Gerechtshof Leeuwarden, 02-06-2004, AP1245, Rekestnummer 0300342
Gerechtshof Leeuwarden, 02-06-2004, AP1245, Rekestnummer 0300342
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 juni 2004
- Datum publicatie
- 9 juni 2004
- ECLI
- ECLI:NL:GHLEE:2004:AP1245
- Zaaknummer
- Rekestnummer 0300342
Inhoudsindicatie
[appellant 1] heeft in hoger beroep primair verzocht het besluit van de algemene vergadering van de VvE van 2 juni 2003 te vernietigen en wel op de grond dat de wijze van totstandkomen van dit besluit in strijd is met de splitsingsakte door de eigenaren van de appartementsrechten betreffende de bungalows buiten de stemming te laten.
De VvE bestrijdt (de juistheid van) het standpunt van [appellant 1]. De VvE voert als verweer aan dat de renovatie van de keuken valt onder het onderhoud van het gemeenschappelijk gedeelte, waarvan de verplichting door de bungaloweigenaren is afgekocht, zodat zij ingevolge artikel 39, vijfde lid, van de statuten niet mee mogen stemmen.
Uitspraak
Beschikking d.d. 2 juni 2004
Rekestnummer 0300342
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
1. [appellant 1]
wonende te [woonplaats appellant 1],
hierna te noemen: [appellant 1],
2. [appellant 2],
wonende te [woonplaats appellant 2],
hierna te noemen: [appellant 2],
appellanten,
hierna gezamenlijk te noemen: [appellant 1], [appellant 2] en/of gezamenlijk [appellanten],
procureur voorheen mr H.N.M.M. van Wilgenburg, thans mr Stehouwer,
advocaat mr B. Smid,
tegen
De Vereniging van Eigenaars Servicecentrum Parkflat,
gevestigd te Veendam,
geïntimeerde,
hierna ook te noemen: de VvE,
procureur mr V.M.J. Both,
advocaat mr B.M.B. Gruppen,
Belanghebbenden:
de leden van voornoemde vereniging van eigenaars,
zoals weergegeven op de aan deze beschikking gehechte lijst,
allen wonende te Veendam,
hierna te noemen: belanghebbende(n).
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 5 september 2003 heeft de rechtbank te Groningen, sector kanton, locatie Winschoten (hierna te noemen: de kantonrechter) -voor zover hier van belang- afgewezen het verzoek van [appellant 1] tot nietigverklaring c.q. vernietiging van het besluit van de algemene vergadering van de VvE van 2 juni 2003 tot het uitvoeren van herstel- en renovatiewerkzaamheden aan de onroerende zaak Korte Leegte 7a te Veendam en voorts [appellant 1] veroordeeld in de kosten van het geding.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 3 oktober 2003, heeft [appellanten] verzocht de beschikking van 5 september 2003 te vernietigen en opnieuw rechtdoende het besluit van de VvE d.d. 2 juni 2003 houdende de renovatie van de centrale keuken te vernietigen of nietig te verklaren, met veroordeling van de VvE in de kosten van beide instanties.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 18 november 2003, heeft de VvE het verzoek bestreden en verzocht het hoger beroep van [appellanten] ongegrond te verklaren met bekrachtiging, desnoods onder aanvulling of verbetering van gronden, van de beschikking waarvan beroep en met veroordeling van [appellanten] in de kosten van beide instanties.
Het hof heeft voorts kennis genomen van de overige stukken, waaronder een brief d.d. 13 oktober 2003 van mr Van Wilgenburg met bijlage, een brief, ingekomen ter griffie op 15 januari 2004, van [belanghebbende 1], een belanghebbende, een brief d.d. 29 januari 2004 met bijlagen van [belanghebbende 2], een belanghebbende, en een fax-bericht d.d. 2 februari 2004 met bijlage van mr Gruppen.
Ter zitting van 5 februari 2004 is de zaak behandeld.
