband met onvoldoende behaalde
resulta(a)t(en) door leerling-werknemer, de opleiding niet meer met diplomering kan
worden afgerond, dan wel niet meer kan worden afgerond voor of op voornoemde
einddatum;
(... )
e. Bij overschrijding van het ziekteverzuimpercentage van 10% gedurende de
opleiding;
(…)
De situaties zoals genoemd in sub a tot en met h, betreffen ontbindende voorwaarden.
4. De leer-werkovereenkomst kan tussentijds worden opgezegd door beide partijen, met inachtneming van de opzegtermijnen zoals bepaald in de cao. Indien leerling-werknemer de overeenkomst opzegt, dan is zij gehouden tot terugbetaling van de studiekosten conform de staffel van het studiekostenbeding, die is opgenomen in deze leer-werkovereenkomst.
5. Deze leer-werkovereenkomst is uitgesloten van de ketenregeling, zoals bepaald in artikel 7:668a lid 10 BW.
(…)
Art. 4 Arbeidsduur en werktijden
1. De leerling-werknemer en de werkgever zijn een arbeidsduur van 24 uur per week overeengekomen.
2. De werktijden worden in onderling overleg tussen werkgever en leerling-werknemer vastgesteld. De werkgever is, voor zover bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, gerechtigd wijzigingen in de arbeidstijden aan te brengen met inachtneming van de wettelijke bepalingen ter zake.
(…)
Art. 5 Proeftijd
Wederzijds wordt conform het bepaalde in de artikelen 7:652 en 7:676 van het Burgerlijk Wetboek een proeftijd overeengekomen van een maand. Gedurende deze proeftijd kunnen beide partijen de leer-werkovereenkomst per dag beëindigen.
Art. 6 Salaris
Het bruto uurloon bedraagt € 14,52 excl vakantiegeld en eindejaarsuitkering conform cao VVT FWG 35.
(…)
Art. 7 Vakantie-uren
Het aantal vakantie-uren waarop de werknemer recht heeft wordt bepaald in de CAO VVT.
(…)
Art. 8 Vakantietoeslag
De leerling-werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8% over het
genoten brutosalaris.
(…)
Art. 11 Pensioen
De werkgever draagt zorg voor aanmelding bij de Stichting Pensioenfonds Zorg en
Welzijn (PGGM), voor zover de leerling-werknemer valt onder de werkingssfeer van
genoemd Pensioenfonds.
(…)
Art. 17 Concurrentiebeding/relatiebeding
Na het beëindigen van de leer-werkovereenkomst zal werknemer in de regio Den haag e.o. gedurende een jaar noch zelf in enigerlei vorm een bedrijf, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever mogen vestigen (…) of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin een aandeel hebben van welke aard ook.(…)
(…)
Art. 20 Studiekostenbeding
(…)
Werkgever heeft het recht om de door hem gedragen kosten van de studie van de werknemer, zoals omschreven in deze overeenkomst, van werknemer terug te vorderen als:
- Het dienstverband op grond van een dringende reden zoals omschreven in artikel 7:677 BW (ontslag op staande voet) wordt beëindigd;
- (…)
Art. 21 Cao-bepaling
Op deze leer-werkovereenkomst is de cao Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg van toepassing, zoals deze thans luidt, respectievelijk gedurende deze arbeidsovereenkomst zal komen te luiden. De cao VVT wordt geacht met deze arbeidsovereenkomst één geheel uit te maken. (…)”
[verzoekster] heeft vanaf de maand februari 2022 loon van Royaal Thuis ontvangen. [verzoekster] was volgens de cao VVT ingeschaald in FWG 35 periodiek 3 volgnummer 13, en verdiende een bruto uurloon van € 14,52 exclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Op de salarisstrook van [verzoekster] staat dat zij per [dag 2] 2022 in dienst is.
De cao VVT vermeldt onder meer het volgende.
Mag van deze cao worden afgeweken?
De cao heeft een standaard karakter. Dat wil zeggen dat niet van deze cao mag worden afgeweken, tenzij dat expliciet is aangegeven in een artikel.
