Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 30-09-2020, ECLI:NL:OGEAA:2020:383, AUA202001430
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 30-09-2020, ECLI:NL:OGEAA:2020:383, AUA202001430
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 30 september 2020
- Datum publicatie
- 12 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2020:383
- Zaaknummer
- AUA202001430
Inhoudsindicatie
Kort Geding. Toepassing van Stoof/Mammoet op door de werkgever voorgestelde salarisaanpassingen wegens negatieve gevolgen van de Covid-19 pandemie op de bedrijfsomzet. In beginsel is het niet uitgesloten dat de negatieve bedrijfseconomische gevolgen die een werkgever ondervindt ten gevolge van de Covid-19 pandemie, gewijzigde omstandigheden opleveren waarin die werkgever aanleiding kan vinden om een voorstel tot aanpassing van de salarissen te doen. Deze gevolgen behoren dus niet zonder meer tot de exclusieve risicosfeer van de werkgever. De vraag of de gevolgen van de pandemie in een concreet geval aanleiding geven tot het doen van een voorstel tot aanpassing van het salaris, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval.
Uitspraak
Vonnis van 30 september 2020
Behorend bij AUA202001430
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiser],
wonende in Aruba,
eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
UNICON N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna ook te noemen: Unicon,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown.
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 16 juni 2020;
- de brief met producties van [eiser], ingediend op 20 augustus 2020;
- de pleitaantekeningen van partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 21 augustus 2020.
eiser] is in persoon ter zitting verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde mr. D.L. Emerencia, occuperende voor mr. De Hoogd, alsmede de heer Faro (shopsteward van de vakbond Seppa) en mr. E. Duijneveld (kantoorgenoot van mr. De Hoogd). Unicon is verschenen bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede de heer H.H.W. Mondria (directeur) en de heer F.A. Krist (financieel directeur).
Nadat partijen het gerecht hadden bericht dat ze er na afloop van de zitting niet in zijn geslaagd een minnelijke regeling te bereiken, is vonnis bepaald op heden.
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
Unicon is een onderneming die zich bezighoudt met de verkoop van meubels, elektronica en witgoed. Zij heeft diverse verkoopfilialen in Aruba. Unicon verkoopt veel producten op afbetaling. Daarnaast heeft zij een service afdeling. Unicon heeft 136 werknemers in dienst, 45 daarvan werken op de service-afdeling.
eiser] is op grond van een arbeidsovereenkomst met ingang van 1 augustus 2015 in dienst getreden van Unicon, laatstelijk in de functie van airco monteur in de service afdeling. [eiser] is in die functie geheel ter beschikking gesteld aan de Electriciteits-Maatschappij Aruba (hierna: Elmar).
eiser] heeft naast zijn reguliere salaris recht op betaling van maandelijkse incentives die bestaan uit een ‘persoonlijk budget’ en een ‘bedrijfsbudget’ (hierna: de incentives). De hoogte van deze incentives is afhankelijk van verschillende prestatie-indicatoren.
Unicon heeft op 12 april 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: CAO) gesloten met de vakbond Representante di Trahadornan di Unicon (hierna: RTU). De CAO is aangegaan voor de duur van drie jaren en eindigde op 31 december 2019.
Op grond van artikel 3 Arbeidsvredebesluit III heeft er op 10 januari 2020 voor de service afdeling een referendum plaatsgevonden. De vakbond SEPPA heeft dit referendum gewonnen. [eiser] is lid van de vakbond SEPPA.
Bij brief van 20 maart 2020 heeft Unicon aan haar werknemers de eerste keer maatregelen (vakantie en time-back opnemen) aangekondigd in verband met teruglopende klantenaantallen en omzet ten gevolge van de coronacrisis (prod. 11 Unicon).
