Hoge Raad, 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1024, 16/01379
Hoge Raad, 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1024, 16/01379
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 juni 2017
- Datum publicatie
- 6 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1024
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:392, Gevolgd
- Zaaknummer
- 16/01379
Inhoudsindicatie
Falende bewijsklacht medeplegen diefstal van elektriciteit. HR: art 81.1 RO. Samenhang met 16/01380P.
Uitspraak
6 juni 2017
Strafkamer
nr. S 16/01379
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 9 maart 2016, nummer 21/006585-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben O.E. de Jong en J.J. Bussink, beiden advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman Bussink heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juni 2017.