Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4456, 200.317.644_01
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4456, 200.317.644_01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 8 december 2022
- Datum publicatie
- 22 december 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2022:4456
- Zaaknummer
- 200.317.644_01
Inhoudsindicatie
art. 349a Fw / verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling door de rechtbank / art. 354 Fw / er zijn nieuwe schulden ontstaan / sprake van toerekenbare tekortkoming die niet buiten beschouwing kan blijven / bekrachtiging in hoger beroep van verlenging schuldsaneringsregeling
Uitspraak
Team Handelsrecht
Uitspraak : 8 december 2022
Zaaknummer : 200.317.644/01
Insolventienummer : [insolventienummer 1] en [insolventienummer 2]
in de zaak in hoger beroep van:
1 [appellant 1] ,
2. [appellant 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
hierna afzonderlijk te noemen: [appellant 1] en [appellant 2] en gezamenlijk: appellanten,
advocaat: mr. J.M. van der Linden te Leiden.
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 11 oktober 2022.
2 Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift met één bijlage (het vonnis waarvan beroep), ingekomen ter griffie van dit hof op 19 oktober 2022, hebben appellanten het hof verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waarvan beroep te vernietigen, en alsnog te beslissen de schuldsaneringsregelingen van appellanten te beëindigen met verlening van de zogenoemde schone lei, dan wel een zodanige beslissing te nemen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 november 2022. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- -
-
[beschermingsbewindvoerder ] , hierna te noemen: de beschermingsbewindvoerder, en
- -
-
[bewindvoerder] , hierna te noemen: de bewindvoerder.
Hoewel appellanten behoorlijk zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling, zijn appellanten niet verschenen. Mr. Van der Linden heeft bij e-mail van 22 november 2022 (18:36 uur) het hof het volgende bericht:
“Naar aanleiding van onderstaande e-mail merk ik op dat ik de medewerker van de griffie niet heb medegedeeld dat ik niet voornemens ben om naar de zitting in hoger beroep te gaan. Aan de medewerker heb ik gezegd dat het
hoogstwaarschijnlijk is dat ik niet op de zitting zal verschijnen. Daarin zit een wezenlijk verschil.
Cliënten wensen op 23 november a.s. niet op de zitting te verschijnen. Dit besluit hebben zij genomen nadat ik hen heb medegedeeld dat de beschermingsbewindvoerder stelt dat zij door hen is bedreigd in een e-mail van 10 november 2022 met de woorden: Wij slaan jou op oe smoel bij de rechtbank. Deze e-mail heeft de wsnp-bewindvoerder doorgeleid aan het hof, althans zo heb ik dat begrepen, waarop het hof de beslissing heeft genomen om parketpolitie aanwezig te laten zijn op de zitting.
Heden aan het eind van de middag hebben cliënten mij medegedeeld dat zij volharden in hun beslissing om niet naar de zitting te gaan. Dit heeft mij doen besluiten om dan ook niet aanwezig te zijn op de zitting. Voor de goede orde bericht ik u dat cliënten mij geen opdracht hebben gegeven om het hoger beroep in te trekken.
Daarnaast volharden cliënten in al hun stellingen, zoals in beroepschrift staat verwoord.”
Het hof heeft verder kennisgenomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van de eindzitting gehouden op 27 september 2022;
- het V6-formulier van mr. Van der Linden van 9 november 2022 met drie bijlagen – waaronder het eindverslag en het toelatingsvonnis –, ingekomen ter griffie van dit hof op 10 november 2022;
- het V6-formulier van mr. Van der Linden van 14 november 2022 met bijlagen – waaronder ‘overzicht schulden van 23 september 2022’ –, ingekomen ter griffie van dit hof op 16 november 2022.
- -
-
de brief van de bewindvoerder van 18 november 2022 met bijlagen waarin om bewaking van de beschermingsbewindvoerder wordt verzocht;
- -
-
de brief met bijlagen (reactie op beroepschrift met bijlagen nr. 1 tot en met 17) van de bewindvoerder van 18 november 2022, ingekomen ter griffie van dit hof op diezelfde datum.