Home

Hoge Raad, 18-03-2011, BP4977, 10/01432

Hoge Raad, 18-03-2011, BP4977, 10/01432

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 maart 2011
Datum publicatie
18 maart 2011
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP4977
Formele relaties
Zaaknummer
10/01432

Inhoudsindicatie

Beroepsaansprakelijkheid advocaat voor op de voet van art. 111 lid 2 onder d jo. art. 120 lid 1 Rv. nietigverklaarde dagvaarding? (81 RO)

Uitspraak

18 maart 2011

Eerste Kamer

10/01432

EV/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres], handelende onder de naam [A],

gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. K.G.W. van Oven,

t e g e n

1. [Verweerder 1],

2. [Verweerster 2],

beiden wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] (in enkelvoud).

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 238920/HA ZA 07-2004 van de rechtbank Utrecht van 28 januari 2009;

b. het arrest in de zaak 200.027.860 van het gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, van 8 december 2009.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen [verweerder] is verstek verleend.

De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 maart 2011.