Home

Hoge Raad, 07-05-1996, ZD0442, 102.320

Hoge Raad, 07-05-1996, ZD0442, 102.320

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
7 mei 1996
Datum publicatie
7 september 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:1996:ZD0442
Formele relaties
Zaaknummer
102.320
Relevante informatie
Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 51, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 423

Inhoudsindicatie

Hoofdregel cfm art. 423.1 Sv is dat bij een tot nietigheid leidend verzuim in eerste aanleg, indien de hoofdzaak is beslist, niet wordt teruggewezen. Cfm het beginsel van art. 423.2 Sv zijn van die regel uitgezonderd de gevallen dat a. de zaak niet is behandeld door een onpartijdige rechter cfm art. 6.1 EVRM en b. een van de overige personen die een kernrol vervullen (OvJ, verdachte en raadsman) ter zitting niet is verschenen, terwijl deze niet cfm de wet van de rechtsdag op de hoogte is gebracht en ook niet anders- zins daarvan op de hoogte was. Sv art. 51.

Uitspraak

7 mei 1996

Strafkamer

nr. 102.320

SM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 augustus 1995 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, wonende te [woonplaats].

1 De bestreden einduitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 29 september 1994 - de verdachte ter zake van 1. en 2. telkens opleverende: "handelen in strijd met artikel 26, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet" veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een geldboete van drieduizend gulden, subsidiair veertig dagen hechtenis, met ten aanzien van feit 1. ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van negen maanden.

2 Het cassatieberoep

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr A.A. Franken, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3 De conclusie van het Openbaar Ministerie

De Advocaat-Generaal Van Dorst heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

4 Bewezenverklaring

5 Beoordeling van het middel

7 Beslissing