(…)
Salaris
(…)
Salaris leerlingen 21 jaar of ouder /zij-instromers – per 1 maart 2022
1. Als je 21 jaar of ouder bent en je volgt een opleiding (BBL, MBO-deelcertificaat, HBO-duaal of vergelijkbaar met een van deze opleidingen), ontvang je het salaris dat hoort bij de zij-instroomperiodiek van de functiegroep die van toepassing is voor de functie, waarvoor je wordt opgeleid. Vanaf het moment dat je aantoonbaar bekwaam bent om de functie grotendeels zelfstandig uit te voeren, ontvang je tenminste het salaris dat hoort bij de eerstvolgende periodiek van de schaal van de betreffende functiegroep. De periodiekdatum zoals bedoeld in artikel 4.2.1. lid 3 wijzigt niet.
2. Per studiejaar wordt maximaal 208 uur (52x4 uur) van de lestijd op school aangemerkt als werktijd. Het salaris is inclusief maximaal 208 uur lestijd. Als je een arbeidsduur van minder dan 36 uur gemiddeld per week bent overeengekomen, dan wordt de omvang van je lestijd tenminste naar verhouding vastgesteld.
(…)
In bijlage 8 van de cao VVT is opgenomen:
Artikel 3.16 Leerlingsalaris (van toepassing tot 1 maart 2022)
1. Als je een leerling bent en een BBL-opleiding in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs volgt (WEB Stb, 1995, 501, laatstelijk gewijzigd Stb 2021, 179) òf een HBO-duaal opleiding volgt, dan is de cao is op jou van toepassing met uitzondering van artikel 3.1 Functiewaardering en voor zover niet anders bepaald in deze cao. Je ontvangt als leerling een door je werkgever te bepalen bedrag uit onderstaande tabel. Je werkgever houdt bij de bepaling van je salarisbedrag rekening met je ervaring en vordering in de opleiding. Tijdens je opleiding zal je werkgever je een verhoging geven van dit bedrag tot het in de tabel genoemde maximum. Na het succesvol afronden van een fase in je opleiding en het overgaan naar de volgende fase in je opleiding wordt jou een verhoging gegeven van minimaal 10 % tot het maximum van de tabel is bereikt. Bij de bepaling van je salarisbedrag krijg je tenminste het bedrag van het wettelijk minimumloon BBL, als je werkzaam bent als leerling die een BBL opleiding volgt. Als je werkzaam bent als leerling die een HBO-duaal opleiding volgt, dan ontvang je tenminste het wettelijk minimum (jeugd)loon. Deze bedragen die gelden per 1 januari 2022 zijn hieronder opgenomen:
(…)
Artikel 3.17A Salaris zij-instromers (van toepassing tot 1 maart 2022)
Als je een arbeidsverleden hebt en nu een opleiding volgt om te werken in de VVT, zal je werkgever positief afwijken van het leerling-salaris zoals bedoeld in artikel 3.16 lid 1.
Artikel 3.18 Stagevergoeding (van toepassing tot 1 juli 2022)
Als je een opleiding volgt binnen het MBO/HBO en een stage loopt van tenminste 144 uur per beroepspraktijkvormingsjaar of studiejaar bij een werkgever, dan ontvang je vanaf 1 januari 2022 een stagevergoeding van € 427,39 per maand. Je ontvangt deze vergoeding voor gemaakte onkosten, zoals reiskosten, kosten van levensonderhoud en huisvesting. De vergoeding is gebaseerd op een voltijdstage van gemiddeld 4 dagen per week. Als je minder stage loopt dan wordt de vergoeding naar verhouding van het aantal dagen toegekend. De stagevergoeding wordt vanaf 1 januari 2020 jaarlijks geïndexeerd met de Consumenten Prijs Index (CPI).
[verzoekster] heeft met de Stichting Albeda en Royaal Thuis een BBL-
praktijkovereenkomst gesloten in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs. In deze -
door partijen (elektronisch) ondertekende - overeenkomst staat onder meer:
"1.1 Beroepspraktijkvorming (bpv)
De student wordt ingeschreven voor een door het leerbedrijf verzorgde bpv. De bpv
wordt uitgevoerd bij Royaal Thuis (...) Gegevens praktijkopleider: C. [praktijkopleider] (...)
Algemene voorwaarden
Dit bpv-blad vormt samen met de algemene voorwaarden de tussen de partijen gesloten praktijkovereenkomst. Voor zover daarvan in dit bpv-blad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden van toepassing.
(…)
Leerweg BBL
(…)
Datum begin bpv 01-02-2022
Geplande einddatum bpv 31-01-2024
(…)"
[verzoekster] is van 16 maart 2022 tot 8 april 2022 ziek geweest in verband met corona.
