Home

Hoge Raad, 20-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1911, 23/05028

Hoge Raad, 20-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1911, 23/05028

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 december 2024
Datum publicatie
20 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1911
Formele relaties
Zaaknummer
23/05028

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Pensioenrecht. Naheffing van pensioenpremies; rechtsverwerking.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 23/05028

Datum 20 december 2024

ARREST

In de zaak van

STICHTING PENSIOENFONDS ABP,

gevestigd te Heerlen,

EISERES tot cassatie,

hierna: ABP,

advocaat: A.H.M. van den Steenhoven,

tegen

[verweerster] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: [verweerster],

advocaat: H.J.W. Alt.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. het vonnis in de zaak 9238119 CV EXPL 21-2666 van de rechtbank Limburg van 30 maart 2023;

b. het arrest in de zaak 200.315.780/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 september 2023.

ABP heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van ABP heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

De advocaat van [verweerster] heeft bezwaar gemaakt tegen de reactie van ABP op de conclusie van de Advocaat-Generaal. De Hoge Raad verwerpt dit bezwaar, nu de reactie op de conclusie de aan dit processtuk gestelde beperkingen1 niet te buiten gaat.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt ABP in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien ABP deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 20 december 2024.