Home

Hoge Raad, 12-01-2007, AZ2041, C06/160HR

Hoge Raad, 12-01-2007, AZ2041, C06/160HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 januari 2007
Datum publicatie
12 januari 2007
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:AZ2041
Formele relaties
Zaaknummer
C06/160HR
Relevante informatie
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 407

Inhoudsindicatie

Procesrecht. Niet-ontvankelijk cassatieberoep omdat voorgedragen middelen niet voldoen aan de van een middel te vergen precisie en bepaaldheid (art. 407 lid 2 en 419 Rv.).

Uitspraak

12 januari 2007

Eerste Kamer

Nr. C06/160HR

MK

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

wonende te [woonplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. M.G. Evers,

t e g e n

DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/HOLLANDS MIDDEN,

kantoorhoudende te Leiden,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. M.J. Schenck.

1. Het geding in feitelijke instanties

Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 13 juni 2003 verweerder in cassatie - verder te noemen: de Ontvanger - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd hem bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.955,03.

De Ontvanger heeft de vordering bestreden.

De kantonrechter heeft bij vonnis van 1 oktober 2003 de dagvaarding nietig verklaard.

Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Bij arrest van 2 februari 2006 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van [eiseres] afgewezen.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Ontvanger heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in haar beroep.

3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De middelen maken niet duidelijk tegen welke beslissing(en) of overweging(en) van het hof wordt opgekomen en evenmin waarom deze onjuist, onvoldoende gemotiveerd dan wel onbegrijpelijk zou(den) zijn. Zij ontberen alle zozeer de van een middel van cassatie te vergen precisie en bepaaldheid, dat [eiseres] in haar beroep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Ontvanger begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 12 januari 2007.