Hoge Raad, 11-11-2011, BT7203, 11/03985
Hoge Raad, 11-11-2011, BT7203, 11/03985
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 november 2011
- Datum publicatie
- 11 november 2011
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BT7203
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BT7203
- Zaaknummer
- 11/03985
- Relevante informatie
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025], Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 120, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 125
Inhoudsindicatie
Cassatie; art. 125 lid 4 Rv. Redelijke wetstoepassing brengt mee dat herstel ook mogelijk is door middel van herstelexploot dat vóór oorspronkelijk aangezegde, onmogelijke, verschijndag is uitgebracht.
Uitspraak
11 november 2011
Eerste Kamer
Nr. 11/03985
RM/RA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [verstigingsplaats],
2. [Eiser 2], en
3. [Eiseres 3],
beiden wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISERS tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. A.B. Baumgarten, thans mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
DE GEMEENTE 'S-HERTOGENBOSCH,
zetelende te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in cassatie
[Eiser] c.s. hebben bij exploot van 21 juni 2011 aan de Gemeente aangezegd dat zij cassatie instellen tegen het arrest met zaaknummer HD 200.054.057 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 22 maart 2011, en de Gemeente gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van vrijdag 19 augustus 2011. Op 17 augustus 2011 hebben [eiser] c.s. een herstelexploot doen uitbrengen waarin zij de Gemeente hebben opgeroepen te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad van 2 september 2011.
De Gemeente is ter zitting van de Hoge Raad van 2 september 2011 niet verschenen. [Eiser] c.s. hebben verzocht verstek tegen de Gemeente te verlenen.
De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft schriftelijk geconcludeerd tot verlening van het gevraagde verstek.
2. Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
2.1 [Eiser] c.s. hebben bij exploot van 21 juni 2011 de Gemeente aangezegd dat zij beroep in cassatie instellen tegen het arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 22 maart 2011, gewezen tussen [eiser] c.s. als appellanten en de Gemeente als geïntimeerde en de Gemeente gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad van 19 augustus 2011. Op die dag heeft de Hoge Raad geen zitting gehouden.
2.2 Op 17 augustus 2011 hebben [eiser] c.s. een herstelexploot doen uitbrengen waarin zij de Gemeente hebben aangezegd dat in het exploot van dagvaarding van 21 juni 2011 een verschijndag is vermeld die geen zittingsdag is en de Gemeente opnieuw hebben opgeroepen om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad van vrijdag 2 september 2011. Laatstbedoeld exploot is, samen met het exploot van 21 juni 2011, tijdig ter griffie ingediend en ingeschreven op de rol van de eerste enkelvoudige kamer van 2 september 2011.
2.3 Art. 125 lid 4 Rv. laat toe dat binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot wordt uitgebracht waarin een nieuwe verschijndag wordt aangezegd. Aldus is herstel mogelijk, zowel in het geval dat de dagvaarding niet tijdig voor de aangezegde verschijndag ter griffie is ingediend als in het geval dat gedagvaard is tegen een dag waarop de rechter geen zitting houdt. Redelijke wetstoepassing brengt mee dat in laatstbedoeld geval herstel ook mogelijk is door middel van een herstelexploot dat niet na maar, zoals in het onderhavige geval, voor de oorspronkelijk aangezegde, maar onmogelijke, verschijndag is uitgebracht.
2.4 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het herstelexploot van 17 augustus 2011 een geldig herstelexploot is zodat het verzoek om verstekverlening voor toewijzing vatbaar is.
3. Beslissing
De Hoge Raad verleent het gevraagde verstek tegen de Gemeente.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.C. van Oven, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 11 november 2011.