Home

Hoge Raad, 16-04-2010, BL4086, 08/04609

Hoge Raad, 16-04-2010, BL4086, 08/04609

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 april 2010
Datum publicatie
16 april 2010
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BL4086
Formele relaties
Zaaknummer
08/04609
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet? Levert schending door werknemer van voorschriften voor controle arbeidsongeschiktheid een dringende reden op in de zin van art. 7:677 BW? Motivering. (art. 81 RO).

Uitspraak

16 april 2010

Eerste Kamer

08/04609

EE/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. E. Grabandt,

t e g e n

[Verweerster],

wonende te [woonplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. H.J.W. Alt.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Bank en [verweerster].

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak KK-nummer 07-626 van de voorzieningenrechter te Amsterdam van 28 augustus 2007 en

b. het arrest in de zaak 106.007.394/01 (rolnummer 07/1302 KG) van het gerechtshof te Amsterdam van 28 augustus 2008.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de Bank beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Bank mede door mr. L. van den Eshof, advocaat bij de Hoge Raad.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt de Bank in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Van der Burg begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 16 april 2010.