Home

Hoge Raad, 11-11-2005, AU3718, C04/232HR

Hoge Raad, 11-11-2005, AU3718, C04/232HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 november 2005
Datum publicatie
11 november 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AU3718
Formele relaties
Zaaknummer
C04/232HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Huurgeschil over de rechtmatigheid van de ontruiming door de verhuurder van een bedrijfsruimte na de ontbinding van de huurovereenkomst door de kantonrechter, gezag van gewijsde, gesloten stelsel van rechtsmiddelen; 81 RO.

Uitspraak

11 november 2005

Eerste Kamer

Nr. C04/232HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. de vennootschap onder firma in liquidatie TOP KAPI,

gevestigd te Purmerend,

2. [Eiser 2],

wonende te [woonplaats],

3. [Eiser 3],

wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,

t e g e n

[Verweerster],

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - heeft bij exploot van 31 december 1997 eisers tot cassatie - verder te noemen: Top Kapi c.s. - gedagvaard voor de kantonrechter te Zaandam en na wijziging van eis bij conclusie van repliek gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat:

primair Top Kapi c.s. hoofdelijk te veroordelen tot onmiddellijke ontruiming van het aan [verweerster] in eigendom toebehorende bedrijfspand te [plaats] aan de [a-straat 1-2] over te gaan voor zover nog vereist na de tenuitvoerlegging van het door de kantonrechter op 18 december 1997 gewezen vonnis op grond van art. 116 Rv, en

subsidiair, voor het geval wordt geoordeeld dat [verweerster] door de reeds plaatsgegrepen ontruiming haar belang bij het door haar bij inleidende dagvaarding gevorderde heeft verloren, voor recht te verklaren dat [verweerster] rechtmatig heeft gehandeld door op 7 januari 1998 tot ontruiming over te gaan.

Top Kapi c.s. hebben de vorderingen bestreden en in reconventie na wijziging van eis gevorderd te verklaren voor recht:

1. dat er krachtens de op 11 februari 1997 respectievelijk 24 april 1997 met [verweerster] gemaakte afspraken geen beroep zou worden gedaan door [verweerster] op de buitengerechtelijke ontbinding d.d. 28 januari 1997, alsmede, dat er tussen partijen op het moment van de gemaakte afspraken nog steeds de overeengekomen huurovereenkomst van de onderhavige bedrijfsruimte bestond;

2. dat [verweerster] zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige daad jegens Top Kapi, nu het haar krachtens een essentieel rechtsbeginsel van procesrecht niet vrij stond om vervolgens een vordering strekkende tot ontruiming van de bedrijfsruimte in te stellen en de daarop verkregen titel te executeren, zulks in strijd met de gemaakte afspraken;

3. dat [verweerster] aansprakelijk is voor de uit de ontruiming voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat, nu [verweerster] heeft nagelaten het huurgenot te verschaffen.

[Verweerster] heeft in reconventie de vorderingen bestreden en nadien wederom haar eis vermeerderd en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat:

Top Kapi c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van ƒ 495.796,95, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 mei 1998 tot aan de dag der algehele voldoening.

De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 4 juni 1998 in conventie en in reconventie de zaak naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van Top Kapi c.s. en bepaald dat een antwoordakte niet wordt toegestaan.

Vervolgens hebben Top Kapi c.s. zich verzet tegen de laatste eisvermeerdering door [verweerster].

De kantonrechter heeft bij eindvonnis van 30 juli 1998 in conventie voor recht verklaard dat [verweerster] rechtmatig heeft gehandeld door op 7 januari 1998 tot ontruiming over te gaan, Top Kapi c.s. in de proceskosten veroordeeld en het meer of anders in conventie, alsmede het in reconventie gevorderde afgewezen.

Tegen beide vonnissen van de kantonrechter hebben Top Kapi c.s. hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Haarlem. [Verweerster] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en voorwaardelijk haar eis vermeerderd.

Top Kapi c.s. hebben de vermeerdering van eis bestreden.

Bij vonnis van 17 maart 2004 heeft de rechtbank de vonnissen waarvan beroep bekrachtigd en Top Kapi in de kosten van het principaal hoger beroep en [verweerster] in de kosten van het incidenteel hoger beroep veroordeeld.

Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank hebben Top Kapi c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen de niet verschenen [verweerster] is verstek verleend.

Top Kapi c.s. hebben de zaak doen toelichten door hun advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt Top Kapi c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 november 2005.