Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 23-05-2005, AT6479, 2200562104

Gerechtshof 's-Gravenhage, 23-05-2005, AT6479, 2200562104

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
23 mei 2005
Datum publicatie
31 mei 2005
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2005:AT6479
Formele relaties
Zaaknummer
2200562104

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft over een lange reeks van jaren ontuchtige handelingen gepleegd met zijn dochter wier herinneringen daaraan teruggaan tot haar vierde levensjaar. Die ontucht bestond mede uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. Hierbij heeft hij op grove wijze misbruik gemaakt van de tussen hem en zijn dochter bestaande vertrouwensrelatie en zijn psychische overwicht als vader. Als feit van algemene bekendheid kan worden aangenomen, dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog lang ernstige psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Dit klemt des te meer als het slachtoffer -zoals in de onderhavige zaak het geval is geweest- reeds vanaf zeer jonge leeftijd gedurende een lange periode tot het ondergaan van ontuchtige handelingen wordt gedwongen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005621-04

Parketnummer: 12-015135-04

Datum uitspraak: 23 mei 2005

TEGENSPRAAK

Gerechtshof te 's-Gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te Middelburg van 22 september 2004 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 9 mei 2005.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte terzake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

(zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt)

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.

In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:

Ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.

Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:

Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:

Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

Strafmotivering

De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende tot veroordeling van de verdachte terzake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.

Voorts heeft de advocaat-generaal voor het geval dat het hof tot bewezenverklaring overgaat gevangenneming van de verdachte gevorderd.

Het hof acht hiervoor echter geen termen aanwezig en wijst de vordering af.

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft over een lange reeks van jaren ontuchtige handelingen gepleegd met zijn dochter wier herinneringen daaraan teruggaan tot haar vierde levensjaar. Die ontucht bestond mede uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. Hierbij heeft hij op grove wijze misbruik gemaakt van de tussen hem en zijn dochter bestaande vertrouwensrelatie en zijn psychische overwicht als vader. Als feit van algemene bekendheid kan worden aangenomen, dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog lang ernstige psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Dit klemt des te meer als het slachtoffer -zoals in de onderhavige zaak het geval is geweest- reeds vanaf zeer jonge leeftijd gedurende een lange periode tot het ondergaan van ontuchtige handelingen wordt gedwongen.

Daarnaast heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte op geen enkele wijze blijk geeft van compassie met het slachtoffer.

Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 244, 245 (oud) en 249 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.

Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.

Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.

Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Wijst af de vordering van de advocaat-generaal tot gevangenneming van de verdachte.

Dit arrest is gewezen door mrs. Oosterhof, Aler en De Groot, in bijzijn van de griffier mr. Kiela.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 mei 2005.

Mr. de Groot is buiten staat dit arrest te ondertekenen.