De beoordeling
Met betrekking tot de feiten
1. Tussen partijen staan de volgende feiten vast als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende weersproken.
a. Het Servicecentrum Parkflat is een in 1975 opgeleverd complex, dat bestaat uit een hoofdgebouw (flat) met 73 appartementen en centrale voorzieningen als een centrale keuken, recreatiezaal, bibliotheek en logeerkamers, een daarmee verbonden laagbouwvleugel met 21 appartementen, en veertien bungalows. De bungalows waren oorspronkelijk bedoeld als aanleunwoning maar in die vorm destijds moeilijk verkoopbaar. Na een faillissement van de bouwer van het complex zijn de bungalows verkocht. Toen of later zijn de oorspronkelijke afnameverplichtingen van diensten van het hoofdcomplex afgekocht.
b. In 2000 heeft de Keuringsdienst van Waren de VvE meegedeeld dat de centrale keuken niet langer voldeed aan de wettelijke eisen. Op 15 mei 2003 is de keuken formeel afgekeurd en is de VvE aangezegd dat de keuken voor 1 oktober 2003 naar de wettelijke voorschriften ingericht moest zijn.
c. Het bestuur van de VvE heeft voorstellen ontwikkeld tot vernieuwing van de keuken. Daarover hebben vergaderingen van de VvE plaatsgevonden op 25 april, 6 mei en 2 juni 2003. Op de laatste vergadering heeft het bestuur voorgesteld om de keuken te laten renoveren voor een bedrag van Euro 599.250,- te betalen door de bewoners van het hoofdgebouw door middel van een extra bijdrage. Dit besluit is door een grote meerderheid van de aanwezige leden aangenomen. De eigenaren van de appartementsrechten betreffende de bungalows zijn in deze vergadering niet toegelaten tot de stemming.
d. De renovatie van de keuken is inmiddels voltooid.
e. De eigenaren van de bungalows hebben in de afgelopen jaren niet meegestemd en meebetaald aan onder meer de renovatie van het fietsenhok in 1997 en andere renovatiewerkzaamheden. De onderhoudswerkzaamheden aan de bungalows zijn voor rekening van de eigenaren van de betreffende appartementsrechten gebleven.
De ontvankelijkheid van [appellant 2]
2. Allereerst dient aan de orde te komen de vraag of [appellant 2] kan worden ontvangen in haar in hoger beroep gedane verzoek om het besluit van de VvE van 2 juni 2003 nietig te verklaren of te vernietigen.
3. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [appellant 2] eigenaar is van het appartement aan de [adres] te [woonplaats] c.q. lid van de VvE. [appellant 2] is derhalve aan te merken als belanghebbende in deze zaak.
4. Een belanghebbende kan hoger beroep instellen tegen een beschikking waarmee hij zich niet kan verenigen (artikel 358 Rv). Ook kan een belanghebbende een zelfstandig ver-zoek doen (artikel 282 Rv), echter niet voor het eerst in hoger beroep (artikel 362 Rv).
5. Nu [appellant 2] in hoger beroep -voor het eerst in de procedure- het verzoek heeft gedaan het besluit van de VvE van 2 juni 2003 nietig te verklaren of te vernietigen, kan zij, gelet op voormeld artikel 362 Rv, hierin niet worden ontvangen.
De vernietigbaarheid van het besluit/standpunten
6. [appellant 1] heeft in hoger beroep, mede gelet op de ter zitting in hoger beroep gegeven toelichting, primair verzocht het besluit van de algemene vergadering van de VvE van 2 juni 2003 te vernietigen en wel primair op de grond dat de wijze van totstandkomen van dit besluit in strijd is met de splitsingsakte - verder ook te noemen splitsingsreglement - door de eigenaren van de appartementsrechten betreffende de bungalows buiten de stemming te laten
7. De VvE bestrijdt (de juistheid van) het standpunt van [appellant 1]. De VvE voert als verweer aan dat de renovatie van de keuken valt onder het onderhoud van het gemeenschappelijk gedeelte, waarvan de verplichting door de bungaloweigenaren is afgekocht, zodat zij ingevolge artikel 39, vijfde lid, van de statuten niet mee mogen stemmen.
Het geschilpunt
8. Het voorgaande brengt mee dat het hof primair dient te beoordelen of het besluit van
2 juni 2003 tot stand is gekomen in strijd met het splitsingsreglement.
Het splitsingsreglement
9. Het splitsingsreglement met betrekking tot het complex Servicecentrum Parkflat te Veendam van 15 maart 1996 luidt, voor zover van belang, als volgt.
