Hoge Raad, 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1672, 23/01063
Hoge Raad, 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1672, 23/01063
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 december 2023
- Datum publicatie
- 1 december 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:1672
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:1024, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2022:2459, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23/01063
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet. Waardering van bewijs van voorval voldoende gemotiveerd?
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/01063
Datum 1 december 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: J. den Hoed.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak 9204236 / EJ VERZ 21-83434 van de rechtbank Den Haag van 27 juli 2021 en 8 februari 2022;
b. de beschikking in de zaak 200.310.928/01 van het gerechtshof Den Haag van 20 december 2022.
[verzoeker] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [verzoeker] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 1 december 2023.