Hoge Raad, 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1831, 18/03845
Hoge Raad, 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1831, 18/03845
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 november 2019
- Datum publicatie
- 22 november 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1831
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:717, Gevolgd
- Zaaknummer
- 18/03845
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Arbeidsongeval met heftruck in magazijn; zorgplicht werkgever; art. 7:658 BW. Procesrecht; verwijzing naar schadestaat in plaats van oordeel over schade; verweer; devolutieve werking.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/03845
Datum 22 november 2019
ARREST
In de zaak van
PAPYRUS GROEP NEDERLAND B.V.,gevestigd te Wijchen,
EISERES tot cassatie,
hierna: Papyrus,
advocaat: mr. T. van Malssen,
tegen
[verweerder] ,wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder] ,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 3996084 \ CV EXPL 15-1671 \701\ 456 van de rechtbank Gelderland van 27 november 2015;
b. de arresten in de zaak 200.190.829 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juli 2017 en 19 juni 2018.
Papyrus heeft tegen het arrest van het hof van 19 juni 2018 beroep in cassatie ingesteld. Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Papyrus heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Papyrus in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 22 november 2019.