- Artikel 1
In het reglement wordt verstaan onder:
(..)
c. "eigenaar": de gerechtigde tot een appartemenstrecht als bedoeld in artikel 5:106 van het Burgerlijk Wetboek, daartoe ook te rekenen degene(n) die met de eigenaar-gebruiker als bewoner(s) verblijf ple(e)g(t)(en) te houden in een privé-gedeelte;
d.''gemeenschappelijke gedeelten'': die gedeelten van het gebouw en van de daarbij behorende grond die blijkens de akte niet bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
e. ''gemeenschappelijke zaken'': alle zaken die bestemd zijn of worden om door alle eigenaars of een
bepaalde groep van eigenaars te worden gebruikt voor zover niet vallende onder d;
(..).
- Artikel 2
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend: (..)
b. de (..) centrale keuken; (..).
- Artikel 4
1. Iedere eigenaar en gebruiker heeft recht op het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken, volgens de bestemming daarvan.
(..)
2. Een eigenaar is gehouden gebruik te maken van de door de vereniging te verlenen diensten zoals in artikel 34 vierde lid omschreven, met dien verstande dat deze verplichting niet geldt voor de eigenaars van de appartementsrechten betrekking hebbende op de bungalows Langeleegte 3G, 3F, 3E, 3D, 3C, 3B, 3A, 3, 4E, 4C, 4B,4A en 4, appartementsindices 95, 96, 97, 98, 99, 100, 102, 103, 106, 107, 108 en 109.
(..).
- Artikel 17
1. Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
a.die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud ervan;
b.die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars en voor zover die niet vallen onder a;
(..)
2.De schulden en kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden met inachtneming van het in artikel 26 tweede lid bepaalde door het bestuur vastgelegd en over de bewoners omgeslagen.
- Artikel 26
1.De eigenaars zijn in de gemeenschap gerechtigd voor wat betreft:
- de appartementsrechten met als appartementsindices 11 tot en met 17 voor achttien/zeventienhonderddrieënvijftigste (18/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 28 tot en met 34 en 45 tot en met 51 voor vijftien/zeventienhonderddrieëenvijftigste (15/1753e)
gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 1, 2 en 6 voor veertien/zeventienhonderddrieëenvijftigste (14/1753e) gedeelte
- de appartementsrechten met als appartementsindices 9, 10, 18, 19, 23, 26, 27, 35, 36, 43, 44, 52, 53, 60 tot en met 63, 70 tot en met 72, 79 tot en met 81 en 88 tot en met 90 voor dertien/zeventienhonderddrieëenvijftigste (13/1753e) gedeelte
- de appartementsrechten met als appartementsindices 3, 4 en 5 voor twaalf/zeventienhonderddrieëenvijftigste (12/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 7, 8, 20 tot en met 22, 24, 25, 37 tot en met 39, 41, 42, 54 tot en met 56, 58, 59, 64 tot en met 66, 68, 69, 73 tot en met 75, 77, 78, 82 tot en met 84, 86, 87 en 91 tot en met 93 voor elf/zeventienhonderddrieëenvijftigste (11/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 40, 57, 67, 76, 85 en 94 voor zestien/zeventienhonderddrieëenvijftigste (16/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 97, 98, 99, 100, 106 en 108 voor dertig/zeventienhonderddrieëenvijftigste (30/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 96, 101, 104, 105, 107 en 109 voor éénendertig/zeventienhonderddrieëenvijftigste (31/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 102 en 103 voor tweeëndertig/zeventienhonderddrieëenvijftigste (32/1753e) gedeelte;
- het appartementsrecht met als appartementsindex 95 voor vierendertig/zeventienhonderddrieëenvijftigste (34/1753e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementsindices 110 tot en met 146 en 166 tot en met 173 elk voor éénentwintighonderdvierenzeventig tienduizendste/zeventienhonderddrieëenvijftigste (1,2174/1753e) gedeelte;
- het appartementsrecht met als appartementsindex 174 voor één tweehonderdzeventienduizendste/zeventienhonderddrieëenvijftigste 1,217/1753e) gedeelte;
2.De eigenaars zijn verplicht als volgt bij te dragen in de schulden en de kosten die voor gemeenschappelijke rekening zijn:
a.voor wat betreft onderhoud en vernieuwing met inachtneming van de verhouding als in het eerste lid van dit artikel 26 is bepaald; en
b.voor wat betreft de overige schulden en kosten:
- de appartementsrechten met als appartementindices 11 tot en met 17 voor vijftien/twaalfhonderdzevenennegentigste (15/1297e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementindices 1, 2, 6, 9, 10, 18, 19, 23, 26 tot en met 36, 43 tot en met 53, 60 tot en met 63, 70 tot en met 72, 79 tot en met 81 en 88 tot en met 90 voor veertien/twaalfhonderdzevenennegentigste (14/1297e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementindices 3 tot en met 5, 7, 8, 20 tot en met 22, 24, 25, 37 tot en met 39, 41, 42, 54 tot en met 56, 58, 59, 64 tot en met 66, 68, 69, 73 tot en met 75, 77, 78, 82 tot en met 84, 86, 87 en 91 tot en met 93 voor dertien/twaalfhonderdzevenennegentigste (13/1297e) gedeelte;
- de appartementsrechten met als appartementindices 40, 57, 67, 76, 85 en 94 voor zestien/twaalfhonderdzevenennegentigste (16/1297e) gedeelte.
