Home

Parket bij de Hoge Raad, 15-02-2005, AR5742, 00872/04

Parket bij de Hoge Raad, 15-02-2005, AR5742, 00872/04

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
15 februari 2005
Datum publicatie
16 februari 2005
ECLI
ECLI:NL:PHR:2005:AR5742
Formele relaties
Zaaknummer
00872/04

Inhoudsindicatie

Het ontbreken bij de stukken van de volgens het pv van de terechtzitting in hoger beroep overgelegde pleitnotitie is een verzuim dat i.c. zozeer strijdt met een behoorlijke procesorde dat het nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.

Conclusie

Nr. 00872/04

Mr. Vellinga

Zitting: 9 november 2004

Conclusie inzake:

[verdachte]

1. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft - na verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 30 oktober 2001 - de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep ten aanzien van de feiten 2 en 4 en de verdachte vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde en hem wegens 1 meer subsidiair en 3, tezamen opleverende "diefstal meermalen gepleegd" veroordeeld tot het verrichten van arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 30 uren, in plaats van een maand gevangenisstraf. Voorts is de tenuitvoerlegging gelast van een voorwaardelijk opgelegde straf en heeft het Hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

2. Namens verdachte heeft mr. A.M. Seebregts, advocaat te Rotterdam, vijf middelen van cassatie voorgesteld.

3. Het eerste middel behelst klacht dat het onderzoek aan nietigheid leidt nu de pleitnota, die blijkens het proces-verbaal van de zitting van 30 juni 2003 aan het Hof is overgelegd, zich niet bij de stukken bevindt.

4. Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich niet de pleitnota die volgens het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 juni 2003 aan het Hof is overgelegd. Navraag bij de strafgriffie van het gerechtshof leverde slechts op dat als er een pleitnota is overlegd deze zich dan moet bevinden bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken. Ook nogmaals navragen heeft niets opgeleverd. Door het ontbreken van de pleitnota kan niet worden nagegaan of en zo ja welke verweren ter terechtzitting zijn gevoerd. Daarom strijdt dit verzuim zo zeer met de behoorlijke procesorde dat het, nu het onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en van de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak met zich brengt(1).

5. Het middel is gegrond.

6. Nu reeds op de hiervoor genoemde grond het arrest niet in stand kan blijven, kunnen de overige ingediende middelen buiten bespreking blijven.

7. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

De procureur-Generaal

bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG

1 HR 29 juni 1993, DD 93.490; HR 1 december 1998, NJ 1999, 470 m.nt. 'tH en HR 14 januari 2003, nr. 00856/01 (LJN AF1286).