Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-02-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:296, 200.161.272_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-02-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:296, 200.161.272_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 februari 2016
Datum publicatie
31 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:296
Formele relaties
Zaaknummer
200.161.272_01
Relevante informatie
Faillissementswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 15-11-2025] art. 42, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 245

Inhoudsindicatie

na vonnis in eerste aanleg gefailleerde vennootschap kan zelf hoger beroep instellen; procespartij die in hoger beroep in een hoedanigheid als gevolmachtigde optreedt moet als zodanig reeds in eerste aanleg zijn opgetreden;

vernietiging ogv art. 42 Fw door curator van aandelenoverdracht; benadeling; nabetalingsclausule; vermogensrechtelijke en vennootschapsrechtelijke gevolgen van terugwerkende kracht vernietiging

oproepingsgebreken tav aandeelhoudersvergadering geheeld

advocaat treedt zonder opdracht procespartij op; art. 245 Rv, veroordeling werkelijke opdrachtgever in proceskosten wederpartij

Uitspraak

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.161.272/01

arrest van 2 februari 2016

in de zaak van

1 [holding] Holding BV,gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigde Arabische Emiraten,

2. Hotel [hotel] BV,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellanten,

hierna gezamenlijk aan te duiden als [appellanten c.s.] en afzonderlijk als [holding] en Hotel,

advocaat: mr. J.H.B. Crucq te Amsterdam,

tegen

mr. P.R. Dekker (in zijn hoedanigheid van curator van Brasserie [hotel] BV en curator van Crescendo Leisure Concepts Holding BV),

kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als de curator,

advocaat: mr. A.C. van Schaick te Tilburg,

op het bij exploot van dagvaarding van 3 december 2014 ingeleide hoger beroep van het vonnis in kort geding van 5 november 2014, door de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, gewezen tussen [appellanten c.s.] als eiseressen en de curator als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/285506/KG ZA 14-682)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij appeldagvaarding hebben [appellanten c.s.] tien grieven aangevoerd, hun eis gewijzigd, producties overgelegd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en tot toewijzing van hun vorderingen zoals gewijzigd in hoger beroep, met veroordeling van de curator in de kosten van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep.

2.2.

Bij memorie van antwoord heeft de curator onder overlegging van producties de grieven van Hotel bestreden.

2.3.

Bij tussenarrest van 17 maart 2015, gewezen in het door de curator opgeworpen incident tot zekerheidsstelling ex art. 224 jo art. 353 Rv, hersteld bij arrest van 14 april 2015, heeft het hof [holding] bevolen om ten behoeve van de curator zekerheid te stellen voor de proceskosten in hoger beroep voor een bedrag van € 3.386,00, bepaald dat de zekerheid uiterlijk 7 april 2015 moet zijn gesteld, de zaak naar de rol verwezen voor memorie van antwoord aan de zijde van [holding] en de proceskosten van het incident aangehouden tot aan de einduitspraak in de hoofdzaak.

2.4.

Bij tussenarrest van 14 juli 2015 heeft het hof de vordering van de curator tot niet-ontvankelijkheid van [holding] (wegens het niet tijdig en/of niet correct stellen van zekerheid) afgewezen, de zaak naar de rol verwezen voor memorie van antwoord aan de zijde van [holding] en de proceskosten van het incident aangehouden tot aan de einduitspraak in de hoofdzaak.

2.5.

Bij memorie van antwoord heeft de curator onder overlegging van producties de grieven van [holding] bestreden.

2.6.

De curator heeft het hof verzocht om mevrouw [middelijk bestuurder] op de voet van het bepaalde in art. 134 lid 1 Rv als (middellijk) bestuurder van [holding] en (voorheen) Hotel te gelasten om in persoon bij de te houden pleidooien aanwezig te zijn. Het hof heeft dit verzoek afgewezen onder verwijzing naar het procesreglement.

2.7.

Partijen hebben hun zaak doen bepleiten onder overlegging van pleitnota’s. Tijdens de zitting heeft de curator een op voorhand toegezonden akte overleggen producties genomen.

2.8.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg (voor zover in hoger beroep overgelegd).

3 De beoordeling

4 De uitspraak