Gerechtshof Den Haag, 28-03-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:522, 200.318.607/01
Gerechtshof Den Haag, 28-03-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:522, 200.318.607/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 maart 2023
- Datum publicatie
- 11 april 2023
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2023:522
- Zaaknummer
- 200.318.607/01
Inhoudsindicatie
De werkgever heeft na toestemming UWV de arbeidsovereenkomst opgezegd. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst hersteld en een voorziening getroffen voor de periode tussen datum waartegen was opgezegd en datum herstel. Het hof oordeelt anders en bepaalt datum einde arbeidsovereenkomst
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
afdeling civiel recht
zaaknummer: 200.318.607/01
zaaknummer rechtbank Rotterdam: 9896059 \ VZ VERZ 22-7143
beschikking van 28 maart 2023
in de zaak van
SENSARA B.V.,
gevestigd te Leiden,
verzoekster in principaal beroep,
verweerster in incidenteel beroep,
advocaat: mr. Th.H.P. van den Kieboom, kantoorhoudend te Utrecht,
tegen
[werknemer] ,
wonende te [woonplaats],
verweerder in principaal beroep,
verzoeker in incidenteel beroep,
advocaat: mr. J. Keizer, kantoorhoudend te Leeuwarden.
Partijen worden hierna Sensara en [werknemer] genoemd.
1 De zaak in het kort
In deze zaak heeft de werkgever na verkregen toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst opgezegd. Op verzoek van de werknemer heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst hersteld en een voorziening getroffen voor de periode tussen de datum waartegen de arbeidsovereenkomst was opgezegd en de datum van herstel. Hiervan komt de werkgever in hoger beroep.
2 Procesverloop in hoger beroep
Sensara is bij beroepschrift (met producties), ontvangen ter griffie van het hof op
10 november 2022, in hoger beroep gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 14 september 2022 onder bovenvermeld zaaknummer (hierna: de beschikking).
Vervolgens is ter griffie van het hof een verweerschrift, tevens houdend incidenteel (en voorwaardelijk) beroep (met producties) van [werknemer] ingekomen.
Ten slotte is van de zijde van Sensara een memorie van antwoord in (voorwaardelijk) incidenteel beroep (met productie) ontvangen.
De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad op 31 januari 2023. Bij die gelegenheid hebben beide genoemde advocaten het woord gevoerd aan de hand van een pleitnota. Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de stukken bevindt. Met het oog op de mondelinge behandeling zijn van de zijde van Sensara nog nadere producties (7 en 9) toegestuurd.
3 Feitelijke achtergrond
De kantonrechter heeft in de beschikking onder 2 (2.1 t/m 2.13) een aantal feiten vermeld. In het verweerschrift in hoger beroep van [werknemer] ligt een bestrijding besloten van de vermelding onder 2.3. Het hof komt daarop, voor zover nodig voor de beoordeling van het hoger beroep, terug. De juistheid van de overige feiten is niet in geschil, zodat ook het hof deze feiten tot uitgangspunt zal nemen. Met verbetering van een kennelijke misslag leest het hof in 2.11 2022 in plaats van 2021.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
Sensara is een onderneming die zich richt op technologische oplossingen in de zorg. Sensara noemt zichzelf een scale-up, een jonge onderneming die aan het groeien is.
[werknemer] is met ingang van 1 april 2021 bij Sensara in dienst getreden in de functie van Business Development Manager op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het laatstgenoten loon van [werknemer] bij Sensara was € 5.252,- bruto op basis van een 32-urige werkweek.
In de arbeidsovereenkomst tussen partijen is de volgende bepaling opgenomen: