Home

Hoge Raad, 15-09-2006, AY6999, R05/029HR

Hoge Raad, 15-09-2006, AY6999, R05/029HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 september 2006
Datum publicatie
15 september 2006
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AY6999
Formele relaties
Zaaknummer
R05/029HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Familierecht. Geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van kinderalimentatie; onverschuldigde betaling, terugbetaling van gedeelte van in eerste aanleg vastgestelde alimentatie na vaststelling in hoger beroep van lager bedrag aan alimentatie (81 RO).

Uitspraak

15 september 2006

Eerste Kamer

Rek.nr. R05/029HR

JMH/MK

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[De vrouw],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. L. van Hoppe,

t e g e n

[De man],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. E. van Staden ten Brink.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 29 augustus 2003 ter griffie van de rechtbank te Utrecht ingediend verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie - verder te noemen: de vrouw - zich gewend tot die rechtbank en verzocht de beschikking van deze rechtbank van 7 april 1999 wegens gewijzigde omstandigheden te wijzigen en de door verweerder in cassatie - verder te noemen: de man - te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van de drie kinderen van partijen (1) [kind 1], geboren op [geboortedatum] 1992, (2) [kind 2], geboren op [geboortedatum] 1995 en [kind 3], geboren op [geboortedatum] 1996, vast te stellen op € 150,-- per kind en per maand met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift. Bij brief van 22 december 2003 heeft de moeder dit bedrag verhoogd tot € 175,-- per kind per maand.

De man heeft het verzoek bestreden.

De rechtbank heeft bij beschikking van 11 februari 2004 haar beschikking van 7 april 1999 gewijzigd en bepaald dat het bedrag dat de man aan de vrouw vanaf 29 augustus 2003 zal verstrekken tot verzorging en opvoeding van de drie minderjarige kinderen zal verstrekken op € 158,-- per kind per maand, deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.

Bij beschikking van 25 november 2004 heeft het hof de beschikking waarvan beroep vernietigd en zowel het inleidend verzoek van de vrouw en het door haar meer of anders verzochte alsnog afgewezen.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.

De advocaat van de vrouw heeft bij brief van 1 juni 2006 op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 15 september 2006.