Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-09-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3668, HD 200.140.291_02

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-09-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3668, HD 200.140.291_02

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
22 september 2015
Datum publicatie
23 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:3668
Zaaknummer
HD 200.140.291_02

Inhoudsindicatie

Projectontwikkeling. Gevolgen van vastgoedcrisis voor overeenkomst met gemeente. Vraag of sprake is van gewijzigde omstandigheden die tot heronderhandeling moeten leiden.

Uitspraak

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.140.291/02

arrest van 22 september 2015

in de zaak van

1 3.L Projectontwikkeling I B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

2. Bouwbedrijf [Bouwbedrijf] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,

appellanten in het principaal appel,

geïntimeerden in het incidenteel appel,

verder: 3.L en [Bouwbedrijf] ,

advocaat: mr. A.J.T.M. Hendriks te Weert,

tegen:

Gemeente Bernheze,

gevestigd te Heesch, gemeente Bernheze,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellante in het incidenteel appel,

verder: de gemeente,

advocaat: mr. M.J.A. Verhagen te Eindhoven,

op het bij exploot van dagvaarding van 31 december 2013 ingeleide hoger beroep van de door de rechtbank ’s-Hertogenbosch/Oost-Brabant gewezen vonnissen van 10 oktober 2012 en 16 oktober 2013 tussen 3.L en [Bouwbedrijf] als eiseressen in conventie, verweersters in reconventie en de gemeente als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/250537/HA ZA 12-686)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 31 december 2013 (zaaknummer

HD 200.140.291/01);

- de memorie van grieven van 3.L en [Bouwbedrijf] van 8 april 2014 met eiswijziging;

- royement op 1 juli 2014;

- hervatting op 29 juli 2014 (zaaknummer HD 200.140.291/02);

- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel van de gemeente van 29 juli 2014 met producties;

- de memorie van antwoord in incidenteel appel van 3.L en [Bouwbedrijf] van 9 september 2014;

- het schriftelijk pleidooi op 4 november 2014, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd, wat de gemeente betreft met een akte houdende (voorwaardelijke) wijziging/vermindering van eis.

Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De gronden van het hoger beroep

4 De beoordeling

5 De uitspraak