Hoge Raad, 10-01-2003, AF0219, R02/044HR
Hoge Raad, 10-01-2003, AF0219, R02/044HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 januari 2003
- Datum publicatie
- 10 januari 2003
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2003:AF0219
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF0219
- Zaaknummer
- R02/044HR
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
10 januari 2003
Eerste Kamer
Nr. R02/044HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.G. Groen,
t e g e n
MODUS VIVENDI B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M. Boender-Radder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de schuldenaar - heeft op 17 januari 2002 zich gewend tot de Rechtbank te 's-Gravenhage en verzocht de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
Nadat de Rechtbank de schuldenaar op 6 februari 2002 had gehoord, heeft zij bij vonnis van 6 februari 2002 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken met benoeming van een rechter-commissaris en tot bewindvoerder verweerster in cassatie, verder te noemen: de bewindvoerder.
De bewindvoerder heeft op 27 maart 2002 - ondersteund door de rechter-commissaris - beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar verzocht.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 25 april 2002 de toepassing van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar beëindigd en de schuldenaar in staat van faillissement verklaard.
Tegen dit vonnis heeft de schuldenaar hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na een mondelinge behandeling ter terechtzitting van 4 juni 2002 heeft het Hof bij arrest van 11 juni 2002 voormeld vonnis van de Rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De bewindvoerder heeft een verweerschrift ingediend en verzocht het verzoek van de schuldenaar af te wijzen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, als voorzitter, H.A.M. Aaftink en D.H. Beukenhorst, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 januari 2003.