Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-01-2002, AE9804, R200100772 en R200100773
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-01-2002, AE9804, R200100772 en R200100773
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 15 januari 2002
- Datum publicatie
- 8 augustus 2006
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2002:AE9804
- Zaaknummer
- R200100772 en R200100773
Inhoudsindicatie
Zolang het nog niet onherroepelijk is beslist op een schuldsaneringsverzoek, kan nog geen faillissement worden uitgesproken.
Uitspraak
Gerechtshof te 's-Hertogenbosch
Arrest
X.,
Wonende te P.,
Appellante
Procureur: J.E. Lenglet.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de vonnissen van de rechtbank te Breda van 27 november 2001, waarvan de inhoud bij X. bekend is.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. In de zaak met rekestnummer R200100772 heeft X. verzocht het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 onder rekestnummer 01/362 F, waarbij hij in staat van faillissement is verklaard, te vernietigen.
2.2. In de zaak met rekestnummer R200100773 heeft X. verzocht het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 onder nummer 102456/FT-RK01.1090 te vernietigen en alsnog op hem de schuldsaneringsregeling van toepassing te verklaren.
2.3. Het hof heeft in beide zaken kennisgenomen van:
De beroepschriften met bijlagen,
De brief met bijlagen van de advocaat van X. van 7 december 2001,
De brief met bijlagen van de advocaat van De Mijl Lease BV van 20 december 2001,
De brief met bijlagen van de procureur van X. van 27 december 2001,
De brief met bijlagen van de advocaat van Best Trucks Dordrecht BV van 3 januari 2002,
De brief met bijlagen van de curator van 3 januari 2002,
Het ter zitting door de curator overgelegde aanvullend verslag,
De ter zitting door de advocaat van X. overgelegde pleinota met producties.
2.4. In beide zaken heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden op 8 januari 2002.
Bij die gelegenheid zijn gehoord:
X. en zijn raadsvrouwe;
Mr. M. Menzing, als juridisch adviseur van X.;
Mr. L.H.A.M. Andriessen, curator.
De aanvragers van het faillissement van X. de Mijl Lease BV en Best Trucks Dordrecht B.V. zijn bij exploot van 17 december 2001 opgeroepen, maar niet ter zitting verschenen.
3. De gronden van het hoger beroep
Het hof verwijst naar de inhoud van de door X. in de zaak met rekestnummer R200100772 en R200100773 ingediende beroepschriften.
4. De beoordeling
4.1. Het hof zal de voeging bevelen van de hiervoor genoemde beroepschriften, omdat de zaken een verknocht onderwerp betreffen.
4.1.1. Bij verzoekschrift in eerste aanleg, dateerd september 2001, hebben Best Trucks Dordrecht BV en De Mijl Lease BV de rechtbank verzocht X. in staat van faillissemsnt te verklaren.
4.1.2. X. heeft daarop een verzoekschrift, gedateerd 7 november 2001, strekkende tot toepassing van de schuldsaneringsregeling bij de rechtbank ingediend.
4.1.3. De mondelinge behandeling bij de rechtbank heeft in beide zaken plaatsgevonden op 27 november 2001.
Bij die gelegenheid is het verzoek van Best Trucks BV en De Mijl Lease BV strekkende tot faillietverklaring van X. en het verzoek van X. strekkende de toepassing van de schuldsaneringsregeling afzonderlijk behandeld.
4.1.4. Bij vonnis van de rechtbank van 27 november 2001 is X. in staat van faillissement verklaard.
Voorts heeft de rechtbank bij uitspraak van diezelfde datum het verzoek van X. tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Daarop is X. van beide uitspraken in hoger beroep gekomen.
4.2. X. heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen, daarbij overwegende dat hij ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van schulden niet te goeder trouw is geweest. Naar het oordeel van X. heeft de rechtbank zich onvoldoende vergewist van de omstandigheden in de jaren waarin hij zijn onderneming heeft gevoerd.
Met betrekking tot het verzoek van X. strekkende tot definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling is het hof van mening dat dit verzoek alsnog dient te worden toegewezen.