Op 8 april 2022 heeft [medewerkster] van Royaal Thuis in de app groep van “Team Royaal 1, Team Royaal 2, Wijkverpleegkundigen” aan [verzoekster] het volgende bericht gestuurd:
“Goedemorgen [verzoekster] ( , toevoeging hof), jij en [collega] zijn deze ochtend verantwoordelijk. Dus jij en [collega] dienen alle dubbele controles te controleren. Groet [medewerkster] ”
Op 12 april 2022 heeft [verzoekster] het volgende bericht aan [medewerker] van Royaal Thuis gestuurd:
“(…) Ik heb vanochtend een aantal keren geprobeerd te bellen, het gaat om de planning van vanavond, er staan 2 cliënten op die in een rolstoel zitten (…). Deze werkzaamheden zijn te zwaar voor mij icm mijn zwangerschap, zou je deze aan iemand anders kunnen toewijzen? Ip daarvan wil ik best anderen helpen.”
[medewerker] van Royaal Thuis heeft daarop bericht: “(…) Ik ga de planning wijzigen!”
Op 19 april 2022 heeft [verzoekster] aan [medewerker] van Royaal Thuis bericht:
“(…) Ik heb de planning voor morgen gezien, de volgende mensen kan ik geen zorg bieden. (…), zijn allebei te zwaar voor mij.”
Waarop [medewerker] antwoordt: “De planning wordt nog gewijzigd.”
Op 22 april 2022 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [verzoekster] , mevrouw [praktijkopleider] , praktijkopleider, namens Royaal Thuis en mevrouw [x] namens het Albeda College over de studie van [verzoekster] en de voortgang daarvan.
Op 26 april 2022 heeft Royaal Thuis een brief met de volgende inhoud naar [verzoekster] gestuurd:
“Je hebt bij Royaal Thuis een leer-werkovereenkomst waarbij je per [dag 1] 2022 als leerling werknemer bent gestart. De overeenkomst eindigt uiterlijk bij diplomering op 21 februari 2024.
Echter eindigt de leerovereenkomst van rechtswege in een aantal gevallen die omschreven zijn in de overeenkomst waarbij wij helaas moeten constateren dat er aan minimaal 2 voorwaarden is voldaan om de werk-leer overeenkomt te kunnen beëindigen.
Op basis van artikel 3 lid 3 sub b eindigt de overeenkomst van rechtswege op het moment dat blijkt ivm onvoldoende behaalde resultaten door leerling-werknemer dat de opleiding niet meer met diplomering kan worden afgerond dan wel niet meer kan worden afgerond op of voor vermelde einddatum.
Het Albeda College heeft in een gesprek van 22 april 2022 als advies gegeven dat je nu stopt met de opleiding en in september 2022 opnieuw start met eventuele vrijstellingen. Alle partijen zijn van mening dat het nu niet haalbaar is om de opleiding in de gestelde tijd af te ronden.
Daarnaast volgt uit artikel 3 lid 3 sub e dat bij overschrijding van het ziekteverzuim percentage van 10% gedurende de opleiding de overeenkomst kan worden beëindigd.
Uit het gesprek van 22 april 2022 is naar voren gekomen dat je een hoog afwezigheidspercentage hebt op school en in het leerbedrijf.
Op basis van deze gronden zien wij ons genoodzaakt de werk-leerovereenkomst per direct te beëindigen. Dit houdt in dat je dienstverband per 30 april 2022 afloopt.
We vinden het een vervelende situatie en zijn bereid om je tegemoet te komen. We zijn bereid je een vergoeding te betalen voor het loon tot 1 juni 2022 zodat er geen gat ontstaat tussen het stoppen van het loon en jouw zwangerschapsverlof. Na jouw bevalling kunnen we met elkaar de opties bekijken voor het afsluiten van een nieuwe werk-leerovereenkomst wanneer je in september weer opnieuw start met de opleiding.
Wij willen je bedanken voor je inzet en hopen dat je nu de focus volledig kan leggen op je zwangerschap en straks op de geboorte van je kindje.”
[verzoekster] is met ingang van 25 mei 2022 met zwangerschapsverlof gegaan en heeft in dat kader een Wazo-uitkering ontvangen. Royaal Thuis heeft het loon tot 1 juni 2022 betaald.