Indien en voor zover de eigenaars van de appartementsrechten die op de bungalows betrekking hebben, verplicht zijn bij te dragen in de bedoelde overige schulden en kosten, wordt, alvorens tot de in de vorige alinea opgenomen omslag wordt overgegaan, aan elke desbetreffende bungalow één procent (1%) dier schulden en kosten toegerekend en aan haar eigenaar in rekening gebracht.
(..).
- Artikel 34
(..)
3.De vereniging heeft ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars en meer in het bijzonder:
(..).
b.Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding ten behoeve van de eigenaars en de gebruikers;
(..).
4.Onder het voeren van een gemeenschappelijke huishouding als vorenbedoeld zal in ieder geval het vervullen van de volgende diensten en voorzieningen zijn begrepen:
a.het verstrekken en één warme maaltijd per bewoner (eigenaar of gebruiker) per dag, met inachtneming van het in artikel 4 tweede lid bepaalde;
b.het tegen vergoeding beschikbaar stellen van de in het gebouw aanwezige logeerkamers;
c.het verwarmen van het gebouw, met inbegrip van de privé gedeelten, door middel van een centrale verwarmingsinstallatie met uitzondering echter van de bungalows;
d.het schoonhouden en onderhouden van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
- Artikel 39
1.Stemgerechtigd zijn de eigenaars, onverminderd het bepaalde in artikel 5:123 van het Burgerlijk Wetboek.
(..).
3.Voor elk appartementsrecht, betrekking hebbende op een woning kunnen éénhonderd stemmen worden uitgebracht.
Voor elk appartementsrecht, betrekking hebbende op een autobox kan één stem worden uitgebracht.
Het maximum aantal stemmen dat kan worden uitgebracht bedraagt derhalve tienduizend negenhonderd zes en veertig.
(..).
5. De eigenaar, voor wie conform artikel 4 tweede lid de verplichtingen ex artikel 34 vierde lid niet gelden, hebben over die aangelegenheden geen stemrecht.
- Artikel 42
1.Alle besluiten, waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
(..).
- Artikel 43
1.De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken voor zover de beslissing hiervan niet aan het bestuur is opgedragen.
2.De beslissing over het onderhoud van de gemeenschappelijk gedeelten en de gemeenschappelijke zaken rust bij het bestuur. Het bestuur kan echter zonder voorafgaande machtiging van de vergadering geen onderhoudswerkzaamheden opdragen, waarvoor geen post op de begroting is uitgetrokken.
(..).
5.Besluit door de vergadering tot verbouwing of tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties, voor zover deze niet als een uitvloeisel van het normale beheer zijn te beschouwen, kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin een een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is dat ten minste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen. (..).
