Hoge Raad, 23-05-2003, AF6224, R02/059HR
Hoge Raad, 23-05-2003, AF6224, R02/059HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 mei 2003
- Datum publicatie
- 23 mei 2003
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2003:AF6224
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF6224
- Zaaknummer
- R02/059HR
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
23 mei 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R02/059HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
OPPOSANT op de voet van art. 22 lid 4 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
1. Het verzet
Met een op 21 juni 2002 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen verzoekschrift is opposant - verder te noemen: [verzoeker] - op de voet van art. 22 lid 4 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verzet gekomen tegen een door de Griffier van de Hoge Raad op 27 mei 2002 uitgevaardigd dwangbevel ter zake van de door deze Griffier vastgestelde griffierechten tot een totaal van € 580,83 in de door [verzoeker] bij de Hoge Raad aanhangig gemaakte procedures met rekestnummers R98/055HR, R98/130HR en R00/134HR.
De Griffier van de Hoge Raad heeft bij verweerschrift verzocht het verzet ongegrond te verklaren.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot ongegrondverklaring van het verzet.
2. Beoordeling van het verzet
2.1 Het verzet berust in de eerste plaats op de stelling dat [verzoeker] ter zake van de griffierechten waarvoor het dwangbevel is uitgevaardigd niets meer verschuldigd is. Deze ontkenning wordt echter niet door enig bewijs van betaling gestaafd, zodat daaraan voorbij moet worden gegaan.
2.2 In de tweede plaats heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij, zo begrijpt de Hoge Raad, betrokken is bij geschillen over griffierechten bij andere rechterlijke instanties waarover nog niet is beslist. Ook dit kan [verzoeker] niet baten. Het bestaan van andere, in het verzetschrift overigens niet nader aangeduide, geschillen over griffierecht kan aan de verschuldigdheid van de griffierechten waarop het bevelschrift van 27 mei 2002 betrekking heeft niet afdoen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzet ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 23 mei 2003.