Gerechtshof Den Haag, 23-01-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:38, 200.319.828/01
Gerechtshof Den Haag, 23-01-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:38, 200.319.828/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 januari 2024
- Datum publicatie
- 13 november 2024
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2024:38
- Zaaknummer
- 200.319.828/01
Inhoudsindicatie
Financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomst na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. In hoger beroep resteren nog twee geschilpunten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Civiel recht
team Handel
zaaknummer: 200.319.828/01
zaaknummer rechtbank Den Haag: 9821831 RL EXPL 22-6379
arrest van 23 januari 2024
in de zaak van
[appellante] GERECHTSDEURWAARDERSKANTOOR B.V.,
gevestigd te [woonplaats] ,
appellante in principaal beroep,
verweerster in incidenteel beroep,
advocaat: mr. J. Verbeeke te Gouda,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in principaal beroep,
appellant in incidenteel beroep,
advocaat: mr. A.A. Slager te Zoetermeer.
Partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.
1 De zaak in het kort
Deze zaak betreft de financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomst tussen partijen na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. In hoger beroep resteren nog twee geschilpunten.
2 Procesverloop in hoger beroep
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 25 oktober 2022, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 12 oktober 2022;
- het tussenarrest van 24 januari 2023 waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 15 maart 2023;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel, met producties;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel.
3 Feitelijke achtergrond
De kantonrechter heeft in het vonnis onder 2 (2.1 t/m 2.7) een aantal feiten vermeld die hij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn tussen partijen niet in geschil en dienen daarom ook het hof tot uitgangspunt. Het gaat in deze zaak om het volgende.
[geïntimeerde] is op [datum] 2013 in dienst getreden bij [appellante] en was laatstelijk, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en fulltime, werkzaam in de functie van Medewerker Sales en Acquisitie. In artikel 4 van de arbeidsovereenkomst (versie 2014) is – voor zover hier relevant – het volgende bepaald:
werknemer krijgt de beschikking over een auto van de zaak. Werknemer betaalt hiervoor een eigen bijdrage voor privé gebruik ad € 100,00 per maand. Het privégebruik gaat de grens van 5000 km per jaar niet te boven;
bij de terbeschikkingstelling van de auto van de zaak zullen nadere afspraken worden vastgelegd omtrent het gebruik van de auto;
De arbeidsovereenkomst is bij vaststellingsovereenkomst van 30 november 2021 met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 maart 2022. In de vaststellingsovereenkomst zijn partijen – voor zover hier relevant – het volgende overeengekomen:
Indien de arbeidsovereenkomst per de Einddatum eindigt door de Overeenkomst zal Werkgever aan Werknemer een vergoeding betalen van € 21.500,- bruto.
Uiterlijk de laatste werkdag voor de Einddatum zal Werknemer de auto schoon en in goede staat inleveren op het kantoor van Werkgever samen met de autosleutels, kentekenbewijzen en alle accessoires en bescheiden. Reinigings- of herstelkosten in verband met onjuist gebruik/ niet gemelde schades, worden verrekend met de eindafrekening.
Op 28 februari 2022 heeft [geïntimeerde] de bedrijfsauto bij [appellante] ingeleverd. Door [appellante] is een document ondertekend waarop vermeld is:
Heden, 28 februari 2022 heeft de heer [geïntimeerde] de volgende zaken ingeleverd:
Auto: renault Megane kleur zwart: ja, op het oog in zeer nette staat, niet mee gereden
Afgelezen km stand: 106961 (…)
Op 3 maart 2022 heeft Autobedrijf [betrokkene 2] aan [appellante] – voor zover hier relevant – de volgende e-mail verstuurd:
(…) Zoals vanmiddag besproken hebben wij de Renault Megane met kenteken [kenteken] voor u getaxeerd. Daarbij is geconstateerd dat de Renault Megane een “rokersauto” betreft en wij van u de auto zouden inkopen voor een bedrag van € 13.000,- incl. btw.
Wanneer de auto geen rokersauto zou betreffen hadden wij de Renault Megane van u ingekocht voor een bedrag van € 14.500,- incl. btw. (…)
Per e-mail van 7 maart 2022 heeft [appellante] vervolgens – voor zover hier relevant – aan [geïntimeerde] het volgende gemaild:
Geachte heer [geïntimeerde] , beste [geïntimeerde] ,
Inmiddels is de auto geïnspecteerd. Daaruit zijn de volgende punten naar voren gekomen. Reinigings- en herstelkosten: De auto vertoont de volgende beschadigingen die niet zijn gemeld: Op het linker achter scherm een kras; In het rechter achter scherm onder de vuldop een put; De rechter voorvelg heeft stoeprandschade; Verder is het interieur van de auto totaal doorgerookt.
Bovenmatig privé gebruik: Tot slot is geconstateerd dat je vanaf moment van jou “ziekmelding” en moment van inleveren van de auto maar liefst 6.594 kilometer hebt gereden. Dat is veel meer dan contractueel in de arbeidsovereenkomst is afgesproken op het punt van privé gebruik. Ook hier zal in de eindafrekening rekening mee gehouden worden. Het lijkt mij goed je hiervan nu reeds op de hoogte te brengen. Met vriendelijke groet, [betrokkene 1] .
Op 31 maart 2022 heeft [appellante] een eindafrekening aan [geïntimeerde] toegestuurd. Op basis van deze eindafrekening heeft [appellante] een bedrag van € 4.984,84 netto ingehouden op de ontslagvergoeding die in de vaststellingsovereenkomst was afgesproken.