Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-04-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1452, 200.333.776_01
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-04-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1452, 200.333.776_01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 25 april 2024
- Datum publicatie
- 14 juni 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2024:1452
- Zaaknummer
- 200.333.776_01
Inhoudsindicatie
Art. 4:194a lid 1 BW / de kennis van de executeur is niet de kennis van de erfgenaam / de schuldeisers worden toegelaten tot bewijs van hun stelling dat de erfgenaam de aanspraken van de schuldeisers op de nalatenschap kende dan wel behoorde te kennen vóór 2 juni 2022
Uitspraak
Team Handelsrecht
Uitspraak : 25 april 2024
Zaaknummer : 200.333.776/01
Zaaknummer eerste aanleg : 10082214 OV VERZ 22-5510
in de zaak in hoger beroep van:
1 [appellant 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
2. [appellant 2],
wonende te [woonplaats] , Zwitserland,
3. [appellant 3],
wonende te [woonplaats] ,
4. [appellant 4],
wonende te [woonplaats] ,
5. [appellant 5],
wonende te [woonplaats] ,
6. [appellant 6],
wonende te [woonplaats] ,
7. [appellant 7],
wonende te [woonplaats] ,
8. [appellant 8],
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
hierna gezamenlijk te noemen: de erven [appellant 1] ,
gemachtigde: mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht,
tegen
[verweerster] ,
wonende te [woonplaats] , Italië,
verweerster,
hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat: mr. R.A.J. van Zomer te Oosterhout.
belanghebbenden:
a. [belanghebbende],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.G. Hees te ’s-Hertogenbosch,
b. [executeur], in zijn hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster] en opvolger van [betrokkene 1] ,
wonende te [woonplaats] .
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 26 juli 2023, waarbij de kantonrechter [verweerster] machtiging heeft verleend om de nalatenschap van erflaatster [erflaatster] alsnog beneficiair te aanvaarden.
2 Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift met producties (nr. 8 t/m 10), ingekomen ter griffie van dit hof op 24 oktober 2023, hebben de erven [appellant 1] het hof verzocht, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van 26 juli 2023 te vernietigen en [verweerster] alsnog niet-ontvankelijk te verklaren dan wel haar verzoeken af te wijzen, zulks met voordeling [verweerster] in de kosten van deze procedure.
Bij verweerschrift met twee bijlagen heeft [verweerster] het hof verzocht bij arrest [het hof begrijpt: beschikking], voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de erven [appellant 1] niet-ontvankelijk te verklaren in het beroep, dan wel deze af te wijzen en de erve [appellant 1] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder nasalaris.
Het hof heeft verder kennisgenomen van de inhoud van:
- -
-
de aantekeningen van de griffier ter zitting in eerste aanleg gehouden op 7 maart 2023;
- -
-
het procesdossier in eerste aanleg, ingekomen ter griffie van dit hof op 10 november 2023 en
- -
-
de ter zitting in hoger beroep door mr. De Bakker overgelegde WhatsApp-berichten van 22 en 23 december 2021.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 maart 2024. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- -
-
de heer [appellant 1] (hierna: [appellant 1] ), bijgestaan door mr. De Bakker en
- -
-
[verweerster] , bijgestaan door mr. Van Zomer.
[belanghebbende] is niet verschenen. Bij aanvang van de mondelinge behandeling gaven beide verschenen partijen aan dat ze een bericht van de onttrekking van mr. Hees – zijnde de advocaat van mevrouw [belanghebbende] – hebben ontvangen.