Home

Hoge Raad, 11-03-2011, BP1413, 09/04085

Hoge Raad, 11-03-2011, BP1413, 09/04085

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 maart 2011
Datum publicatie
11 maart 2011
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP1413
Formele relaties
Zaaknummer
09/04085

Inhoudsindicatie

Onrechtmatige overheidsdaad; verjaring rechtsvordering op de voet van art. 3:310 lid 1 BW; aanvangstijdstip verjaringstermijn in geval van voortdurende schade. (81 RO)

Uitspraak

11 maart 2011

Eerste kamer

09/04085

DV/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [Eiseres 1], handelende onder de naam [A],

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [Eiser 2],

3. [Eiser 3],

beiden wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

t e g e n

DE STAAT DER NEDERLANDEN, (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit),

zetelende te 's-Gravenhage,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. M.E.M.G. Peletier.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [A] en de Staat.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 226175/HA ZA 04-2595 van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 juli 2007;

b. het arrest in de zaak 105.007.155/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 juni 2009.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [A] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [A] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 maart 2011.