Artikel 50
1.De eigenaar van het appartementsrecht betrekking hebbende op de bungalow Langeleegte 4D, appartementsindex 105, heeft het recht de in artikel 4 tweede lid bedoelde verplichting door afkoop te doen eindigen door betaling aan de vereniging van een som groot vijf en dertig duizend gulden (ƒ 35.000,--), geïndexeerd als volgt:
de bedoelde som wordt op de dag van betaling vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het bedrag van de in de aan de dag van betaling voorafgaande maand geldende servicekosten, exclusief warme maaltijd, van de appartementsrechten die volgens artikel 26 voor zestien/zeventienhonderddrieënvijftigste (16/1753e) gedeelte in de gemeenschap zijn gerechtigd en de noemer door:
vijhonderd twee en vijftig (552) zijnde het bedrag dier servicekosten (in guldens) in december negentienhonderd drie en tachtig.
2. De eigenaar van het appartementsrecht betrekking hebbende op de bungalow Langeleegte $F heeft het recht de nog op hem rustende verplichting gebruik te maken van de in artikel 34 vierde lid sub b en d omschreven diensten door afkoop te doen eindigen door betaling aan de vereniging van een som groot vijf en twintigduizend gulden (ƒ 25.000,--) geïndexeerd als vermeld in het eerste lid van dit artikel.
De uitleg van het splitsingsreglement
10. Voor de uitleg van de bepalingen in de akte van splitsing zijn de bewoordingen van de desbetreffende bepalingen, gelezen in het licht van de gehele tekst, in beginsel van doorslaggevende betekenis, nu dit een geschil betreft waarin een regeling is vastgelegd die naar haar aard bestemd is de rechtspositie van derden te beïnvloeden, zonder dat die derden invloed hebben op de inhoud of de formulering van die overeenkomst/regeling, terwijl de onderliggende partijbedoeling voor die derden niet kenbaar is, (vgl HR 17 september 1993, NJ 1994, 173 en 24 september 1993, NJ 1994, 174, HR 23 maart 2001, NJ 2003, 715 en HR 16 mei 2003, NJ 2003, 470). Deze zogeheten CAO-uitlegnorm leidt niet zonder meer tot een louter taalkundige uitleg; uit HR 31 mei 2002, NJ 2003, 110 en HR 20 februari 2004, RvdW 2004, 34 volgt dat hier sprake is van een uitleg naar objectieve maatstaven, waarbij onder meer acht kan worden geslagen op de elders in de regeling gebruikte formulering en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke, tekstinterpretaties zouden leiden.
11. Het hof legt het splitsingsreglement in dit licht uit als volgt.
12. Volgens artikel 2 sub b van het splitsingsreglement betreft de centrale keuken een gemeenschappelijk gedeelte of een gemeenschappelijke zaak. Het besluit tot vernieuwing van de keuken heeft zulke ingrijpende gevolgen dat dit besluit niet kan worden gezien als een uitvloeisel van het normale beheer, gebruik of onderhoud van een gemeenschappelijk gedeelte of zaak in de zin van artikel 17 lid 1 onder a, artikel 34 lid 4 sub d en artikel 43 leden 1, 2 en 5 van het splitsingsreglement dan wel als een besluit dat de gewone gang van de gemeen-schappelijke huishouding betreft in de zin van artikel 34 lid 4 van het splitsingsreglement. Het besluit tot vernieuwing van de keuken is daarom aan te merken als een besluit tot het verrichten van (noodzakelijke) vernieuwingen van een gemeenschappelijk gedeelte of zaak in de zin van artikel 17 lid 1 onder b van het splitsingsreglement en als een besluit tot verbouwing/aanbrengen van nieuwe installaties/wegbreken van bestaande installaties in de zin van artikel 43 lid 5 van het splitsingsreglement die niet als een uitvoeisel van het normale beheer zijn te beschouwen.
13. Blijkens het bepaalde in de artikelen 17 lid 1 onder b en 26 lid 1 van het splitsings-reglement, dienen de eigenaars bij te dragen in de kosten van vernieuwing van een gemeenschappelijk gedeelte of zaak. In het tweede lid onder a van artikel 26 wordt, voor wat betreft de vraag in welke verhouding de eigenaars dienen bij te dragen, verwezen naar het eerst lid, waarin ook de bungaloweigenaars worden genoemd. Hieruit is af te leiden dat ook de bungaloweigenaars verplicht zijn bij te dragen in de kosten van de vernieuwing van de keuken.
