Hoge Raad, 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:282, 17/00908
Hoge Raad, 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:282, 17/00908
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 februari 2018
- Datum publicatie
- 23 februari 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:282
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:1436, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:5109, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17/00908
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomst van opdracht m.b.t. verspreiding kranten en folders, ten dele op basis van stukloon. Aanspraken bij beëindiging van aanbieding van kranten en folders door opdrachtgever.
Uitspraak
23 februari 2018
Eerste Kamer
17/00908
LZ/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. A.C. van Schaick en mr. N.E. Groeneveld-Tijssens,
t e g e n
TMG DISTRIBUTIE B.V.,gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.M. Dekker.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en TMG.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/01/276104/HA ZA 14-206 van de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch van 13 maart 2014 en 3 december 2014;
b. de arresten in de zaak HD 200.167.896/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 mei 2015 en 15 november 2016.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 15 november 2016 heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
TMG heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 27 december 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.