Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2164, 16/02256
Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2164, 16/02256
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 september 2016
- Datum publicatie
- 23 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2164
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2016:1071
- Zaaknummer
- 16/02256
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
23 september 2016
Nr. 16/02256
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 11 maart 2016, nr. 14/2347 AOW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (13/6683) betreffende een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Belanghebbende heeft niet gekozen voor een domicilieadres in Nederland.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 22 juni 2016 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 25 juli 2016, welke brief eveneens per gewone post is verzonden aan het door belanghebbende opgegeven adres in het buitenland, in de gelegenheid gesteld binnen vier weken na dagtekening van deze brief mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‐ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2016.