Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 01-02-2006, AV2028, 2200600204

Gerechtshof 's-Gravenhage, 01-02-2006, AV2028, 2200600204

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
1 februari 2006
Datum publicatie
20 februari 2006
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2028
Zaaknummer
2200600204

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.

Recht tot strafvervolging vervallen in verband met de wetswijzigingen van 1 januari 2006 inzake de verjaring.

Uitspraak

Gerechtshof te 's-Gravenhage

Rolnummer: 22-006002-04

Parketnummer(s): 09-161460-01

TEGENSPRAAK

Uitspraak van de enkelvoudige strafkamer van 1 februari 2006 in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte]

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Met ingang van 1 januari 2006 is aan artikel 72, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht de volgende zin toegevoegd: "Het recht tot strafvordering vervalt evenwel indien vanaf de dag waarop de oorspronkelijke verjaringstermijn is aangevangen een periode is verstreken die gelijk is aan twee maal de voor het feit geldende verjaringstermijn." (Kamerstukken 28 495, Stb 2005, 595) Er is op dit punt geen overgangsrecht, zodat naar het oordeel van het hof artikel 1, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht moet worden toegepast.

Nu er na de pleegdatum van de tenlastegelegde feiten, welke overtredingen betreffen waarvan de verjaring op grond van artikel 70 sub 1 van het Wetboek van Strafrecht twee jaren bedraagt, meer dan vier jaren zijn verstreken dient het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging te worden verklaard.

BESLISSING

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.

Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.

Dit arrest is gewezen door mr. W.P.C.M. Bruinsma, in bijzijn van griffier mr. J.P Lahr.