Bij brief van 3 april 2020 aan de werknemers van Unicon (prod. 15 Unicon) heeft Unicon aangekondigd nadere maatregelen te zullen nemen vanwege de dalende omzet ten gevolge van de coronacrisis. In de brief schrijft Unicon onder meer:
“(…) Per 1 april 2020 komen, tot nader order, alle maandelijkse incentives & budgetvergoedingen te vervallen.
In de maand april 2020 zullen wij de reguliere salarissen uitbetalen met uitzondering van de maandelijkse incentive vergoedingen. (…)
Voor de werknemers die geplaatst zijn in een afdeling die gesloten is geldt het volgende:
per 1 mei 2020 a.s. zulen wij genoodzaakt zijn om een no work no pay beleid te voeren, waarbij alle werknemers 75% van hun basissalaris zullen ontvangen. (…)”
In zijn brief van 8 mei 2020 heeft de gemachtigde van SEPPA onder meer het volgende aan Unicon geschreven in reactie op de brief van 3 april 2020 (prod. 16 Unicon):
“(…) Unicon heeft unilateraal en zonder overleg de incentives die hun basis vinden in de C.A.O. stopgezet. Cliënten vinden dit onacceptabel. Op basis van art. 38 van de C.A.O. verzoekt Seppa aan te geven [dat] deze omissie recht zal worden getrokken, althans een arbitrage-commissie in te stellen conform art. 39 C.A.O. (…)
U heeft aangekondigd vanaf de maand mei slechts 75% van het salaris van cliënte te zullen uitbetalen. Cliënten gaan hier niet mee akkoord en zullen als u inderdaad hiertoe overgaat rechtsmaatregelen nemen. (…)
Het lijkt er dan ook op dat u misbruik tracht te maken van de huidige corona-situatie om op oneigenlijke wijze bezuinigingen door te voeren die geheel ten kosten gaan van cliënten.
Nogmaals cliënten zullen een eventuele inhouding op hun salaris niet accepteren (…)
Hierbij verzoek (…) ik u om mij uiterlijk 15 mei 2020 te berichten dat het salaris van cliënten op de normale wijze zal worden uitbetaald. Bij gebreke waarvan cliënten zonder nader aankondiging rechtsmaatregelen zullen treffen. (…)”
In een brief van 15 mei 2020 van Unicon gericht aan de gemachtigde van Seppa en diens leden heeft Unicon, voor zover van belang, geschreven (prod. 18 Unicon):
“ (…) Unicon heeft op basis van de onvoorziene omstandigheden gepaard gaande met de COVID-19 pandemie zeer zware omzetverliezen geleden, en was als gevolg daarvan gedwongen om bepaalde maatregelen aan de werknemers voor te stellen. Wij menen dat die maatregelen als ‘redelijke voorstellen’ kunnen worden gezien, waaraan de werknemers als ‘goed werknemer’ in de gegeven omstandigheden mee zouden moeten werken, ook gezien het feit dat de pandemie zeker niet tot ons normale bedrijfsrisico behoort en wat ons betreft op dit moment een zgn. ‘shared risk’ betreft. In de door u aangehaalde brief van 3 april hebben wij dan ook voorstellen gedaan voor mei en juni 2020, onder meer inhoudende een verlaging van de arbeidsuren. Hierbij merken wij op dat wij gezien de recent aangekondigde subsidiemaatregelen van de overheid voorstellen om de op 3 april 2020 aangekondigde maatregelen als volgt aan te passen:
- Periode 16 april tot en met 30 april 2020: Unicon zal over deze periode alsnog
100% loon doorbetalen.
- Periode 1 mei t/m 31 mei 2020: Unicon zal de arbeidsuren van de werknemers
in deze periode aanpassen tot 80%, en de werknemers over deze uren hun gebruikelijke loon uitbetalen, zijnde 80% loon. (…) “.
