Home

Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1347, 20/00899

Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1347, 20/00899

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
24 september 2021
Datum publicatie
24 september 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1347
Formele relaties
Zaaknummer
20/00899

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. CAO. Moeten verlofdagen uit buitenlandperiodes worden opgenomen voor gelding van de wachtgeldregeling als er geen (nieuw) werk is?

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/00899

Datum 24 september 2021

ARREST

In de zaak van

1. [eiseres 1] N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERESSEN tot cassatie,

hierna gezamenlijk: [eiseressen],

advocaat: M.W. Scheltema,

tegen

FNV WATERBOUW,
gevestigd te Rotterdam,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: FNV,

advocaat: H.J.W. Alt.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. het vonnis in de zaak 6024801 / CV EXPL 17-18567 van de kantonrechter te Rotterdam van 2 februari 2018;

  2. het arrest in de zaak 200.238.875/02 van het gerechtshof Den Haag van 10 december 2019.

[eiseressen] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

FNV heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiseressen] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

-

verwerpt het beroep;

-

veroordeelt [eiseressen] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van FNV begroot op € 902,34,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseressen] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 24 september 2021.