4.3.1. Het hof overweegt daartoe het volgende. Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat X. van 1992 tot aanvang 2001 als zelfstandige werkzaam is geweest in de transportbranche, eerst onder de naam HG Couriers en sedert 1997 in verband met de uitbreiding van de werkzaamheden van het koeriersbedrijf naar transportsector onder de naam HG Logistics. Uit de jaarstukken 1997 tot en met 2000 blijkt dat er sprake is van een toenemende negatieve vermogenspositie. X. heeft verklaard dat de oorzaken hiervoor vooral zijn gelegen in invloeden van buitenaf zoals het te snel groeien van het bedrijf, de verschuiving van de betalingstermijn door opdrachtgevers van vier naar acht weken, de aanzienlijke stijging van de brandstofprijzen en de noodzakelijke investeringen in het bedrijf.
4.3.3.Het hof is van oordeel dat X. genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij, onder andere door het inschakelen van adviseurs om tot een betere en efficiënte bedrijfsvoering te komen, heeft getracht zijn onderneming in een financieel gunstige positie te brengen. Dat de inspanning van X. niet tot een bevredigend resultaat hebben geleid en X. uiteindelijk genoodzaakt was zijn bedrijf te beëindigen wil naar het oordeel van het hof nog niet zeggen dat X. ten aanzien van het intstaan van de thans aanzienlijke schulden niet te goeder trouw zou zijn geweest. Het hof laat daarbij voort meewegen dat X. nadat gebleken was dat beëindiging van zijn bedrijf onafwendbaar was de hulp heeft ingeroepen van het bureau Zuidweg te Amsterdam, zijnde een bedrijf dat zich richt op schuldhulpverlening voor het midden- en kleinbedrijf, om zodoende tot een behoorlijke afwikkeling van zijn onderneming te komen met inachtneming van de belangen van de crediteuren.
4.3.4. Het vorenstaande brengt met zich mee dat het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 vernietigt dient te worden en dat het verzoek van X. om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling alsnog toewezen kan worden.
4.4. Voor zover het hoger beroep betrekking heeft op het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 waarbij X. in staat van faillissment is verklaard merkt het hof het navolgende op. Gebleken is dat met betrekking tot X. er in eerste aanleg gelijktijdig een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot het van toepassing verklaren van de schulsaneringsregeling aanhanging waren. Ingevolge het bepaalde in artikel 3a FW had de behandeling van het verzoek tot faillietverklaring geschorst dienen te worden totdat bij in kracht van gewijsde gegane uitspraak zou zijn beslist op het verzoek tot uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Zulks is echter in casu niet geschied, zodat het hof, nu X. in hoger beroep alsnog is toegelaten tot de schuldsaneringsregeling en tegen deze uitspraak ingevolge het bepaalde in artikel 292 FW geen rechtsmiddel meer openstaat, het vonnis van 27 november 2001 inhoudende de faillietverklaring van X. zal vernietigen. Dit betekent tevens dat het hof zich dient uit te laten over het bedrag van de faillissementskosten en het salaris van de curator alsmede over de vraag ten wiens laste deze kosten dienen te komen. Het hof heeft gezien artikel 15 lid 3 FW slechts de keuze tussen de aanvrager van het faillissement en de schuldenaar. Naar het oordeel van het hof is er geen reden om deze kosten ten laste van de aanvragers te brengen nu de vorderingen van de aanvragers niet betwist zijn. Het hof zal derhalve beslissen op de in het dictum aangegeven wijze.
5. De beslissing
Het hof:
In de zaak met rekestnummer R200100772:
Vernietigt het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 onder nummer 01/962 F, waarbij X. in staat van faillissement is verklaard;
Stelt de faillissementskosten vast op €65,35 aan verschotten en €4.614,35 aan salaris curator en brengt deze kosten ten laste van X.;
In de zaak met rekestnummer R200100773:
Vernietigt het vonnis van de rechtbank te Breda van 27 november 2001 onder nummer 102456/FT-RK01.1090;
En opnieuw recht doende:
Verklaart alsnog de schuldsaneringsregeling van toepassing ten aanzien van X., wonende te P.;
Verwijst de zaak naar de rechtbank te Breda ter benoeming van een rechte-commissaris en een bewindvoerder.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Teeffelen, Lamers en Fikkers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 15 janurai 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.