In een e-mailbericht van 15 mei 2020 van de gemachtigde van Seppa aan Unicon (prod. 6 [eiser]) is, voor zover van belang, het volgende geschreven:
“(…) De betreffende leden stellen nogmaals dat zij in maart en april hun werkzaamheden op normale wijze hebben verricht. Om nu alles weer draait, zonder enig overleg, te beginnen met het onnodig korten op de uren en zo op het salaris van cliënten is dan ook vooralsnog voor cliënten onacceptabel. (…)
Clienten volharden dan ook dat onder de huidige omstandigheden enige inkorting niet zal worden geaccepteerd”.
De wijzigingen in de arbeidsomstandigheden die Unicon heeft doorgevoerd, hebben er uiteindelijk uit bestaan dat:
- de incentives niet zijn uitbetaald over de maanden april en mei 2020;
- de werknemers over de maanden mei tot en met juli 2020 20% minder hebben gewerkt en tevens 20% minder salaris betaald hebben gekregen.
Deze wijzigingen zullen hierna gezamenlijk ook worden aangeduid als: de salarisaanpassingen.
eiser] heeft expliciet ingestemd met de korting van 20% op het salaris over de maand juni 2020 (prod. 20 Unicon).
De Arubaanse minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur heeft op 13 mei 2020 een Ministeriele Beschikking uitgevaardigd op grond waarvan loonsubsidie wordt verstrekt aan bedrijven die een omzetdaling van meer dan 25% verwachten ten gevolge van de Covid-19 pandemie (hierna: de Ministeriele Beschikking).
In verband met de eventuele verstrekking van een lening door Nederland aan Aruba heeft de Nederlandse staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in zijn brief van 19 mei 2020 (prod. 2 Unicon) onder meer het volgende aan de Tweede Kamer van de Staten-Generaal geschreven:
“(…) De overige AWG 49,4 miljoen wordt beschikbaar gesteld wanneer Aruba een adequate invulling heeft gegeven aan het eerdere verzoek van de rijksministerraad om te komen met een voorstel voor een eigen bijdrage van 20 procent van werknemers aan de loonsubsidieregeling. (…)”
3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
In conventie
eiser] vordert dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Unicon veroordeelt om aan [eiser] te betalen het niet uitbetaalde deel van zijn salaris over de maand mei 2020, alsmede het salarisbestanddeel/emolumenten incentives over maanden april en mei 2020, en dit laatste te blijven betalen bij de toekomstige salarisuitbetalingen tot hiertoe door partijen gezamenlijk dan wel ten principale anders wordt beslist en Unicon veroordeelt tot betaling in de proceskosten.
Aan zijn vordering legt [eiser] ten grondslag dat Unicon niet bevoegd is om eenzijdig en zonder overleg de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting tot betaling van het loon te wijzigen.
Unicon voert verweer. Zij voert aan dat:
- de omzetdaling die Unicon ten gevolge van de Covid-19 pandemie heeft geleden een zodanige wijziging van omstandigheden is dat het redelijke voorstel tot salarisaanpassing dat zij aan [eiser] heeft gedaan, door laatstgenoemde in redelijkheid dient te worden aanvaard;
- zij op grond van artikel 7A:1614d BW niet gehouden is om het loon door te betalen over de uren die [eiser], ten gevolge van de Covid-19 pandemie, niet heeft gewerkt.
In reconventie
Unicon vordert in reconventie dat het gerecht bepaalt dat zij de door Unicon vanaf 1 april 2020 op alle werknemers van toepassing verklaarde loonmaatregelen zoals genoemd in het schrijven d.d. 3 april 2020 en 13 mei 2020 voorlopig ook op [eiser] mag toepassen, althans enige andere voorziening neemt die het gerecht geraden acht en met veroordeling van [eiser] in de kosten van de procedure, alles uitvoerbaar bij voorraad.
eiser] voert verweer. Het gerecht zal hierna, voor zover voor de beoordeling van de vordering in reconventie van belang, ingaan op de grondslagen van de reconventionele vordering en het daartegen gevoerde verweer.