Hoge Raad, 05-03-2010, BK9151, 08/02583
Hoge Raad, 05-03-2010, BK9151, 08/02583
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 maart 2010
- Datum publicatie
- 5 maart 2010
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2010:BK9151
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BK9151
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2008:BD5263, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 08/02583
- Relevante informatie
- Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Blootstelling werknemer aan gevaarlijke stoffen; aansprakelijkheid werkgever op de voet van art. 7:658 BW; causaal verband; procesrecht; passeren bewijsaanbod werkgever door appelrechter. (81 RO)
Uitspraak
5 maart 2010
Eerste Kamer
08/02583
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
HUNTER DOUGLAS EUROPE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.E. Franke,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. S.F. Sagel, thans mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als HDE en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerder] heeft bij exploot van 27 juni 2005 HDE gedagvaard voor de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam en gevorderd, kort gezegd, HDE te veroordelen aan [verweerder] te betalen alle door hem geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van de blootstelling van hem in het kader van zijn werkzaamheden aan voor zijn gezondheid gevaarlijk neurotoxische stoffen en tot betaling van een bedrag van € 85.000,-- als voorschot op de schadevergoeding.
HDE heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 4 mei 2006 HDE veroordeeld tot betaling van € 35.000,-- als voorschot op de totale schadevergoeding. Voorts heeft de kantonrechter HDE veroordeeld tot betaling van de door [verweerder] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, nader op te maken bij staat. Het meer of anders gevorderde heeft de kantonrechter afgewezen.
Tegen het vonnis van de kantonrechter heeft HDE hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 25 januari 2008 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft HDE beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor HDE toegelicht door haar advocaat en voor [verweerder], namens zijn advocaat, door mr. S.F. Sagel, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Hunter Douglas in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.121,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 maart 2010.