Hoge Raad, 05-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1105, 12/04549
Hoge Raad, 05-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1105, 12/04549
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 november 2013
- Datum publicatie
- 5 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:1105
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1119, Gevolgd
- Zaaknummer
- 12/04549
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Art. 261 Sv. Nietige dagvaarding? De termen vernielen, beschadigen en onbruikbaar maken hebben mede feitelijke betekenis.
Uitspraak
5 november 2013
Strafkamer
nr. 12/04549
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 maart 2012, nummer 23/003768-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.
1 Geding in cassatie
Het beroep - dat blijkens de daarvan opgemaakte akte niet is gericht tegen de ter zake van feit 1 gegeven beslissingen - is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de inleidende dagvaarding wat betreft het onder 2 tenlastegelegde moet worden nietig verklaard.
Aan de verdachte is onder 2 tenlastegelegd dat:
"hij op of omstreeks 7 augustus 2010 te Diemen opzettelijk en wederrechtelijk een ruit (van een (voor)deur behorende bij perceel [a-straat 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt."
Het Hof heeft wat betreft dat feit de dagvaarding nietig verklaard op de grond dat "het onder 2 ten laste gelegde feit onvoldoende feitelijk is omschreven".
Art. 350, eerste lid, Sr luidt:
"Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie."
De tenlastelegging is toegesneden op art. 350, eerste lid, Sr. De in de tenlastelegging voorkomende termen "vernield", "beschadigd" en "onbruikbaar gemaakt" zijn kennelijk gebezigd in dezelfde betekenis als toekomt aan de dienovereenkomstige uitdrukkingen in die bepaling. Voor zover in het bestreden arrest als oordeel van het Hof besloten ligt dat de termen "vernielen", "beschadigen" en "onbruikbaar maken" niet mede feitelijke betekenis hebben en dat de tenlastelegging wat betreft de opgave van het feit niet voldoet aan de eisen van art. 261 Sv, geeft het blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak – voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen – niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak wat betreft het onder 2 tenlastegelegde op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 november 2013.