14. Blijkens artikel 39 lid 1 van het splitsingsreglement zijn de eigenaars, waartoe ook de bungaloweigenaars behoren, in dezen stemgerechtigd. Ingevolge het bepaalde in artikel 43 lid 5 moet een besluit als het onderhavige worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
15. Anders dan de VvE stelt, doet de uitzondering van artikel 39 lid 5 zich in deze niet voor. In dit artikel is bepaald dat de bungaloweigenaars in bepaalde aangelegenheden niet stemgerechtigd zijn, maar uit (de aanhef van) artikel 34 lid 4 blijkt dat de aangelegenheden die hier worden bedoeld, zoals het verstrekken van maaltijden (artikel 34 lid 4 onder a), een uitwerking zijn van (de diensten die de VvE levert in het kader van) het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Nu, zoals hiervoor in rechtsoverweging 12 is overwogen, het besluit tot vernieuwen van de keuken niet tot de gewone gang van de huishouding kan worden gerekend, betreft dit besluit niet een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 lid 5. De afkoop van plichten door bungalow-eigenaars, waarop de VvE doelt, waarmee artikel 4 lid 2 en artikel 50 van het splitsings-reglement samenhangen, ziet slechts op (alle of enkele) in artikel 34 lid 4 bedoelde, tot de gemeenschappelijke huishouding horende, diensten en voorzieningen. Voor het overige zijn de bungaloweigenaren gerechtigden tot een appartementsrecht als alle andere eigenaren als aangeduid in artikel 1 aanhef en sub c van het splitsingsreglement.
16. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de bungaloweigenaars niet bij de stemming over het besluit tot vernieuwing van de centrale keuken zijn betrokken. Nu zij, zoals hiervoor is overwogen, in deze wel stemgerechtigd zijn, en dus tot de stemming hadden moeten worden toegelaten, is het besluit van 2 juni 2003 in strijd met de het splitsingsreglement tot stand gekomen. Op grond hiervan dient het besluit te worden vernietigd.
17. Anders dan de VvE heeft betoogd, acht het hof de omstandigheid dat, indien alle bungaloweigenaren zouden hebben tegengestemd er nog een meerderheid voor het aannemen van het renovatievoorstel zou resteren, onvoldoende reden om anders te oordelen. Niet uit te sluiten valt immers dat de inbreng van de bungaloweigenaren ook andere appartementseigenaren op andere gedachten zou hebben gebracht.
18. Evenmin kan aan het vorenoverwogene afdoen de omstandigheid dat (het bestuur van) de VvE kennelijk in de afgelopen jaren bij de besluitvorming en kostenverdeling is afgeweken van de bepalingen uit het splitsingsreglement. Die enkele omstandigheid is niet voldoende om tot het oordeel te komen dat toepassing van de bepalingen van het splitsingsreglement en het beroep van [appellant 1] als appartementseigenaar op die bepalingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
19. Nu het (primaire) verzoek van [appellant 1] in hoger beroep op grond van het vorenoverwogene zal worden toegewezen, heeft [appellant 1] geen belang bij de behandeling van de overige grieven. Het hof zal de behandeling van deze grieven daarom achterwege laten.
Slotsom
20. Gelet op het voorgaande zal [appellant 2] niet ontvankelijk worden verklaard in het door haar ingestelde beroep tegen de beschikking van 5 september 2003.
21. Voorts dient de beschikking waarvan beroep te worden vernietigd en zal er opnieuw worden beslist zoals hieronder aangegeven.
22. De VvE dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. (tarief II, 2 punten).
De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart [appellant 2] niet ontvankelijk in haar beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Groningen, sector kanton, locatie Winschoten van 5 september 2003;
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
en opnieuw beslissende:
vernietigt het besluit van de De Vereniging van Eigenaars Servicecentrum Parkflat van 2 juni 2003;
veroordeelt de De Vereniging van Eigenaars Servicecentrum Parkflat in de kosten van het geding in beide instanties, en begroot deze tot aan deze uitspraak aan de zijde van appellanten:
in eerste aanleg op Euro 87,-- aan verschotten en Euro 360,-- aan salaris voor de gemachtigde, in hoger beroep op Euro 245,-- aan verschotten en Euro 1.542,-- aan salaris voor de procureur;
Aldus gegeven door mrs Melssen, voorzitter, Bloem en Kuiper, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Mellink als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag
2 juni 2004.