Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-09-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4267, HD 200.104.238-01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-09-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4267, HD 200.104.238-01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 september 2013
Datum publicatie
7 april 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2013:4267
Formele relaties
Zaaknummer
HD 200.104.238-01

Inhoudsindicatie

.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer: 200.104.238/01

Zaak-rolnummer rechtbank: 106899 / HA ZA 11-123

Arrest d.d. 17 september 2013

in de zaak van

1 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DE NOVITARIS B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],

2. MR. [appellant 2.],wonende te [woonplaats 1],

appellanten in het principale hoger beroep,

geïntimeerden in het incidentele hoger beroep,

hierna gezamenlijk aan te duiden als De Novitaris c.s.,

advocaat: mr. J. Mencke te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats 2] (België),

geïntimeerde in het principale hoger beroep,

appellante in het incidentele hoger beroep,

hierna aan te duiden als mevrouw [geïntimeerde],

advocaat: mr. D.E.M.P.J. Reijnart te Weert.

1 Het geding

Bij exploot van 7 februari 2012 zijn De Novitaris c.s. in hoger beroep gekomen van het vonnis van 16 november 2011 dat de rechtbank Roermond tussen hen als gedaagden en mevrouw [geïntimeerde] als eiseres heeft gewezen. Bij memorie van grieven hebben De Novitaris c.s. tegen dat vonnis vier grieven aangevoerd die mevrouw [geïntimeerde] bij memorie van antwoord heeft bestreden. Daarbij heeft mevrouw [geïntimeerde] op haar beurt incidenteel hoger beroep tegen het bestreden vonnis ingesteld en daartegen één grief aangevoerd. Deze hebben De Novitaris c.s. bij memorie van antwoord in het incidenteel appel bestreden. Ten slotte hebben partijen hun stukken overgelegd voor arrest.

2 De vaststaande feiten

2.1

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.11 feiten vastgesteld. Aangezien daartegen geen grieven zijn aangevoerd of bezwaren zijn geuit, zal het hof in hoger beroep ook van die feiten uitgaan.

2.2

Op grond van hetgeen verder is gesteld en niet of onvoldoende weersproken, kan hieraan worden toegevoegd dat na de onder 2.8 van het bestreden vonnis vermelde e-mail van 14 juni 2007 van de heer [X.] aan [medewerker Novitaris], medewerker van De Novitaris c.s., op 19 juni 2007 telefonisch contact heeft plaatsgevonden tussen De Novitaris c.s. en [X.]. De Novitaris c.s. hebben daarbij aangegeven dat het strikt formeel gezien de voorkeur zou genieten indien tussen [overleden echtgenoot geïntimeerde] en de [zonen van overleden echtgenoot geïntimeerde] nogmaals definitief zou worden afgesproken dat aan de aanbiedingsplicht was voldaan en door [overleden echtgenoot geïntimeerde] hierop geen beroep meer zou worden gedaan. [X.] heeft daarop laten weten dat een en ander zou worden kortgesloten met de [zonen van overleden echtgenoot geïntimeerde].

3 Bespreking van grief 1 in het principale hoger beroep

4 Slotsom