Home

Hoge Raad, 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1235, 18/03152

Hoge Raad, 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1235, 18/03152

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 juli 2019
Datum publicatie
19 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1235
Formele relaties
Zaaknummer
18/03152

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Medezeggenschapsrecht. Besluit over huisvesting. Valt bestreden besluit onder het primaat van de politiek (art. 46d WOR)? Is beroep mogelijk in verband met toegekend adviesrecht? (HR 22 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:397.)

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 18/03152

Datum 19 juli 2019

BESCHIKKING

In de zaak van

DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE POLITIE, REGIONALE EENHEID OOST-BRABANT,gevestigd te 's-Hertogenbosch,

VERZOEKER tot cassatie,

hierna: de ondernemingsraad,

advocaat: mr. S.F. Sagel,

tegen

De publiekrechtelijke rechtspersoon DE POLITIE, REGIONALE EENHEID OOST-BRABANT,gevestigd te 's-Hertogenbosch,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de Politie,

advocaat: mr. R.A.A. Duk.

1. Procesverloop

De ondernemingsraad heeft tegen de beschikking in de zaak 200.230.503/01 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 19 april 2018 beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De Politie heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de ondernemingsraad mede door mr. I.L.N. Timp.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de vicepresident E.J. Numann op 19 juli 2019.