Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2170, 15/01151
Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2170, 15/01151
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 september 2016
- Datum publicatie
- 23 september 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2170
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:533, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3989, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/01151
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Pensioenrecht. Vervolg van HR 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0010, NJ 2011/258. Wet verplichte deelname in bedrijfstakpensioenfonds 2000. Hof beslist dat werkgeefster onder Fondsen voor Metaalindustrie valt, maar niet met terugwerkende kracht premies behoeft af te dragen.
Uitspraak
23 september 2016
Eerste Kamer
15/01151
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. STICHTING PENSIOENFONDS METAAL EN TECHNIEK,
2. STICHTING VERVROEGD UITTREDEN METAAL EN TECHNIEK,
3. STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR HET METAALBEWERKINGSBEDRIJF,
4. STICHTING SOCIAAL FONDS METAAL EN TECHNIEK,
5. N.V. SCHADEVERZEKERING METAAL EN TECHNISCHE BEDRIJFSTAKKEN,
6. STICHTING WERKGELEGENHEIDSFONDS METAAL EN TECHNISCHE BEDRIJFSTAKKEN,
7. MN SERVICES N.V.,gevestigd te Den Haag (partijen sub 1-5 en 7) respectievelijk Rijswijk (partij sub 6),
EISERESSEN tot cassatie, verweerders in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.W. Scheltema,
t e g e n
1. TUSSENDIEPEN B.V. (eerder genaamd BAM Geleiderail B.V.),gevestigd te Bunnik,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
2. APG DIENSTEN B.V. (eerder genaamd Cordares Diensten B.V. en SFB Diensten B.V.),gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Metaalfondsen c.s., Geleiderail (verweerster onder 1) en Bouwdiensten (verweerster onder 2).
1 Het geding
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in deze zaak van 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0010, NJ 2011/258;
b. het arrest in de zaak 200.100.261/02 van het gerechtshof Den Haag van 2 december 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het tweede geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben Metaalfondsen c.s. beroep in cassatie ingesteld. Geleiderail heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Tegen Bouwdiensten is verstek verleend.
Metaalfondsen c.s. en Gelderail hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor hen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping in het principale beroep.
De advocaat van Metaalfondsen c.s. heeft bij brief van 1 juli 2016 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel in het principale beroep
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.