Hoge Raad, 19-10-2007, BB3679, R07/093HR
Hoge Raad, 19-10-2007, BB3679, R07/093HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 oktober 2007
- Datum publicatie
- 19 oktober 2007
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2007:BB3679
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BB3679
- Zaaknummer
- R07/093HR
- Relevante informatie
- Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 79
Inhoudsindicatie
Procesrecht; cassatie, aan het middel te stellen eisen, kenbaarheidsvereiste bij rechtsklachten.
Uitspraak
19 oktober 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/093HR
MK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
HAAGSE ACCOUNTANTS GROEP B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ZUIDWEST,
gevestigd te Breda,
VERWEERDER in cassatie,
advocaten: mrs. J.W.H. van Wijk en A.L. Kruijmer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als HAG en de Ontvanger.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 22 januari 2007 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft de Ontvanger zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, HAG in staat van faillissement te verklaren.
HAG heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 21 februari 2007 HAG in staat van faillissement verklaard.
Tegen dit vonnis heeft HAG hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 24 april 2007 heeft het hof het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft HAG beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Ontvanger heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden omdat het niet voldoet aan de aan een middel van cassatie te stellen eis dat de verweerder en de cassatierechter daaruit kunnen opmaken waarop de verzoekster baseert dat bij de bestreden uitspraak het recht is geschonden of vormen als bedoeld in art. 79 RO zijn verzuimd.
Voorzover het middel klaagt dat de Ontvanger niet bevoegd was het faillissement van HAG aan te vragen, is niet kenbaar waarom volgens HAG de Leidraad Invordering 1990 is geschonden.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart HAG niet-ontvankelijk in haar beroep;
veroordeelt HAG in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Ontvanger begroot op € 371,34 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 19 oktober 2007.