Home

Hoge Raad, 09-12-2005, AU2861, C04/237HR

Hoge Raad, 09-12-2005, AU2861, C04/237HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 december 2005
Datum publicatie
9 december 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AU2861
Formele relaties
Zaaknummer
C04/237HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Geschil over de in een CAO opgenomen regeling tot vervroegd uittreden; uitleg; 81 RO.

Uitspraak

9 december 2005

Eerste Kamer

Nr. C04/237HR

JMH/RM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. B.A. Cnossen,

t e g e n

STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN UIT DE GROOTHANDEL IN TECHNISCHE PRODUCTEN, HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN EN METALEN, gevestigd te Amsterdam,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. H.A. Groen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Verweerster in cassatie - verder te noemen: de Stichting - heeft bij exploot van 27 oktober 2000 eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - gedagvaard voor de kantonrechter te Hilversum en gevorderd bij vonnis, vooral zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres] te veroordelen om aan de Stichting te betalen het terzake verschuldigde bedrag van ƒ 201.256,58, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend naar het percentage van de wettelijke interesten bedoeld in art. 6:119 BW vanaf 5 oktober 2000 over ƒ 175.005,72 tot aan de dag der algehele voldoening.

[Eiseres] heeft de vordering bestreden.

De kantonrechter heeft bij vonnis van 27 juni 2001 [eiseres] veroordeeld tot betaling aan de Stichting van ƒ 179.051,72, vermeerderd met de wettelijke rente over ƒ 175.005,72 vanaf 5 oktober 2000 tot aan de dag der voldoening, dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Amsterdam.

Bij vonnis van 19 mei 2004 heeft de rechtbank het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.

Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Stichting mede door mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, advocaat bij de Hoge Raad.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 2.511,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 december 2005.